Verschoningsrecht advocaat bij inkeerregeling

Een advocaat kan zich bij toepassing van de inkeerregeling beroepen op zijn of haar verschoningsrecht (artikel 53a AWR). Maar als er geld op de derdenrekening van de advocaat wordt gestort, moet de informatie dan worden prijsgegeven? Volgens de Hoge Raad niet!

Inkeerregeling en derdengelden advocaat

Een advocaat staat zijn cliënt bij in diverse procedures. De cliënt heeft bij een Luxemburgse bank een bankrekening. Het banksaldo wordt overgeboekt naar de derdenrekening van de advocaat. De Belastingdienst heeft in het kader van een (derden)onderzoek de advocaat gevraagd om inzage in de derdenrekening (dit onderdeel). De advocaat stelt dat hij dit op grond van zijn geheimhouding niet mag. Er komt een kort geding en daarna nog een procedure bij de Hoge Raad. Beide rechterlijke instanties zijn van mening dat de advocaat de informatie niet hoeft te geven.

Noot fiscaal jurist inzake verschoningsrecht advocaat

Als informatie inzake de inkeerregeling aan een advocaat wordt toevertrouwd, dan is deze informatie meestal "veilig". Dit geldt ook voor diens advisering. Aandachtspunt is dat de informatie aan de advocaat is toevertrouwd in zijn of haar hoedanigheid als advocaat. Het is dus wel van belang dat de storting op de derdenrekening direct te relateren is aan de opdracht van de advocaat en dit dus functioneel is. Als de advocaat als "bank" zou optreden, moet de informatie waarschijnlijk wel worden verstrekt, zie hiertoe onderstaande uitspraak van het Gerechtshof in 2020. De bewijslast voor vorenstaande ligt bij de Belastingdienst, dit zal veelal een uitdaging zijn.

Bron advocaat en inkeerregeling

Hoge Raad d.d. 9 april 2021 (ECLI:NL:HR:2021:532)

Gerechtshof Den Bosch d.d. 7 januari 2020 (ECLI:NL:GHSHE:2020:13)