print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Inkeerregeling

Inkeerregeling 12 jaar

De navorderingstermijn voor buitenlandse tegoeden is niet als vanzelfsprekend 12 jaar. Op 11 juni 2009 heeft het Hof van Justitie uitspraak gedaan ten aanzien van de vraag of de verlengde navorderingstermijn van 12 jaar gerechtvaardigd is. De Hoge Raad heeft in haar uitspraak van 26 februari 2010, nrs. 43050bis en 43670bis, haar vertaling gegeven van de Hof-uitspraak. De conclusie is dat de navorderingstermijn van 12 jaar is toegestaan. Echter, de Hoge Raad heeft regels geformuleerd waaraan de Belastingdienst zich heeft te houden om gebruik te kunnen maken van de verlengde navorderingstermijn van artikel 16, lid 4, Algemene wet inzake Rijksbelastingen op een tijdstip waarop de ten aanzien van binnenlandse tegoeden geldende 5-jaarstermijn van artikel 16, lid 3, AWR is verstreken.

In de uitspraak van de Rechtbank Haarlem d.d. 10 mei 2010 wordt de navorderingsaanslag vernietigd omdat de inspecteur de termijn verder heeft overschreden dan voor het voorbereiden en opleggen noodzakelijk was. Het gebruik van de verlengde navorderingstermijn is volgens de Rechtbank in strijd met het Europese recht.

Afschaffing inkeerregeling in 2018

Op 1 januari 2018 wordt de inkeerregeling afgeschaft. De afschaffing zal worden opgenomen in het pakket Belastingplan 2018, lees hiertoe deze brief van de Staatssecretaris van Financiën. Via internationale gegevensuitwisseling verwacht de Belastingdienst voldoende informatie te verkrijgen. Er zal dus geen boete matiging meer plaatsvinden.

Toelichting

Op grond van deze regels moet, na het verkrijgen van aanwijzingen van het bestaan van de in het buitenland aangehouden spaartegoeden, het tijdsverloop worden aanvaard dat noodzakelijkerwijs is gemoeid met het verkrijgen van de inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting, en tevens het met redelijke voortvarendheid voorbereiden en vaststellen van een aanslag aan de hand van de gegevens die de inspecteur ter beschikking staan. Deze regels hebben ook te gelden indien het gaat om aanwijzingen van het bestaan van in een andere lidstaat opgekomen inkomsten die niet voortvloeien uit spaartegoeden.

De grote vraag is natuurlijk: wat is de termijn voor redelijke voortvarendheid? Op 7 mei 2010 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen, nr. 41.550bis, waarbij is geoordeeld dat de Belastingdienst niet voortvarend te werk is gegaan. In deze casus had de fiscus medio 1996 de gegevens om een navorderingsaanslag op te leggen over de jaren 1987, 1988 en 1989. Er is echter gewacht tot 28 december 1999 met het opleggen van een navorderingsaanslag. Dit is natuurlijk niet voortvarend en de navorderingsaanslagen worden vernietigd.

In bovenstaande casus is evident dat niet voortvarend te werk is gegaan. De vraag die de praktijk nu bezighoudt is, waar de grenzen liggen van deze voortvarendheid en welke omstandigheden moeten meewegen.

Eveneens op 7 mei 2010 heeft de Hoge Raad bepaald dat het opleggen van een aanslag binnen 3 maanden en 10 dagen als voortvarend mag worden beschouwd, nr. 42511bis. In dit geval kreeg de inspecteur de voor de navorderingsaanslag benodigde informatie op 5 februari 2002 aangeleverd en werd op 15 mei 2002 een aanslag opgelegd.  De informatie was afkomstig uit een strafrechtelijk onderzoek naar belastingplichtige.

Drie maanden lijkt een redelijke termijn te zijn. Maar tussen de eerstgenoemde 3 jaar en 3 maanden zit nog de nodige ruimte. Bovendien is nog niet duidelijk of simpelweg naar de harde termijn moet worden gekeken of dat er ook rekening moet worden gehouden met de werkdruk bij de Belastingdienst als gevolg van de grote toestroom aan inkeerders. Deze vraag en andere vragen zullen de komende tijd in procedures beantwoord worden. Heeft u het idee dat er in uw geval niet voortvarend is gehandeld, dan adviseren wij u in beroep te gaan tegen de opgelegde of nog op te leggen navorderingsaanslagen. Uiteraard kunnen en willen wij u hier graag bij terzijde staan.

5 Maanden is snel genoeg

Volgens het Gerechtshof in Arnhem - Leeuwarden d.d. 23 april 2013  is een tijdsverloop van 5 maanden vlot genoeg. Hof Arnhem - Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur het tijdsverloop dat noodzakelijkerwijs is gemoeid met het verkrijgen van de inlichtingen die nodig zijn voor het bepalen van de verschuldigde belasting niet heeft overschreden. De inspecteur heeft vijf maanden stilgezeten, maar dit is, gelet op de complexiteit van het dossier en de werkdruk bij de Belastingdienst, niet disproportioneel.

Deel deze pagina

Laatste update op 14-07-2017
Artikel gemaakt op 09-05-2010
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Landendesk Inkeerregeling Inkeerregeling 12 jaar

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap