Inkomsten verplaatsen naar buitenland via constructie
Stel je eens voor, je denkt in het verleden een veilige en slimme fiscale route te hebben bedacht en dan valt jaren later alsnog een navorderingsaanslag van miljoenen met rente en boete op je deurmat. Dit overkwam een cardioloog die ooit meewerkte aan een baanbrekende medische innovatie. De belastingdienst kwam hem op spoor via een zorgvuldig internationaal onderzoek en legde navorderingsaanslagen met een inkomen van bijna € 4.000.000 op. Toen de cardioloog de schrik te boven was zag hij ook nog een vergrijpboete van € 1.500.000 op de aanslag staan. En daarna zag zijn vrouw nog € 660.000 aan rente op de aanslag. Gelukkig had de cardioloog een sterk hart.
In dit artikel behandelen wij de fiscale procedure die een mooi inzicht geeft in de zorgvuldige onderzoeken van de belastingdienst waarbij internationale gegevensuitwisseling een belangrijke rol heeft gespeeld. Ook kwamen er brieven en excel bestanden aan de orde die diep onder de lade lagen.
Mega boete van tafel maar aanslag blijft.
De Rechtbank Zeeland West Brabant heeft op 7 juli 2025 (ECLI:NL:RBZWB:2025:4267) deed uitspraak over de volgende situatie
- Een cardioloog was getrouwd en heeft 3 kinderen, hij woont met zijn gezin in Nederland
- In 1997 heeft de cardioloog zijn royalty rechten verkocht aan zijn zwager voor 100.000 gulden, over dit bedrag wordt in Nederland belasting betaald
- De zwager woont in België (en volgens de Zwager woont hij in Monaco, een land met een fiscaal vriendelijk stelsel)
- In 2007 ontving de cardioloog in totaal € 2.300.000 van zijn zwager als schenking
- In 2008 verkocht de zwager de rechten aan een Zweedse vennootschap voor € 11.000.000
- Uit een internationaal (strafrechtelijk) onderzoek - inzake de zwager - in België en Monaco komen allerlei stukken boven water. Dit zowel bij de zwager als bij de belastingadviseur van de zwager.
- In 2010 sluit de zwager een overeenkomst met de belastingdienst
- In 2011 stuurt de Belgische fiscus (of FIOD) informatie naar de belastingdienst in Nederland. In 2012 wordt een strafrechtelijk onderzoek in Nederland opgestart.
- In 2017 wordt het dossier van de FIOD overgedragen aan de belastingdienst in Nederland
Fiscale beoordeling van deze feiten over tover truc royalty's
De cardioloog heeft op een slimme wijze geprobeerd om belast inkomen om te zetten in belastingvrije schenkingen. Dit komt via een strafrechtelijk onderzoek in België (en Monaco) in beeld bij de Nederlandse FIOD en de belastingdienst. Het volgende speelt hier
- Nieuw feit: volgens de rechtbank is sprake van een nieuw feit dat navordering kan rechtvaardigen
- Termijn navordering: de verlengde navorderingstermijn (12 jaar in plaats van 5 jaar) is toepasbaar omdat het inkomen uit het buitenland kwam
- Voortvarend handelen: hoewel het onderzoek jaren heeft geduurd is er geen sprake geweest van onverklaarbare stilstand in de procedure
- Boete: de boete wordt vernietigd, zie hierna waarom.
- Proceskostenvergoeding: de cardioloog krijgt een proceskostenvergoeding van € 20.000
Informatie niet in dossier en onrechtmatig verkregen bewijs
Geheimhouding stukken fiscale dossier: De inspecteur wil niet alle informatie uit zijn dossier verstrekken (8:29 AWB). De rechtbank wijst dit deels toe. Volgens de rechter zijn echter niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken verstrekt (8:42 AWB). De inspecteur stelt dat de informatie uit Monaco komt en dat hij dit niet zomaar mag verstrekken, dit is flauwekul volgens de rechtbank.
Er is sprake van schending van het "zo zeer indruist criterium". Dit criterium komt uit een aantal uitspraken van de Hoge Raad (zie artikel), de eerste is uit 1992. Dit criterium houdt in dat het gebruik van bewijsmateriaal slechts dan niet is toegestaan, indien het is verkregen op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik ervan onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. De inspecteur wist dat Monaco geen toestemming heeft gegeven om bepaalde bijlagen te gebruiken, de stukken zijn echter wel gebruikt in het onderzoek. Gebruik van deze informatie is - volgens de rechter - in strijd met de goede verdragstrouw en druist in tegen een behoorlijk handelende overheid. Het gebruik van deze bijlagen is daarom ontoelaatbaar.
Daarna kan de rechter beslissen welke gevolgen hieraan worden verbonden, in het beste geval (voor de cardioloog) kan de aanslag naar de prullenbak. Zover gaat de rechter echter niet. De stukken worden uitgesloten maar de stukken die zijn opgemaakt op grond van deze stukken mogen wel worden gebruikt. Via een u bocht (en verwijzing naar Hoge Raad d.d. 31 januari 2025 ECLI:NL:HR:2025:154) stelt de rechtbank dat het zorgvuldigheidsbeginsel er niet direct aan in de weg staat dat de belastingdienst (inspecteur) gebruik heeft gemaakt van strafrechtelijk onrechtmatig verkregen bewijs, indien de inspecteur ook via een andere weg (op andere wijze) aan de stukken had kunnen komen.
Mega vergrijpboete wordt vernietigd
Diverse stukken worden uitgesloten maar de navorderingsaanslag blijft in stand. Vervolgens gaat de rechter er eens goed voor zitten. Kan de vergrijpboete van € 750.000 wel in stand blijven?
- De rechtbank stelt voorop dat de aanwezigheid van een beboetbaar feit alleen kan worden aangenomen als de daarvoor vereiste feiten en omstandigheden buiten redelijke twijfel zijn komen vast te staan. Dit dient begrepen te worden als ‘doen blijken’, dat wil zeggen: ‘overtuigend aantonen (zie Hoge Raad d.d. 8 april 2022 ECLI:NL:HR:2022:526)
- De inspecteur dient dus overtuigend aan te tonen dat het aan (voorwaardelijk) opzet van belanghebbende is te wijten dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld. Onder opzet wordt verstaan het willens en wetens handelen. De ondergrens van opzet wordt gevormd door voorwaardelijke opzet. Daarvoor moet vaststaan (i) dat belanghebbende wetenschap had van de aanmerkelijke kans dat de verweten gedraging zich voordoet, en (ii) dat hij deze kans bovendien bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen).
Naar het oordeel van de rechtbank is de inspecteur niet in zijn bewijslast geslaagd. De inspecteur heeft met alles wat hij heeft overgelegd en aangevoerd niet overtuigend bewezen dat belanghebbende (voorwaardelijke) opzet had tot het doen van een onjuiste aangifte over het onderhavige jaar. Niet is buiten redelijke twijfel komen vast te staan dat de zwager van belanghebbende de royalty’s niet (in zekere mate) zelf heeft gehouden.