Niet-geïntegreerde zonnepanelen roerende zaak voor omzetbelasting
In het arrest van de Rechtbank Gelderland van 21 november 2016, nr. AWB 16/2443 kwam de vraag aan de orde of niet geïntegreerde zonnepanelen een als roerende zaak voor de omzetbelasting aangemerkt dient te worden.
De casus
Belastingplichtige heeft in 2014 (niet-geïntegreerde) zonnepanelen op het dak van zijn woning geplaatst. De zonnepanelen zijn aangesloten op het elektriciteitsnet van de woning. De energie die niet door belastingplichtige wordt gebruikt, wordt geleverd aan de energiemaatschappij. De omzetbelasting in verband met de aanschaf van de zonnepanelen heeft belastingplichtige volledig als voorbelasting in aftrek gebracht en terug ontvangen. Belastingplichtige nam het standpunt in dat de zonnepanelen bestanddelen van de woning zijn geworden omdat zij na installatie hun fysieke en economische eigenschappen hebben verloren.
Oordeel van de Rechtbank
De Rechtbank is verzocht antwoord te geven op de vraag of de zonnepanelen roerend of onroerend zijn. De Rechtbank antwoordt hierop dat zij het niet van belang acht dat de zonnepanelen onlosmakelijk met de woning zijn verbonden, maar wel of deze niet gemakkelijk te demonteren en te verplaatsen zijn (HvJEU 16 januari 2003, Maierhofer, ECLI:EU:2003:23). Daar de zonnepanelen op het dak van belastingplichtige zijn aangebracht en niet zijn geïntegreerd, is de Rechtbank van oordeel dat sprake is van zonnepanelen die relatief eenvoudig zijn te demonteren en te verplaatsen. De zonnepanelen dienen derhalve als roerende goederen aangemerkt te worden. Hierbij acht de Rechtbank het niet relevant dat de zonnepanelen door middel van elektriciteitskabels zijn aangesloten op het elektriciteitsnet van de woning.
Wilt u meer weten over de gevolgen voor de omzetbelasting ten aanzien van roerende en / of onroerende goederen, neem dan contact op met de auteur van dit artikel.
Zonnepanelen en afschrijving ten laste van de winst
Zonnepanelen liggen vaak op daken van een woning of een bedrijfsgebouw. Het is dan de vraag binnen welke periode de zonnepanelen kunnen worden afgeschreven. In een procedure bij de Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 24 april 2023 (ECLI:NL:RBZWB:2023:2769) en in hoger beroep bij het Gerechtshof 's Hertogenbosch d.d. 14 mei 2025 (ECLI:NL:GHSHE:2025:1321) kwam dit aan de orde. Een woningcorporatie heeft (niet geïntegreerde) zonnepanelen op bestaande dakbedekkingen van huurwoningen geplaatst (investering 1 miljoen). De woningcorporatie wil deze zonnepanelen sneller afschrijven dan de gebouwen. Ze brengen die keurig bij de belastingdienst onder hun aandacht. In de aangifte vennootschapsbelasting worden de zonnepanelen geactiveerd als onderdeel van de fiscale boekwaarde van de huurwoningen en vervolgens wordt bezwaar aangetekend tegen de ingediende aangifte vennootschapsbelasting (op moment dat aanslag VPB 2016 is ontvangen). De inspecteur, rechtbank en het gerechtshof zijn het niet met de woningcorporatie eens. Hof Den Bosch oordeelt dat de zonnepanelen als onroerende zaken in de zin van artikel 3:3, lid 1, BW kwalificeren en onderdeel zijn geworden van de gebouwen in de zin van artikel 3.30a, lid 2, eerste volzin, Wet IB 2001. De werktuigenvrijstelling mist toepassing. Wellicht kan via de route "lagere bedrijfswaarde" nog een oplossing worden gevonden, maar dit is tijdens de procedure niet gesteld.
Meer weten van zonnepanelen roerende zaak voor omzetbelasting
- BTW-ondernemschap en zonnepanelen
- BTW verhoging van 6 naar 9
- BTW regels waardebonnen
- Zonnepanelen en BTW terugvragen
- Aftrek BTW voor kosten DGA
- Omzetbelasting horeca
- BTW managementdiensten
- Sale en leaseback en omzetbelasting
- Verkoop pand en naheffing BTW
- Zonnepanelen belastingen 2023
- In wezen nieuwbouw en BTW
- Kleine ondernemersregeling zonnepanelen
- Contributie en omzetbelasting
- Garagebox en BTW
- Fiscale afschrijving zonnepanelen