Het leveren van zonne-energie leidt tot BTW-ondernemerschap.
Recentelijk heeft het EU Hof van Justitie (HvJ 20 juni 2013, nr. C-219) in een Oostenrijkse zaak geoordeeld dat de exploitatie van een zonnepaneel, waarbij structureel energie wordt geleverd aan het elektriciteitsnet, een economische activiteit is waarover BTW moet worden berekend.
BTW administratie - aftrek voorbelasting
Waar particulieren in het verleden alleen over de per saldo afgenomen elektriciteit aan het energiebedrijf BTW betaalden (salderen van BTW), daar moet voortaan in twee richtingen BTW in rekening worden gebracht. Iedereen met zonnepanelen zal zich als BTW-ondernemer moeten laten inschrijven, nota’s versturen en aangifte omzetbelasting moeten doen. Helaas kan dat wat administratieve rompslomp met zich meebrengen. Dit alles heeft echter wel als positief gevolg dat de exploitant de BTW op de investering in de zonnepanelen kan terugvragen.
Tijdig BTW terugvragen
Volgens het Gerechtshof 's Hertogenbosch moet u tijdig de BTW terugvragen. Henk laat zonnepanelen installeren op zijn eigen woning in maart 2013. Vanaf juli 2013 levert Henk stroom aan het elektriciteitsnet. In juni 2013 meldt Henk zicht bij de Belastingdienst als BTW ondernemer en vraagt hij ongeveer € 2.000 BTW terug (op de aankoop in maart 2013). Volgens de Rechtbank is het verzoek om teruggave te laat ingediend. Over het eerste kwartaal 2013 heeft Henk geen BTW aangifte ontvangen, in dit kwartaal heeft hij echter de BTW voldaan. De Belastingdienst had wel een BTW biljet moeten verstrekken. Henk krijgt alsnog de BTW terug. Uitspraak Gerechtshof 's Hertogenbosch d.d. 4 mei 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:1876)
KO-regeling
In vele gevallen zal de afdracht van BTW achterwege kunnen blijven door de werking van de kleine ondernemersregeling. Deze regeling is van toepassing op ondernemers die na aftrek van voorbelasting in een jaar minder dan €1.883 moeten afdragen. Zij kunnen 2,5 maal het verschil tussen het bedrag van €1.883 en het bedrag dat zij verschuldigd zijn, in mindering brengen op de afdracht.
Zonnepanelen en afschrijving ten laste van de winst
Zonnepanelen liggen vaak op daken van een woning of een bedrijfsgebouw. Het is dan de vraag binnen welke periode de zonnepanelen kunnen worden afgeschreven. In een procedure bij de Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 24 april 2023 (ECLI:NL:RBZWB:2023:2769) en in hoger beroep bij het Gerechtshof 's Hertogenbosch d.d. 14 mei 2025 (ECLI:NL:GHSHE:2025:1321) kwam dit aan de orde. Een woningcorporatie heeft (niet geïntegreerde) zonnepanelen op bestaande dakbedekkingen van huurwoningen geplaatst (investering 1 miljoen). De woningcorporatie wil deze zonnepanelen sneller afschrijven dan de gebouwen. Ze brengen die keurig bij de belastingdienst onder hun aandacht. In de aangifte vennootschapsbelasting worden de zonnepanelen geactiveerd als onderdeel van de fiscale boekwaarde van de huurwoningen en vervolgens wordt bezwaar aangetekend tegen de ingediende aangifte vennootschapsbelasting (op moment dat aanslag VPB 2016 is ontvangen). De inspecteur, rechtbank en het gerechtshof zijn het niet met de woningcorporatie eens. Hof Den Bosch oordeelt dat de zonnepanelen als onroerende zaken in de zin van artikel 3:3, lid 1, BW kwalificeren en onderdeel zijn geworden van de gebouwen in de zin van artikel 3.30a, lid 2, eerste volzin, Wet IB 2001. De werktuigenvrijstelling mist toepassing. Wellicht kan via de route "lagere bedrijfswaarde" nog een oplossing worden gevonden, maar dit is tijdens de procedure niet gesteld.
Conclusie
Een milieuvriendelijke investering in een zonnepaneel is nu wat aantrekkelijker!