Fiscale afschrijving zonnepanelen
Binnen welke periode kun je zonnepanelen afschrijven? Volgt het zonnepaneel het "gebouw" of kun je deze zien als apart bedrijfsmiddel? In dit artikel behandelen wij een uitspraak van het Gerechtshof 's Hertogenbosch uit 2025.
Zonnepanelen en afschrijving ten laste van de winst
Zonnepanelen liggen vaak op daken van een woning of een bedrijfsgebouw. Het is dan de vraag binnen welke periode de zonnepanelen kunnen worden afgeschreven. In een procedure bij de Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 24 april 2023 (ECLI:NL:RBZWB:2023:2769) en in hoger beroep bij het Gerechtshof 's Hertogenbosch d.d. 14 mei 2025 (ECLI:NL:GHSHE:2025:1321) kwam dit aan de orde. Een woningcorporatie heeft (niet geïntegreerde) zonnepanelen op bestaande dakbedekkingen van huurwoningen geplaatst (investering 1 miljoen). De woningcorporatie wil deze zonnepanelen sneller afschrijven dan de gebouwen. Ze brengen die keurig bij de belastingdienst onder hun aandacht. In de aangifte vennootschapsbelasting worden de zonnepanelen geactiveerd als onderdeel van de fiscale boekwaarde van de huurwoningen en vervolgens wordt bezwaar aangetekend tegen de ingediende aangifte vennootschapsbelasting (op moment dat aanslag VPB 2016 is ontvangen). De inspecteur, rechtbank en het gerechtshof zijn het niet met de woningcorporatie eens. Hof Den Bosch oordeelt dat de zonnepanelen als onroerende zaken in de zin van artikel 3:3, lid 1, BW kwalificeren en onderdeel zijn geworden van de gebouwen in de zin van artikel 3.30a, lid 2, eerste volzin, Wet IB 2001. De werktuigenvrijstelling mist toepassing.
Noot fiscaal jurist inzake fiscale kant zonnepanelen
De komende jaren zullen er wel meer procedures volgens over zonnepanelen. De discussie zal ontstaan over BTW, herinvesteringsreserves, afschrijvingen en onderhoudskosten. In bovenstaande procedure zou in de nabije toekomst nog een discussie kunnen worden gevoerd over een "lagere bedrijfswaarde", maar dit is tijdens deze procedure niet gesteld.
Ook is het de vraag of een zonnepanelen installatie ook onderdeel is van het gebouw. Volgens een standpunt van de kennisgroep van de Belastingdienst d.d. 3 december 2024 (KG:213:2024:7) kan soms wel sneller worden afgeschreven, hierbij was wel een apart opstalrecht gevestigd op de zonnepanelen. In een dergelijk geval - is volgens de kennisgroep - geen sprake van een afschrijvingsbeperking ex artikel 3.30a wet IB 2021, de zonnepanelen zijn dus geen onderdeel van het gebouw. Als het zonnepaneel wordt verhuurd aan de huurder ligt dit anders. Voor de afschrijvingsbeperking is het van belang dat een zonnepaneel onderdeel is geworden van het gebouw, dit wordt benaderd via de route van artikel 3:3 BW, deze stelt:
- “Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.”
Van een onderdeel van een gebouw is sprake als een zonnepaneel onmiddelijk en (nagenoeg) uitsluitend dienstbaar is aan het gebouw, zie voor een toelichting Hoge Raad 17 januari 2020 ECLI:NL:HR:2020:64. Hiervan is sprake als de installatie een functionele en technische eenheid vormt met het pand of gebouw. Dit speelt als de opbrengst (stroom) die wordt geleverd uitsluitend of nagenoeg uitsluitend wordt gebruikt ten behoeve van de stroomvoorziening van het gebouw (de huurder/ gebruiker). Als de stroom direct wordt teruggeleverd of verkocht is hiervan geen sprake.
Als een zonnepanelen installatie onderdeel is van gebouw zal ook de WOZ waarde hoger worden vastgesteld.