De vereenvoudigde factuur en Btw
Om in aanmerking te komen voor BTW aftrek mag je tegenwoordig een vereenvoudigde factuur of kassabvon gebruiken als het factuurbedrag niet hoger is dan € 100 en voldoet aan een aantal harde factuur vereisten. In dit artikel een toelichting.
Wanneer mag je gebruik maken van een vereenvoudigde factuur?
Een vereenvoudigde factuur, zeg maar de reguliere kassabon,mag in Nederland en de EU alleen worden gebruikt onder bepaalde voorwaarden. De regels komen uit de EU-BTW-richtlijn (2006/112/EG, art. 220a en 238) en zijn in Nederland uitgewerkt in de Wet op de omzetbelasting 1968 (art. 35a en 35b OB) en het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968.
Een vereenvoudigde factuur mag worden uitgereikt wanneer:
- Het factuurbedrag (inclusief BTW) niet hoger is dan € 100;
- Het gaat om een factuur voor correcties (bijvoorbeeld een creditfactuur);
- De Belastingdienst toestemming geeft om vereenvoudigde facturen te gebruiken (bijv. in branches met veel kleine betalingen, zoals horeca of detailhandel).
Wanneer mag je geen vereenvoudigde facdtuur uitreiken?
Dit mag niet indien sprake is van:
- Intracommunautaire leveringen
- Afstandverkopen
- Levering van goederen en diensten in een EU land waar je niet bent gevestigd en waarbij de BTW is verlegd naar de afnemer
- Levering van goederen en diensten in een EU land waar je wel een vaste inrichting hebt maar waarbij deze vaste inrichting niet is betrokken en de BTW is verlegd naar de afnemer
Recht op aftrek bij een vereenvoudigde factuur
Het recht op aftrek van voorbelasting (BTW-teruggave) kan in principe ook worden gebaseerd op een vereenvoudigde factuur, maar dat geldt niet onbeperkt. Een ondernemer mag de BTW op een vereenvoudigde factuur in aftrek brengen als:
De factuur aan de voorwaarden voldoet
- Datum van uitreiking
- Gegevens leverancier (naam + adres)
- Aard van de goederen/diensten
- BTW-bedrag óf gegevens waarmee dit berekend kan worden
De factuur in aanmerking komt voor vereenvoudiging
- Bedrag ≤ € 100 inclusief BTW
- Of het betreft een correctiefactuur (creditfactuur)
- Of er is toestemming van de Belastingdienst om vereenvoudigde facturen te gebruiken
Het gaat om belaste prestaties
De geleverde goederen of diensten moeten daadwerkelijk gebruikt worden voor belaste bedrijfsactiviteiten (zoals bij normale facturen).
Met een vereenvoudigde factuur is aftrekrecht niet toegestaan bij:
- Intracommunautaire leveringen (binnen de EU met 0%-tarief)
- Leveringen/diensten waar de BTW wordt verlegd naar de afnemer
- Export buiten de EU
Voorbeeld vereenvoudigde factuur voor de omzetbelasting
Een ondernemer koopt kantoorartikelen bij een winkel. Hij krijgt een bon van € 80 incl. BTW met de naam van de winkel, datum, omschrijving van de artikelen en het BTW-bedrag.
Tip: Als je de ‘kassabon’ contant hebt betaald bestaat er altijd het risico dat de belastingdienst de aftrek weigert. (Immers je kunt het bonnetje op straat hebben gevonden…) Wij adviseren om altijd met de zakelijke pinpas te betalen!
Toegepast foutief btw-percentage op een vereenvoudigde factuur.
Het Hof van Justitie heeft in haar uitspraak van 01-08-2025 (Finanzamt Österreich (TVA facturée par erreur à des consommateurs finals II) C-794/23) de toepassing verduidelijkt van artikel 203 btw-richtlijn betreffende onjuist gefactureerde btw-bedragen, met een focus op vereenvoudigde facturen en de mogelijkheid van schattingen.
De Oostenrijkse vennootschap P GmbH, exploitant van een binnenspeeltuin, paste in 2019 ten onrechte een btw-tarief van 20% toe op toegangsgelden, terwijl het verlaagde tarief van 13% van toepassing was. P GmbH reikte meer dan 22.000 vereenvoudigde kassabonnen uit, zoals bedoeld in artikel 238 btw-richtlijn. Na correctie van haar btw-aangifte weigerde de belastingdienst de herziening. Een eerdere uitspraak van het HvJ in zaak C-378/21, Finanzamt Österreich, stelde vast dat geen btw verschuldigd is op een onjuiste factuur aan een eindverbruiker zonder recht op aftrek, omdat dan geen gevaar bestaat voor verlies van belastinginkomsten. Met andere woorden; Levert u uitsluitend aan particulieren en heeft u een foutief te hoog btw-percentage toegepast dan heeft u wellicht recht op teruggave van btw.
In deze zaak draaide het om de afbakening wanneer een deel van de klanten wel belastingplichtigen zouden kunnen zijn. Het Bundesfinanzgericht schatte dat voor 0,5% van de omzet belasting verschuldigd was, wat neerkwam op ongeveer 112 van de 22.557 facturen, waarvoor een gevaar voor verlies van belastinginkomsten bestond.
Het Hof van Justitie oordeelt in navolging van de A-G alsvolgt:
1. Belastingschuld bij niet-belastingplichtige
Een btw-plichtige is geen btw verschuldigd op grond van artikel 203 btw-richtlijn voor onjuiste facturen uitgereikt aan een niet-belastingplichtige. Dit geldt zelfs indien hij ook andere onjuiste facturen aan wél belastingplichtigen heeft uitgereikt (waarvoor dan wel btw verschuldigd is). De beoordeling van het gevaar voor verlies van belastinginkomsten moet per specifieke factuur plaatsvinden. De zogenaamde "besmettingsgedachte", waarbij één factuur alle facturen zou "besmetten", is vreemd aan het btw-recht en strijdig met het evenredigheidsbeginsel.
2. Definitie "eindverbruiker zonder recht op aftrek"
Dit begrip omvat uitsluitend een niet-belastingplichtige. Belastingplichtigen die de dienst voor privédoeleinden of voor andere niet-aftrekbare doeleinden gebruiken, vallen niet onder dit begrip. Het gevaar voor verlies van belastinginkomsten bestaat ook in deze gevallen, omdat de belastingdienst moeilijk tijdig kan vaststellen of materieelrechtelijke gronden aan een formele aftrek in de weg staan, zoals eerder is benadrukt in arresten als C‑566/07, Stadeco en C‑642/11, Stroy trans. Artikel 203 legt in zoverre een risicoaansprakelijkheid vast.
3. Criteria voor schatting bij vereenvoudigde facturen
De btw-richtlijn bevat geen specifieke regels over stelplicht en bewijslast. Dit valt onder de procedurele autonomie van de lidstaten, met inachtneming van het gelijkwaardigheids- en doeltreffendheidsbeginsel. Het Unierecht verzet zich niet tegen een schatting door de belastingdienst of nationale rechter om de heffingsgrondslag te bepalen, mits deze in overeenstemming is met de beginselen van fiscale neutraliteit en evenredigheid. Dit is eerder bevestigd in arresten als C‑648/16, Fontana en C‑576/15, Maya Marinova.
De schatting moet nauwkeurig, betrouwbaar en actueel zijn. Relevante criteria zijn de aard van de prestatie en de typische klantenkring. Bij diensten die overwegend aan niet-belastingplichtigen worden verleend (zoals een binnenspeeltuin), moet een voorzichtige schatting worden gemaakt. Ook wie de fout heeft veroorzaakt en de medewerking van de opsteller van de factuur kunnen relevant zijn. De belastingplichtige moet, met inachtneming van zijn recht van verweer, de met deze methode verkregen uitkomst ter discussie kunnen stellen, waarbij het vereiste bewijsniveau niet buitensporig hoog mag zijn. De fiscale neutraliteit wordt gewaarborgd door de mogelijkheid tot correctie wanneer het gevaar voor verlies van belastinginkomsten tijdig en volledig is uitgeschakeld, zoals gesteld in arresten als C‑835/18, Terracult en C‑606/22, Dyrektor Izby Administracji Skarbowej w Bydgoszczy.
Heeft u vragen over uw eigen situatie ten aanzien van het juiste btw percentage of twijfelt u bijvoorbeeld aan uw aftrekrecht? Neem dan gerust eens contact op met een van onze fiscaal juristen.
Vragen over factuurvereisten of juiste BTW percentage?
Meer weten van vereenvoudigde factuur btw
- Factuurvereisten
- Geen presestatie en BTW op factuur
- Nieuw besluit vrijstelling medische prestaties
- DGA BTW Ondernemer
- BTW-ondernemschap en zonnepanelen
- Crypto en omzetbelasting
- Fiscale eenheid omzetbelasting eisen
- Kennisgroep Omzetbelasting
- Contributie en omzetbelasting
- Omzetbelasting en management fee