print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Formeel belastingrecht

Wanneer navorderingsaanslag

U krijgt een navorderingsaanslag als u volgens de Belastingdienst meer belasting zou moeten betalen dan eerder definitief is berekend (kan ook minder zijn, maar dit komt zelden voor). Navorderingsaanslagen worden meestal opgelegd in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting (erfbelasting en schenkbelasting kan ook).

Wanneer mag de Belastingdienst een navorderingsaanslag opleggen?

De Belastingdienst beoordeelt uw aangifte, legt een definitieve aanslag op en het geld wordt uitbetaald. Normaal bent u dan klaar en is het jaar afgerond. In uitzonderingsgevallen mag de Belastingdienst terugkomen op haar standpunt. De belangrijkste gevallen zijn:

  1. Er is sprake van een nieuw feit (iets wat nog niet bekend was of bekend kon zijn);
  2. Schatting is onjuist;
  3. Kwade trouw bij belastingplichtige;
  4. U heeft geen aangifte gedaan;
  5. Er is sprake van een (duidelijke) type- of computerfout (en deze fout is voor u redelijkerwijs kenbaar).

Tot wanneer kan een navorderingsaanslag worden opgelegd?

Een navorderingsaanslag kan worden opgelegd binnen 5 jaar na het einde waarin uw belastingschuld is ontstaan. Betreft het inkomsten of vermogen uit het buitenland, dan bedraagt de termijn 12 jaar. Als u uitstel heeft gehad voor het indienen van de aangifte, dan moet u deze termijn bij de genoemde 5 of 12 jaar optellen.

Aangifte wordt uitgeworpen maar geen nieuw feit

De Hoge Raad oordeelt in 2022 over een situatie dat een aangifte inkomstenbelasting (over 2012) wordt uitgeworpen in het systeem van de belastingdienst. De vraag is of de inspecteur zich kan beroepen op een nieuw feit als een aangifte door haar eigen systeem wordt uitgeworpen ter controle en de inspecteur er verder niet naar kijkt. Opmerkelijk is dat de Hoge Raad concludeert dat de inspecteur zich gewoon kan beroepen op een nieuw feit dat navordering kan opleveren. Dit arrest is eigenlijk een bevestiging van de "niet onwaarschijnlijke mogelijkheid" zoals opgenomen in artikel 16 AWR (lid 2 letter c). De criteria die bepalen dat een aangifte moet worden uitgeworpen zijn kennelijk niet direct relevant voor een onderzoeksplicht voor de inspecteur. De belastingplichtige had wellicht een brief aan de Belastingdienst moeten sturen waarin hij of zij het negatieve resultaat uit overige werkzaamheden zou toelichten, als dit zou zijn gebeurd dan is er geen sprake van een nieuw feit. De onderzoeksplicht van de inspecteur is altijd een feitelijke aangelegenheid. Het is dus cruciaal dat belanghebbende alle feiten juist en volledig in beeld heeft. De Hoge Raad deed op 15 juni 2018 ook een uitspraak, in deze uitspraak (arrest) moest de inspecteur wel een onderzoek instellen als een aangifte wordt uitgeworpen. In deze casus werden er door de inspecteur wel vragen gesteld, in de casus uit 2022 niet.

Noot fiscaal jurist over navorderingsaanslagen

Vrijwel maandelijks behandelen wij in bezwaar of beroep situaties waarbij er een navorderingsaanslag is opgelegd. De kern van de vraag is dan: "mag het?" In dit onderdeel een aantal voorbeelden uit onze praktijk

  1. Kenbare fout of niet: in een mooie conclusie van de Advocaat-Generaal (20 februari 2018/ ECLI:NL:PHR:2018:180). De basis is dat de Belastingdienst slechts in uitzonderingsgevallen een navorderingsaanslag mag opleggen. Door de verregaande automatisering is de kans op fouten (bewust) groter geworden. De wet is hierop wel aangepast, bij computerfoutjes mag de Belastingdienst (meestal) ook navorderen. Een beoordelingsfout is echter geen kenbare fout (artikel 16 lid 2 letter c AWR), volgens de Hoge Raad op 27 juni 2014 (ECLI:NL:HR:2014:1528). Wat is een beoordelingsfout? Dit is een fout die wordt gemaakt door de Inspecteur omdat hij de wet of de feiten niet goed heeft toegepast. Meestal moet de aangifte dan wel door een mens worden beoordeeld. Als de Belastingdienst met ondeskundige of slordige mensen werkt, moet het niet zo kunnen zijn dat kan worden nagevorderd.
  2. In één oogopslag een fout zien: een fout moet redelijkerwijs kenbaar zijn. Kenbaar moet je volgens normaal spraakgebruik opvatten. De belastingplichtige moet het dus in één oogopslag kunnen zien. Zie voor een voorbeeld het arrest van de Hoge Raad op 10 januari 2014 (ECLI:NL:HR:2014:8).
  3. Feit moet nieuw zijn: de Belastingdienst heft soms te weinig belasting omdat ze niet alles weten of kunnen weten. Het kan ook zijn dat belastingambtenaren of computers van de Belastingdienst langs elkaar heen werken. Als de Belastingdienst (lees: de Inspecteur) wil navorderen, dan moet er sprake zijn van een nieuw feit dat hij niet wist of niet kon weten. Daarnaast moet de belastingplichtige te kwader trouw zijn. In een aantal gevallen mag de Belastingdienst ook zonder nieuw feit of kwade trouw naheffen (bijvoorbeeld verkeerde verrekening voorlopige aanslag / verliesverrekening etc). Of een feit nieuw genoeg is, is vaak onduidelijk. De Inspecteur moet op de door u verstrekte informatie kunnen vertrouwen, maar moet ook zorgvuldig zijn en indien nodig nader onderzoek instellen. Hierbij moet hij ook gebruik maken van de informatie die binnen de Belastingdienst bekend is (of bekend had kunnen zijn). Als de ambtenaren niet goed samenwerken is veelal een navorderingsaanslag niet mogelijk.
  4. Deskundige adviseur helpt niet echt: In een procedure bij het Gerechtshof Amsterdam d.d 14 augustus 2018 (ECLI:NL:GHAMS:2018:3088) wordt door de inspecteur een veel te lage winstcorrectie opgelegd. De inspecteur komt hier na het opleggen van de definitieve aanslag (in bezwaar door belastingplichtige) achter. De inspecteur legt een navorderingsaanslag op. Kan dit zomaar? De fout is te wijten aan een onjuist inzicht van de inspecteur, dan kan de inspecteur navorderen. De fout moet bij de belastingplichtige wel kenbaar zijn. Via een fictie moet een fout kenbaar zijn als de verschuldigde belasting meer dan 30% afwijkt. Dat is hier het geval. De uitweg is dan nog dat de belastingplichtige mocht aannemen dat de aanslag juist was. Dat is volgens het hof  niet het geval. De correctie stond in brieven van de Belastingdienst en de belastingplichtige is bijgestaan door een adviseur. De vrouw had beter geen bezwaar kunnen maken, tenminste daar lijk het op.

Vragen over navorderingsaanslagen

Wij adviseren regelmatig ondernemers en particulieren bij navorderingsaanslagen. Zijn er vragen, stuur gerust een e-mail of bel ons.

Deel deze pagina

Laatste update op 16-05-2022
Artikel gemaakt op 03-04-2018
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht Wanneer navorderingsaanslag

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap