Bezwaarschrift niet ontvankelijk
Wij zijn als kantoor regelmatig betrokken bij bezwaar- en beroepsprocedures. Een succesvolle procedure tegen de Belastingdienst begint bij voldoende kennis van de materie en een bezwaarschrift dat tijdig en overeenkomstig de voorwaarden wordt ingediend, het bezwaarschrift moet derhalve ontvankelijk zijn.
De bezwaarfase
U krijgt een aanslag en u bent het hier niet mee eens. U dient een bezwaarschrift in tegen het standpunt van de belastinginspecteur. De inspecteur moet vervolgens een uitspraak doen op uw bezwaarschrift. De inspecteur heeft dan drie opties:
- De inspecteur komt aan uw bezwaren (geheel of gedeeltelijk) tegemoet.
- Uw bezwaarschrift is niet ontvankelijk.
- De inspecteur wijst het bezwaarschrift af.
Wat staat er in een bezwaarschrift?
In uw schriftelijke bezwaarschrift moet u tenminste de volgende onderdelen opnemen:
- Uw naam, adres en woonplaats.
- Dagtekening.
- Omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar zich richt (meestal nummer aanslag).
- Gronden van het bezwaar.
- Ondertekening.
Tevens kunt u verzoeken om het volgende:
- Dossierinzage.
- Kostenvergoeding.
- Mediation.
- Schriftelijke bevestiging ontvangst bezwaarschrift.
Voor een voorbeeld bezwaarschrift kunt u dit model gebruiken.
Afwijzing of niet ontvankelijk
Als de inspecteur het bezwaarschrift afwijst, heeft hij / zij het wel inhoudelijk beoordeeld, maar is van mening dat uw bezwaren (deels) geen hout snijden. De motivering is onvoldoende om de aanslag te verminderen. Na een dergelijke afwijzing kunt u in beroep.
Als een bezwaarschrift niet ontvankelijk wordt verklaard, dan is de inspecteur niet inhoudelijk op uw bezwaarschrift ingegaan. Meestal zal dit zo zijn als uw bezwaarschrift te laat is of niet aan de genoemde vormvereisten voldoet. De inspecteur kan dan soms wel besluiten om ambtshalve aan uw bezwaren tegemoet te komen. Tegen een ambtshalve beslissing kunt u niet in beroep, tegen een niet ontvankelijkheid wel. U komt dan niet in beroep tegen de beschikking, maar tegen de niet ontvankelijkheidsverklaring. Als de rechter het met u eens is, krijgt u meestal ook een beperkte onkostenvergoeding (ongeveer € 200 en restitutie van griffierechten).