print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Formeel belastingrecht

Geen schending gelijkheidsbeginsel artiest en actrice

Het Gerechtshof Amsterdam heeft op 17 augustus 2021 in twee zaken uitspraak gedaan. In beide gevallen gaat het om de vraag of iemand wel of niet als ondernemer voor de inkomstenbelasting kwalificeert. Het betreft een artiest en een actrice. De argumenten zijn aan elkaar gelijk: het gelijkheidsbeginsel zou zijn geschonden. Het gelijkheidsbeginsel vereist dat gelijke gevallen gelijk worden behandeld. In beide gevallen komt het gerechtshof tot het oordeel dat het gelijkheidsbeginsel niet geschonden is. In dit artikel een toelichting op de uitspraak van de rechtbank, de uitspraak van het gerechtshof en een toelichting op het gelijkheidsbeginsel.

Rechtbank over ongelijke behandeling artiest en actrice

Het geschil ziet op de vraag of het gelijkheidsbeginsel is geschonden. In de rechtbankfase hebben de artiest en actrice zelfstandige procedures gevoerd, maar de overlap is qua inhoud zeer groot. Het komt in beide procedures neer op de vraag of bepaalde inkomsten wel of niet als winst uit onderneming kwalificeren. Het 'voordeel' aan winst uit onderneming is dat er ondernemersfaciliteiten van toepassing kunnen zijn en gemaakte kosten in aftrek kunnen worden gebracht. Het gevolg is vaak lagere belastingheffing.

Het argument is dat er sprake is van begunstigend beleid dat op de artiest en actrice niet is toegepast. Het beleid zou zijn, zo stellen zij, dat verzoeken om ambtshalve vermindering van de aanslagen worden toegekend zonder overeenkomsten in te willen zien. Dit beleid is niet gepubliceerd, maar zou blijken uit e-mails en 'ervaringen' uit eerdere jaren. Daarnaast zou in soortgelijke situaties wel zijn geaccepteerd dat de inkomsten als winst uit onderneming worden verantwoord. Dit is een beroep op de zogenaamde meerderheidsregel. Ter onderbouwing hiervan sturen de artiest en actrice 123 uitspraken op bezwaar in. Deze uitspraken zien op 58 andere belastingplichtigen en zij zijn tegemoetgekomen door de Belastingdienst. Volgens de artiest en actrice zijn zij met hen vergelijkbaar. De Belastingdienst is het hier (uiteraard) niet mee eens.

Toetsingskader bij schending gelijkheidsbeginsel

Het gebeurt regelmatig dat belastingplichtigen zich beroepen op schending van het gelijkheidsbeginsel. Deze vordering wordt echter niet vaak toegewezen. Een schending van het gelijkheidsbeginsel vereist dat sprake is van een ongelijke behandeling van gelijke gevallen. Maar dat is op zichzelf nog niet voldoende. De ongelijke behandeling moet voortkomen uit begunstigend beleid of een oogmerk van begunstiging en er mag geen rechtvaardiging voor aanwezig zijn. Dat vraagt ook om nadere duiding van de termen 'begunstigend beleid' en 'oogmerk van begunstiging'. Van begunstigend beleid is sprake indien de Belastingdienst beleid zou hebben gevoerd dat bepaalde belastingplichtigen bevoordeelt en andere belastingplichtigen niet door de wet op onjuiste wijze toe te passen. Dit moet de bedoeling zijn geweest van de Belastingdienst. Van een oogmerk van begunstiging is sprake indien de Belastingdienst zich ervan bewust is – of zou moeten zijn – dat hij in andere gevallen wel begunstigend optreedt door de wet onjuist toe te passen. Tot slot de meerderheidsregel. Deze regel houdt in dat het gelijkheidsbeginsel is geschonden, indien gelijke gevallen deel uitmaken van een groep en de meerderheid van de groep begunstigend wordt behandeld.

Het is aan de belastingplichtige die zich op een schending van het gelijkheidsbeginsel beroept, om dit te bewijzen. Bewijzen betekent daarbij – in dit geval – niet dat iets buiten alle twijfel aangetoond moet worden. Het gaat er om dat de belastingplichtige de schending aannemelijk weet te maken. Vervolgens is het aan de Belastingdienst om dat gemotiveerd te betwisten. De belastingplichtige dient feiten en omstandigheden aan te dragen en aannemelijk te maken. Uit deze feiten en omstandigheden moet volgen dat in minstens twee gevallen die vergelijkbaar zijn, een juiste toepassing van de wet achterwege is gebleven. Daarna is het aan de Belastingdienst om aannemelijk te maken dat de relevante groep groter is en dat in de meerderheid van de gevallen de wet correct is toegepast. De discussie richt zich vaak op de vraag of überhaupt sprake is van gelijke gevallen.

Het bepalen of sprake is van gelijke gevallen is ingewikkelder dan op het eerste oog het geval lijkt te zijn. Situaties kunnen immers alleen vanuit een bepaald gezichtspunt gelijke situaties zijn. Een in de praktijk veelgemaakte 'fout' is, dat een compleet overzicht wordt opgesteld van alle mogelijke overeenkomsten en verschillen. Dat is onnodig en draagt niet bij aan de uitkomst van de procedure. Eerst moet duidelijk worden waar de gelijkheid in schuilt en daarna dienen de fiscaal-juridisch relevante verschillen te worden benoemd.

Gelijkheid doet zich voor indien situaties rechtens en feitelijk vergelijkbaar zijn. Rechtens vergelijkbaar is over het algemeen makkelijk vast te stellen. Daar doet zich namelijk de vraag voor of dezelfde wettelijke voorschriften op de belastingplichtigen van toepassing zijn. Uiteraard geldt ook hier: slechts de voorschriften toetsen die voor de specifieke situatie van belang zijn. Feitelijke vergelijkbaarheid is vaak iets complexer. Daar staat de vraag centraal of de belastingplichtigen in soortgelijke omstandigheden verkeren. Er moet dan worden gekeken naar de omstandigheden die voor de toepassing van het wettelijke voorschrift (of een beleidsregel) van belang zijn.

Oordeel rechtbank over schending gelijkheidsbeginsel

De rechtbank oordeelt dat de artiest en actrice niet aannemelijk hebben gemaakt dat er sprake is van schending van het gelijkheidsbeginsel. De e-mails van de Belastingdienst en de 'eerdere ervaringen' zijn daarvoor onvoldoende bewijs. Het is in het geheel onduidelijk of er sprake is geweest van bepaald beleid, laat staan begunstigend beleid. Ook het beroep op de meerderheidsregel slaagt niet. Hierover oordeelt de rechtbank als volgt. De ingediende stukken over de andere kunstenaars zijn te beperkt om de gelijkheid aan te nemen. Zo zijn geen contracten overlegd, zodat niet geoordeeld kan worden of de werkzaamheden onder dezelfde voorwaarden worden verricht. Dat de artiest en actrice vergelijkbaar zijn met andere kunstenaars, is als enkele stelling onvoldoende. Dat is te algemeen. De rechtbank komt daarmee tot het oordeel dat het gelijkheidsbeginsel niet is geschonden.

Oordeel gerechtshof over schending gelijkheidsbeginsel

Het Gerechtshof Amsterdam heeft de beide hogere beroepen op 17 augustus 2021 behandeld. Het hof merkt eerst op dat de rechtbank op de juiste wijze de stellingen van de belastingplichtigen heeft getoetst. Het hof gaat vervolgens zelf naar de zaak kijken. De eerste conclusie is dat het hof uit de stukken niet kan afleiden dat bij de andere kunstenaars de wet onjuist is toegepast op de wijze zoals de artiest en actrice menen dat het geval is. Aan de vraag of in de meerderheid van de gevallen de wet onjuist is toegepast, komt het hof dan niet eens toe.

Veronderstellenderwijs gaat het hof nog in op de situatie dat er wel sprake is van vergelijkbare gevallen. In dat geval volgt uit wat de artiest en actrice verder hebben aangeleverd, niet dat de Belastingdienst bewust van de wet is afgeweken of een oogmerk van begunstiging heeft gehad. Daarom kan het beroep op schending van het gelijkheidsbeginsel niet slagen. Het hof bevestigt daarom de uitspraken van de rechtbank.

Fiscaal procederen is maatwerk

Fiscaal procederen is een vak apart. Wij voeren bijna dagelijks fiscale procedures en merken dat het formele belastingrecht steeds belangrijker wordt. Formeel belastingrecht is het geheel aan regels dat ziet op het vaststellen en invorderen van belastingschulden. Denk bijvoorbeeld aan regels over het opleggen van een naheffingsaanslag, het opleggen van boeten en het gebruik van bevoegdheden door onder andere de Belastingdienst. Maar ook de verplichtingen die belastingplichtigen hebben tegenover de Belastingdienst zijn onderdeel van het formele belastingrecht. Zowel belastingplichtige als Belastingdienst lijken deze regels steeds verder te willen oprekken en daar ontstaat spanning.

De meeste fiscale procedures worden binnen ons kantoor door twee personen opgepakt. Eén die gespecialiseerd in 'de spelregels' (het formele belastingrecht) en één die gespecialiseerd is in de materiële kant van het geschil. Een voorbeeld ter verduidelijking. De Belastingdienst kan een navorderingsaanslag opleggen, omdat u ten onrechte een herinvesteringsreserve gevormd zou hebben. Ook wordt een boete opgelegd. Onze specialist formeel belastingrecht beoordeelt dan de rechtmatigheid van de navorderingsaanslag en de boete. Daarnaast is er een specialist van ons die zich bezighoudt met de vraag of u wel of niet een herinvesteringsreserve had mogen vormen. Dit maximaliseert uw proceskansen, zonder dat dit leidt tot extra kosten.

Uit voorgaande komt naar voren dat fiscaal procederen een vak apart is, net als winstbelasting en omzetbelasting. Win daarom bij een aanstaande procedure altijd advies in van een processpecialist. Wij ondersteunen particulieren, ondernemingen, maar ook accountantskantoren die zelf de procedures van hun klanten liever niet voeren. Op het gebied van de overdrachtsbelasting en btw adviseren wij regelmatig notariskantoren.

Vragen naar aanleiding van bovenstaande? Neem dan gerust rechtstreeks contact op met één van onderstaande auteurs.

Uitspraken:

Deel deze pagina

Laatste update op 14-09-2021
Artikel gemaakt op 09-09-2021
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht Geen schending gelijkheidsbeginsel

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap