print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Formeel belastingrecht

Navordering en kwade trouw

De Belastingdienst kan navorderen. Dat betekent dat hij achteraf te weinig betaalde belasting alsnog kan vorderen, ondanks dat al een definitieve aanslag is opgelegd. Dit kan echter niet ongelimiteerd. U moet als belastingplichtige namelijk kunnen vertrouwen op de aanslag die dezelfde Belastingdienst u eerder heeft opgelegd. Daarom is het navorderen van belasting alleen mogelijk indien voldaan is aan strikte voorwaarden, zoals kwade trouw bij de belastingplichtige. Aan de hand van een recent praktijkvoorbeeld gaan wij op de kwade trouw nader in. Eerst benoemen wij echter wat kwade trouw inhoudt en gaan wij in op het opzetvereiste.  

Kwade trouw bij navorderen

Kwade trouw wordt niet zomaar aangenomen door de rechter, ondanks dat de Belastingdienst dit standpunt redelijk snel inneemt. Van kwade trouw is alleen sprake als de belastingplichtige met opzet de Inspecteur niet voorziet van juiste inlichtingen. Het maakt daarbij niet uit of de belastingplichtige zwijgt of onjuiste inlichtingen geeft. Kwade trouw mag alleen tot navordering leiden als de kwade trouw de oorzaak is van de te weinig betaalde belasting op de aanslag. De beoordeling of kwade trouw aanwezig is vindt plaats naar de situatie op het moment van het indienen van de aangifte die tot de aanslag heeft geleid.

Kwade trouw en opzet

Vaak wordt over de zinsnede met opzet heen gelezen. Toch is dit een belangrijke aanvulling in de wettekst. Doordat de wet spreekt van opzet, is van kwade trouw geen sprake als de belastingplichtige zich niet bewust is geweest van de onjuistheid of onvolledigheid. Dit is door de Hoge Raad ook bevestigd (BNB 2011/59). In situaties waarin opzet ontbreekt, spreekt men vaak van onachtzaamheid of (grove) schuld. Van opzet is uiteraard wel sprake als de belastingplichtige willens en wetens onjuiste inlichtingen verstrekt. Dit kan discussies opleveren over de vraag waar de grens ligt tussen opzet en onachtzaamheid. Deze grens is niet in beton gegoten en is afhankelijk van alle feiten en omstandigheden. De rechter kijkt vaak of de belastingplichtige zich bewust aan de aanmerkelijke kans heeft blootgesteld dat hij een onjuiste aangifte doet. Is dat het geval, dan is sprake van voorwaardelijke opzet, hetgeen voldoende is om opzet in de zin van kwade trouw aan te nemen.

Voorbeeld uit de praktijk

Een belastingplichtige maakt bij het doen van de aangiften inkomstenbelasting gebruik van de mogelijkheid om persoonsgebonden aftrek op te geven. Het betreft weekenduitgaven voor gehandicapten. Dit verlaagt hier het belastbare inkomen uit werk en woning behoorlijk. De Inspecteur volgt deze aangiften en legt aanslagen op. Enkele jaren later stelt de Inspecteur vragen over de persoonsgebonden aftrek. In 2013 stelt hij vragen over de periode 2008 – 2010. Over deze jaren legt de Inspecteur navorderingsaanslagen op. De belastingplichtige is het oneens met de navorderingsaanslag (2008 – 2010) en gaat in bezwaar. Het bezwaar is zonder resultaat en ook het beroep bij de Rechtbank leidt niet tot het gewenste resultaat.

Het Gerechtshof benadrukt eerst dat sprake moet zijn van opzet. Dit moet worden beoordeeld aan de hand van het gedrag van de belanghebbende bij het doen van de aangifte. Van opzet is sprake indien, in de woorden van het Hof: de belanghebbende ten tijde van het doen van de aangifte wist dat, indien deze aangifte zou worden gevolgd, de aanslag tot een te laag bedrag zou worden opgelegd. In deze situatie is het zo dat belanghebbende € 26.100 in aftrek heeft gebracht. Tijdens de procedure neemt hij het standpunt in dat dit € 5.814 had moeten zijn. Dat zijn de getallen over 2008. Het verschil over 2009 is kleiner (€ 10.842 opgegeven en € 6.264 als later standpunt). Het Hof ziet hierin voldoende aanleiding om te oordelen dat de belastingplichtige ermee bekend was of in ieder geval had moeten zijn, dat dit onjuiste inlichtingen waren. Tevens meent het Hof dat dit opzettelijk is gebeurd en dat hierdoor te weinig belasting is geheven. Het Hof stelt dat van kwade trouw sprake is.

De belanghebbende laat het er echter nog niet bij zitten en legt de zaak voor aan de Hoge Raad. Hij oordeelt met betrekking tot de kwade trouw dat het Hof te snel heeft geoordeeld dat sprake is geweest van opzet. Het Hof heeft zich gebaseerd op het grote verschil tussen wat de belastingplichtige nu als uitgaven noemt en hetgeen hij in de aangifte heeft opgenomen. Dit verschil kan echter niet zonder meer het oordeel dragen dat in de aangifte opzettelijk onjuiste gegevens zijn opgenomen. Dat is te kort door de bocht geweest.

Uiteindelijk trekt de belastingplichtige in dit dossier toch nog aan het kortste eind. Er is namelijk sprake van een nieuw feit, hetgeen ook een grond is om tot navordering over te mogen gaan. Een soort pyrrusoverwinning in dit geval dus.

Belastingadviseur en kwade trouw

Indien u uw aangifte door een adviseur in laat dienen, valt niet direct de navorderingsmogelijkheid weg. U kunt niet zonder meer stellen dat bij u geen kwade trouw aanwezig kan zijn, omdat een adviseur voor u de aangifte heeft ingediend. In deze situatie wordt in beginsel de kwade trouw, via uw adviseur, aan u toegerekend. Hierop kunnen uitzonderingen bestaan.

Kwade trouw in de praktijk

Het Nederlandse belastingsysteem is complex en een foutje is in een aangifte snel gemaakt. Dat doet de belastingplichtige lang niet altijd met opzet en van kwade trouw is dan geen sprake. Het loont daarom om een navorderingsaanslag door een fiscaal specialist te laten bekijken en een degelijk advies te krijgen over hoe u hiermee om moet gaan. De Belastingdienst kan immers navorderen, maar heeft hiertoe rekening te houden met strikte, formele regels.

Uitspraak van Gerechtshof

Uitspraak van Hoge Raad

Deel deze pagina

Laatste update op 19-10-2020
Artikel gemaakt op 15-10-2020
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht Navordering en kwade trouw

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap