Verkrijgen aanmerkelijk belang aandelen en erfrecht
Hoogte verkrijgingsprijs bij aanmerkelijk belang verkregen krachtens erfrecht
Bij de verkrijging van een aanmerkelijk belang krachtens erfrecht speelt de zogenoemde doorschuifregeling een cruciale rol. Indien aan de voorwaarden wordt voldaan, kan het vervreemdingsvoordeel bij overlijden (en de verkrijgingsprijs van de aandelen) bij de erflater worden doorgeschoven aan de opvolgers (de erfgenaam). De uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant (ECLI:NL:RBZWB:2025:16) gaat in op de vraag in hoeverre het niet in aanmerking nemen van een vervreemdingsvoordeel bij de erflater gelijkgesteld wordt als een impliciet verzoek om de doorschuifregeling voor de inkomstenbelasting wanneer geen schriftelijk verzoek is gedaan om de verkrijgingsprijs door te schuiven.
Fictieve vervreemding AB aandelen bij overlijden
Indien een erflater een aanmerkelijk belang had in een vennootschap wordt dit in beginsel aangemerkt als een fictieve vervreemding van het aanmerkelijk belang aan de erfgenamen. Dit betekent een inkomstenbelastingheffing tot maximaal 31% (cijfers 2025) over het verschil tussen de werkelijke waarde van de aandelen op het moment van overlijden en de verkrijgingsprijs. Artikel 4.17a Wet IB 2001 voorziet in een regeling voor het terugnemen van dit vervreemdingsvoordeel. De verkrijgingsprijs van erflater gaat op grond van artikel 4.39a Wet IB 2001 over op de erfgenamen. Doel hiervan is het voorkomen van directe inkomstenbelastingheffing over de waardeaangroei van aandelen als gevolg van overlijden. Voor toepassing van de doorschuifregeling is vereist dat gezamenlijke belanghebbenden hier schriftelijk om verzoeken (artikel 26a uitvoeringsregeling IB 2001). Daarnaast moet de vennootschap waarop het belang betrekking heeft, een onderneming drijven als bedoeld in artikel 3.2 of een medegerechtigde zijn als bedoeld in artikel 3.3 Wet IB 2001. Indien aan de voorwaarden is voldaan, gaat de verkrijgingsprijs van de erflater over op de erfgenaam.
Iedere verkrijger heeft afzonderlijk de mogelijkheid om te verzoeken om toepassing van de doorschuifregeling.
Voorbeeld verkrijgen AB aandelen bij overlijden
In de onderhavige procedure ging het om een situatie waarin belanghebbende in 2011, krachtens erfrecht, 50% van de aandelen in een besloten vennootschap verkreeg. De andere helft kwam toe aan zijn zus. De erflaatster – hun moeder – hield alle aandelen in de vennootschap. In de aangifte erfbelasting werd de waarde van de aandelen per overlijdensdatum gesteld op € 345.839. De waarde die aan belanghebbende werd toegerekend bedroeg daarmee € 172.920 (zijnde 50% van € 345.839). In de aangifte inkomstenbelasting van de erflaatster werd geen (fictief) vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang aangegeven. Evenmin werd een schriftelijk verzoek tot doorschuiven van de verkrijgingsprijs ingediend.
Vervolgens werd op 15 september 2020 door de erfgenamen de vennootschap ontbonden en vereffend. Het liquidatiesaldo bedroeg € 305.702, waarvan aan belanghebbende € 152.821 (50%) toekwam. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2020 gaf belanghebbende een vervreemding van het aanmerkelijk belang aan. De overdrachtsprijs werd opgenomen voor € 152.851 en de verkrijgingsprijs voor € 172.920 (zijnde 50% van de waarde van de aandelen ten tijde van het overlijden van erflaatster). Dit betekent dat volgens belanghebbende sprake was van een negatief vervreemdingsvoordeel van € 20.069.
De inspecteur week af van de aangifte en stelde dat de verkrijgingsprijs van de aandelen € 36.351 bedroeg, zijnde de helft van het gestort kapitaal van € 72.702. Volgens de inspecteur was de verkrijgingsprijs van de erflaatster doorgeschoven naar belanghebbende, omdat in de aangifte van de erflater geen vervreemding was opgenomen.
Samenvattend:
- Verkrijgingsprijs erflaatster ten tijde van overlijden: € 72.702
- Waarde aandelen ten tijde van overlijden (economisch verkeer): € 345.839
- Liquidatiesaldo (ontbinding BV op 15 september 2020): € 305.702, waarvan € 152.821 aan belanghebbende
- Aangegeven in aangifte IB 2020:
- Overdrachtsprijs: € 152.851
- Verkrijgingsprijs: € 172.920
- Vervreemdingsvoordeel: negatief € 20.069
Uitspraak Rechtbank inzake AB Aandelen en erfrecht
De Rechtbank oordeelt dat de inspecteur terecht uitgaat van een doorgeschoven verkrijgingsprijs van € 36.351 (50% van € 72.702). Volgens de Rechtbank kan een verzoek tot toepassing van artikel 4.17a Wet IB 2001 ook impliciet worden gedaan. De aangifte van de erflater, waarin geen vervreemdingsvoordeel is aangegeven, vormt volgens de Rechtbank zo'n impliciet verzoek.
Belangrijk is dat belanghebbende deze aangifte mede namens erflaatster en zichzelf heeft ondertekend. De Rechtbank acht dit voldoende om te concluderen dat belanghebbende om toepassing van artikel 4.17a Wet IB 2001 heeft verzocht. Voorts benadrukt de Rechtbank dat iedere erfgenaam zelfstandig een verzoek kan doen het feit dat de zus mogelijk geen verzoek heeft gedaan, doet hier niet aan af.
Dat de vennootschap geen materiële onderneming zou drijven, maakt het oordeel niet anders. De inspecteur heeft de aangifte geaccepteerd en daarmee het verzoek tot doorschuiven feitelijk ingewilligd. Volgens de Rechtbank is het niet aan de belanghebbende om in latere instantie deze keuze te herroepen. Het beroep wordt ongegrond verklaard.
Noot fiscaal jurist inzake verkrijgen AB aandelen en erfrecht
De uitspraak maakt duidelijk dat in dit geval het ontbreken van een expliciet schriftelijk verzoek tot doorschuiving in casu toch heeft geleid tot een verzoek om doorschuiving. De Rechtbank achtte het impliciete verzoek, af te leiden uit de aangifte van erflaatster, voldoende. Dit oordeel heeft een situatie voorkomen waarin geen heffing bij de erflaatster heeft plaatsgevonden, terwijl de verkrijger vervolgens beschikt over een hogere verkrijgingsprijs. Vanuit dat perspectief is de uitkomst logisch.
Niettemin blijft het advies om schriftelijk te verzoeken om toepassing van de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting. Oftewel: ‘Voorkomen is beter dan genezen!’
Mocht u zich in een vergelijkbare situatie bevinden of overwegen een aanmerkelijk belang tijdens leven over te dragen aan een voortzetter, dan is onder voorwaarden toepassing van de doorschuifregeling mogelijk. Wij adviseren u graag bij dergelijke overdrachten!
DGA overleden en fiscale vraagstukken? Neem gerust contact op
Meer weten van verkrijgen ab aandelen en erfrecht
- Noodplan overlijden ondernemer
- Overlijden DGA en belastingen
- Aanmerkelijk belang en overlijden DGA
- Bewijslast na overlijden
- Fiscaal partner en estate planning
- Woning en Estate Planning
- Huwelijkse voorwaarden en overlijden
- Belastingheffing DGA bij overlijden11
- Erfbelasting en overlijdensrisicoverzekering