print sitemap zoeken disclaimer contact

Artikel 10 SW: erfbelasting, rente en huurvergoeding.

Op 14 november 2011 heeft de staatssecretaris van Financiën vragen beantwoord over de erfbelasting, in het bijzonder artikel 10 Successiewet. Hieronder geven wij de hoofdlijnen weer.

NB: aangezien het in de praktijk veelal gaat om woningen, zal ook in dit artikel hierop de nadruk liggen.

Kern van Artikel 10 Successiewet

De staatssecretaris legt in zijn betoog de kern van artikel 10 Successiewet (SW) uit. De regel is bedoeld om het ontgaan van erfbelasting door het omzetten van vererfbare eigendomsrechten in een niet vererfbaar vruchtgebruik. Door bijvoorbeeld de woning aan de kinderen over te dragen, maar zelf het vruchtgebruik of het recht van gebruik en bewoning voor te behouden, komt de woning tegen de (veel lagere) bloot eigendomswaarde bij de kinderen. De waarde van het vruchtgebruik (afhankelijk van de leeftijd van de vruchtgebruiker) neemt jaarlijks af en vervalt bij overlijden. Dat gedeelte vererft dus zonder dat er normaal gesproken heffing van erfbelasting plaats zou kunnen vinden. Artikel 10 SW belast deze in de praktijk veel toegepaste situatie. U mag blijven uitgaan van de waarde ten tijde van de overdracht destijds, maar de waardestijging van de woning na 1 januari 2010 is nu ook belast met erfbelasting. Dit is een onverwachte versoepeling van de wetswijziging per 1 januari 2010. Van waardestijgingen in vastgoed lijkt voorlopig in ieder geval geen sprake te zijn, dus de schade zal meevallen.

Voor wie en wanneer geldt 10 SW?

Artikel 10 SW geldt als betrokkenen elkaars partners of bloedverwanten in de rechte lijn (tot de vierde graad) of partners van die bloedverwanten zijn. Het vruchtgebruik moet gelden tot het overlijden of tot maximaal 180 dagen voor het overlijden. Bij de aankoop van een woning door de kinderen van een derde, welke vervolgens aan de ouders ter beschikking wordt gesteld, geldt artikel 10 SW niet. Deze bepaling ziet op overdachten van ouders aan kinderen (omzetting van eigendom in genotsrecht) en gezamenlijke aankopen door ouders als bewoners en kinderen in de hoedanigheid als bloot eigenaar.

Omzetting genotsrecht in een huurrecht

Bij het omzetten van een vruchtgebruik in een huurrecht, duurt het (woon)genot voort, alleen onder een andere titel. Ook in dit geval is de staatssecretaris van mening, dat artikel 10 SW van toepassing blijft. Over de gehele gebruiksperiode moet in beginsel een voorgeschreven vergoeding (zie hieronder) van toepassing zijn geweest.

Huurprijs en vergoeding

Er moet op grond van artikel 10, lid 3 SW vanaf 2010 sprake zijn van een huurprijs van 6% van de waarde van de woning. De waarde is de waarde volgens de WOZ beschikking. Deze vergoeding moet jaarlijks betaald worden en mag maximaal een jaar vooruit worden betaald, aldus de staatssecretaris. Dat lijkt ten opzichte van normale huursituaties niet marktconform en zelfs strijdig met de uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, maar moet desondanks gehanteerd worden. De staatssecretaris heeft overigens aangegeven in 2012 een onderzoek te gaan doen naar de hoogte van het forfaitaire percentage van 6.

Eventuele niet betaalde huur kan achteraf alsnog worden betaald. Een en ander geldt voor huursituaties die op of na 1 januari 2010 zijn ontstaan. Voor situaties vóór 2010 geldt een tegenbewijsregeling. Als betrokkenen mochten aannemen dat de huur zakelijk was en tot overlijden zakelijk is gebleven, maar geen 6% van de waarde bedroeg, is artikel 10 SW niet van toepassing.

Investeringen: verbeteringen en onderhoud

Waardestijging door verbeteringen vallen niet onder artikel 10 SW. Hoe dat ooit op juiste wijze berekend zou moeten worden, vertelt de staatssecretaris er niet bij, maar dit terzijde. Indien de ouders een schenking aan de kinderen doen onder de last om de woning (waar zij wonen) te verbeteren, valt de waardestijging er weer wel onder. Let dus op dat in deze situatie geen causaal verband te herkennen is tussen (het moment van) een eventuele verbouwing en (het moment van) een schenking. Oftewel in de zomer verbouwen en onder de kerstboom een schenking! Houd dus goed bij welke bedragen door de kinderen zijn geïnvesteerd!

Einde genotsrecht voor overlijden

Bij het beëindigen van een genotsrecht langer dan 180 dagen voor overlijden is artikel 10 SW niet van toepassing, tenzij er een ander genotrecht voor in de plaats komt. Tijdig verhuizen kan dus een oplossing zijn! Ook het opnemen van een metterwoonclausule voorkomt de toepassing van artikel 10 SW.

Conclusie

Bij verhuur en vruchtgebruiksituaties is het zaak om even goed naar de feiten te kijken om te beoordelen of er iets gerepareerd moet worden.

  • Is de huur wel zakelijk geweest?
  • Is deze geïndexeerd?
  • Is er wel rente betaald of moet dat nog ingehaald worden?
  • Zou verhuizen een optie zijn?
  • Terugverkopen woning overwegen?
  • Aflossen van de schuld overwegen?

Deel deze pagina

Laatste update op 05-01-2021
Artikel gemaakt op 18-11-2011
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Fiscale tips Estate planning Huur en rente successiewet

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap