print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Loonbelasting

Onbelaste vergoedingen optimaliseren?

Vraag onze fiscaal juristen

Klik hier

WKR Scan binnen uw bedrijf?

Vraag vrijblijvende offerte

Klik hier

Naheffing ontvangen ?

Vraag vrijblijvende offerte

Klik hier

Het afschaffen van de levensloopregeling

Per 1 januari 2012 is het al niet meer mogelijk om als nieuwe deelnemer in een levensloopregeling terecht te komen. De regeling werd in de praktijk vooral gebruikt om een tegoed op te bouwen en met dat tegoed kon de werknemer eerder uittreden. Aangezien dit niet het beoogde doel van de regeling was, is deze afgeschaft. Eind 2011 waren er uiteraard veel werknemers met een levenslooptegoed en dus moest er overgangsrecht komen. Dit overgangsrecht bestond onder meer uit de regel dat het blijven sparen nog mogelijk zou zijn tot 1 januari 2022. Op 31 december 2021, dus aan het einde van dit jaar, zou de aanspraak dan verplicht vrijvallen.

Hoeveel mensen hebben nog levensloop?

De verwachting is dat circa 45.000 mensen nog deelnemen aan een levensloopregeling. Die schatting is gebaseerd op de cijfers over 2020. Aangezien aanspraken op levensloop nog worden uitgekeerd, zal dit aantal momenteel wat lager liggen. Een exact aantal is niet bekend. De wetgever geeft aan dat deze mensen de levensloopaanspraak geruisloos kunnen omzetten in een pensioenaanspraak, voor zover er nog fiscale ruimte in de zogenaamde tweede pijler over is. Ook is het mogelijk om de aanspraak aan te wenden voor een vrijwillige oudedagsvoorziening in de derde pijler. Wij merken hierbij op dat de tweede pijler meestal via de werkgever loopt. De derde pijler is een eigen inspanning. De tweede pijler valt verder onder de werking van de Pensioenwet en de derde pijler niet. Neem voor vragen over pensioenproducten altijd advies op met een gecertificeerd adviseur.

Nieuwe spelregels bij de afschaffing van de levensloopregeling

In de wet Overige Fiscale Maatregelen 2021 is het overgangsrecht plots gewijzigd. Het fictieve genietingsmoment van de aanspraak is gesteld op 1 november 2021. Naar aanleiding hiervan zijn uiteindelijk Kamervragen gesteld. Op deze Kamervragen is kortgeleden antwoord gegeven. Belangrijk element bij deze vraagstelling is de rechtvaardiging van het na korte tijd eenzijdig afschaffen van een product dat juist voor langere termijn is bedoeld. Hoe betrouwbaar is dan de overheid?

De betrouwbare overheid bij de levensloopregeling

De wetgever geeft aan dat voorspelbaarheid en stabiliteit van wetgeving van belang zijn om een betrouwbare overheid te zijn. Hij geeft echter ook aan dat wijziging gerechtvaardigd kan zijn in een veranderende maatschappij. Degelijk overgangsrecht is dan van belang om pijn te voorkomen. De wetgever meent in dit overgangsrecht te hebben voorzien, onder meer door de mogelijkheid te creëren om de aanspraak bestedingsvrij op te nemen. Deze opnamemogelijkheid zorgde er immers voor dat de aanspraak in een pensioenproduct kon worden gestort. Helaas wordt in de beantwoording niet ingegaan op een aantal specifieke, schrijnende situaties.

De terechte vraag is gesteld op welke wijze de belanghebbenden geïnformeerd zijn over het twee maanden eerder eindigen van de regeling. De wetgever geeft hierover eerst aan dat het eindigingsmoment voor de belastingheffing in box 1 niet uitmaakt. Wel maakt het uit voor de box 3 heffing over het kalenderjaar 2022. Het idee achter de wijziging is dat de loonheffingen reeds zijn geïncasseerd in kalenderjaar 2021, zodat over 2022 niet de waarde inclusief loonheffingen binnen de heffing valt. Het is aan de instellingen om tijdig contact op te nemen met deelnemers.

Het extra gunstige overgangsrecht bij de levensloopregeling

In 2013 en 2015 gold een extra gunstige regeling. Dit wordt wel de 80%-regeling genoemd. Deze regeling hield in dat, bij volledige opname van de aanspraak, slechts 80% van de aanspraken tot het loon voor de loonheffingen werd gerekend. Daarbij werd dan uitgegaan van de hoogte van de aanspraak op een bij wet aangegeven moment. Deze regelingen golden als stimulans om de aanspraak uit te laten keren. Het gevolg was namelijk dat de belastingklap van opname ineens deels werd verzacht. Uit de cijfers komt naar voren dat van deze regeling behoorlijk gebruik is gemaakt.

Een andere, interessante vraag die is voorgelegd is de volgende. Het was uiteraard mogelijk geweest om het overgangsrecht zo vorm te geven, dat nieuwe deelname onmogelijk was, maar bestaande deelname volledig afgewikkeld kon worden. De wetgever lijkt dit niet nodig te hebben geacht, omdat de mogelijkheid bestond om de levensloopaanspraak in een pensioenproduct te storten.

De levensloopregeling en de uitbreiding verlofsparen

Per 2021 is de regeling verlofsparen uitgebreid. U leest daar (HIER) meer over. De vraag is gesteld waarom het niet mogelijk is om levenslooptegoed om te zetten in spaarverlof. Uit de antwoorden komt vooral naar voren dat dit een budgettaire afweging is geweest. Daarnaast wordt gewezen op een toename van de werkgeverslasten. Tot slot merkt de wetgever op dat het doel van de regelingen niet gelijk is. Verlofsparen is volgens de wetgever echt bedoeld om vervroegd uittreden te faciliteren en de levensloopregeling was juist bedoeld voor het spitsuur in het leven van de werknemer. Wij herkennen ons overigens niet in deze zwart-wit weergave. Ook het opnemen van spaarverlof is immers gedurende de gehele loopbaan mogelijk en niet beperkt tot de periode voorafgaand aan pensionering.

Afwikkeling levensloop in de loonaangifte

De Belastingdienst heeft een handreiking uitgebracht over de opname van de levensloopaanspraak in de loonaangifte. U vindt deze regels ook terug in het Handboek Loonheffingen. Indien er op 1 november 2021 nog levensloopaanspraken zijn, dan gelden een flink aantal regels. Op hoofdlijnen gebeurt het volgende:

  •  De levensloopinstelling is de inhoudingsplichtige en moet de zaken goed op orde hebben;
  • De levensloopinstelling regelt de aangifte loonheffingen;
  • De deelnemer is voor de levensloopregeling niet premieplichtig voor de werknemersverzekeringen en het betreft geen Zvw-bijdrageloon;
  • De loonheffingskorting wordt niet toegepast;
  • De waarde in het economisch verkeer van het levenslooptegoed is het op te geven loonbedrag. De waarde economisch verkeer is de waarde, vermeerderd met de rente tot en met 31 oktober 2021;
  • Het betreft loon uit tegenwoordige dienstbetrekking, behalve als de werknemer op 1 januari 2021 61 jaar of ouder is. Dan betreft het loon uit vroegere dienstbetrekking. In beide gevallen dient de tabel voor bijzondere beloningen te worden toegepast.

Bovenstaande zijn de hoofdlijnen uit het beleid. U kunt altijd contact opnemen met één van onze adviseurs voor nadere voorlichting hierover.

Afwikkeling levensloop in de aangifte inkomstenbelasting

Indien u een behoorlijke afkoop verwacht, kan het raadzaam zijn een voorlopige aanslag te vragen. U kunt de belasting dan in delen voldoen en achteraf vindt verrekening plaats. U dient op het formulier de opname uit de levensloopvoorziening en de levensloopkorting in te vullen. De Belastingdienst berekent dan de loonheffing. Aangezien de Belastingdienst niet de uitbetaler is, kunnen hier uiteraard afwijkingen in optreden. Indien u de juiste gegevens ingeeft, zal de voorlopige aanslag tot de juiste conclusies leiden.

Let op! De uitkering van levensloopaanspraken kan leiden tot een hoger inkomen. Dit heeft gevolgen voor uw toeslagen en het gebruik van heffingskortingen. Denk dus niet alleen aan de voorlopige aanslag, maar ook aan uw toeslaginkomen.

Levensloopregeling en advisering loonbelasting

Wordt u als werkgever of levensloopinstelling geconfronteerd met een (naderende) verplichte afwikkeling van levensloopaanspraken? Indien u daarbij fiscale ondersteuning wenst, kunt u vrijblijvend contact opnemen met één van onze adviseurs.

Link:

Meer weten van afschaffing levensloopregeling

Deel deze pagina

Laatste update op 15-06-2021
Artikel gemaakt op 08-04-2021
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Loonbelasting Afschaffing levensloopregeling

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap