Verhoging bijtelling niet toegestaan
De overheid ging in 2019 de fout in bij het verhogen van de bijtelling voor elektrische auto's van 4% naar 8%. Henk beslist - in overleg met zijn werkgever - dat hij een elektrische auto gaat rijden, goed voor het milieu en zijn portemonnee. De Hyundai Kona wordt in april 2019 besteld en in mei 2020 geleverd. De bijtelling in 2019 was 4% over de cataloguswaarde, in 2020 is deze verhoogd tot 8%. Henk is het hier niet mee eens omdat in 2019 is aangegeven dat de bijtelling in 2019 en 2020 maximaal 4% zou bedragen. Omdat de elektrische auto's iets teveel werden verkocht komt de regering terug op haar besluit, de bijtelling wordt verhoogd tot 8%. Tja... wat geldt er dan "Dura lex, Sed Lex" (de wet is hard, maar het is de wet) of is sprake van onbetrouwbaar gedrag dat in strijd het EU recht (eigendomsrecht in artikel ).
De rechtbank groningen doet op 10 juli 2025 uitspraak (ECLI:NL:RBNNE:2025:2815) over deze casus.
Verhogen bijtelling elektrische auto in strijd met de wet
Het normale bijtellingspercentage bedraagt 22% (artikel 13bis, eerste en tweede lid van de Wet op de loonbelasting 1964), voor elektrische auto's wordt in 2019 een korting verstrekt van 18%. Bij Henk is echter - via de loonheffingen - een bijtelling toegepast van 8%. Omdat Henk het hier niet mee eens is heeft hij een negatief loon aangegeven van € 1.000 (verschil tussen 4% en 8% bijtelling). De stelling van Henk is vrij simpel, toen de auto is besteld bedroeg de bijtelling 4%. Daarna is de bijtelling verdubbeld en kon Henk de auto niet meer afbestellen.
Volgens Henk is de wetgever onvoldoende zorgvuldig geweest bij de invoering van deze wetwijziging en heeft hij onvoldoende rekening gehouden met de nadelige gevolgen in individuele (overgangs)gevallen zoals dat van eiser. Als eiser van tevoren (ten tijde van zijn bestelling) had geweten van de wetswijziging per 2020, had hij een andere keuze gemaakt. De inspecteur stelt dat de wet de wet is en dat er geen sprake is van schending van het eigendomsrecht (zoals opgenomen in het EVRM, Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens), de inspecteur verwijst hierbij mede naar Hoge Raad 11 januari 2019 ECLI:NL:HR:2019:1, waarin deze discussie ook speelde. Daarnaast heeft de wetgever een ruime beoordelingsvrijheid om tarieven gewoon aan te passen.
- Er is echter een "maar". In een kamerstuk uit 2016 volgt het volgende: Het kabinet stelt voor de nulemissieauto’s tot 2021 onverminderd te blijven stimuleren. Dit houdt in dat voor nieuwe nulemissieauto’s op de bijtelling van 22% een korting van 18% van de waarde van de auto wordt toegepast, per saldo resulterend in een bijtelling van 4%. Gelet op de verminderde stimulering voor de (zeer) zuinige auto’s wordt de stimulering voor nulemissieauto’s dus relatief groter.
- Dit standpunt wordt op 28 juni 2019 herzien in het klimaat akkoord.
De rechter gaat er eens goed voor zitten.
- Het bepaalde in artikel 1 EP van het EVRM vereist dat het toepasselijke nationale recht voldoende toegankelijk, precies en voorzienbaar is in de uitoefening en aldus een waarborg biedt tegen willekeur (“arbitrariness”). De vereisten van precisie en voorzienbaarheid brengen mee dat een wet zodanig duidelijk is dat de burger redelijkerwijs in staat is om de daaruit voortvloeiende gevolgen van zijn handelen te voorzien, zodat hij zijn gedrag op de wet kan afstemmen.
- Bij de keuze van de middelen om het algemeen belang te dienen, komt aan de wetgever op fiscaal gebied een behoorlijk ruime beoordelingsmarge toe (“an exceptionally wide margin of appreciation”). De Hoge Raad heeft op 29 januari 2016 (ECLI:NL:HR:2016:121) heeft hiervoor een aftrap gegeven inzake een procedure over de crisishefffing in de loonbelasting. Invoering hiervan (hogere heffing) kan in strijd zijn met de gerechtvaardigde belangen van een belastingplichtige. Dit kan anders zijn als er een specifieke (en dwingende) reden is voor de aantasting van de verwachtingen. In die periode was het noodweer (financiële crisis), hierdoor was de wetgeving toegestaan.
Noot fiscaal jurist inzake aanpassing van wetgeving
De wet is de wet en soms wordt deze aangepast. Het kan echter ook zo zijn dat de aanpassing onredelijk is doordat er door de wetgever verwachtingen zijn gewekt, die dan in strijd zijn met een aanpassing van die wet. Voor de rechtbank weegt zwaar dat het de wetgever duidelijk had kunnen (en moeten) zijn dat er een redelijk grote groep mensen zou zijn die op het moment van de aankondiging van de verhoging van de bijtelling al verplichtingen waren aangegaan die niet zomaar teruggedraaid konden worden. Bij de wetswijziging is de wetgever vergeten dat Henk - op grond van toezeggingen door die wetgever - een beslissing heeft genomen. Als een wetgever plannen heeft aangekondigd kunnen ze hier niet zomaar op terugkomen, tenzij hiervoor een gerechtvaardigde reden is.
De verhoogde bijtelling is voor gevallen zoals dat van Henk dus op regel niveau strijdig met artikel 1 EP van het EVRM. In dit geval is er legitiem doel en is de verhoging disproportioneel (in strijd met fair balance en niet voorzienbaar). Volgens de telegraaf gaat het om ruim 2.000 belastingplichtigen die van deze uitspraak gebruik kunnen maken.
Vragen over voorkomen van een bijtelling?
Meer weten van verhoging bijtelling niet toegestaan
- Voorkoming bijtelling auto
- Oldtimer en bijtelling
- Bijtelling als auto ter beschikking wordt gesteld
- Geen bijtelling bij slechte kilometeradministratie
- Verhuur aan partner en bijtelling
- Auto achter het slot geen bijtelling
- Boete bij naheffing bijtelling
- Bijtelling bij meerdere auto's
- Bezoek golfclub leidt tot bijtelling auto
- Deelauto en bijtelling
- Youngtimer en bijtelling
- Bijtelling DGA autobranche
- Bijtelling Porsche van de zaak
- Wat is een zakelijke rit bij kilometeradministratie