Renteaftrek groepsfinancering in internationaal verband
De Belastingdienst en een internationaal bedrijf (Ericsson) zijn al lang met elkaar in discussie over de renteaftrek op leningen die via een Nederlandse BV lopen. De belastingdienst heeft volgens het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 1 april 2025 ECLI:NL:GHARL:2025:2063 terecht een renteaftrek van 100 miljoen afgewezen. Er is een financieringsstructuur opgetuigd die alleen is bedoeld om (in Zweden) belastingvoordeel te behalen. Gekunstelde renteaftrek is niet toegestaan, aldus het Gerechtshof. Centraal staat de dubbele zakelijkheidstoets en de vrijheid van vestiging van rechtspersonen.
Een terugblik inzake renteaftrek binnen een concern
In eerste aanleg boog de Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 23 april 2014 ECLI:NL:RBZWB:2014:2734 zich (10 jaar geleden) over deze zaak. De rechtbank was destijds al van mening dat de rente niet aftrekbaar is (10a VPB). Daarna is het aan het Gerechtshof 's Hertogenbosch op 18 december 2020 (ECLI:NL:GHSHE:2020:4019), gevolg is dat deel van de rente aftrekbaar is. Omdat het belang groot genoeg en de wet kennelijk onduidelijk, stappen partijen naar de Hoge Raad, die doet op 3 maart 2023 (ECLI:NL:HR:2023:330) uitspraak, die gaat er na een uitgebreide notitie van de AG (ECLI:NL:PHR:2021:780) eens goed voor zitten en verwijst de zaak uiteindelijk naar het Gerechtshof in Arnhem.
De Belastingdienst en Ericsson liggen dus al ruim 10 jaar met elkaar overhoop over de renteaftrek kwestie. De zaak heeft ook direct gevolgen voor Nederland als ideal vestigingsland voor internationaal operende bedrijven (multinationals) die zich in Nederland vestigen in verband met financieringsactiviteiten. Gekunstelde renteaftrek structuren wil de belastingdienst bestrijden, thans lopen er nog veel meer zaken over dit onderwerp.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden komt in zijn arrest van 1 april 2025 (geen grap) in dit (langlopende) conflict tot dezelfde conclusie als eerder het hof in Den Bosch. Tegen die eerdere uitspraak ging Ericsson in beroep bij de Hoge Raad. Die verwees de zaak nog maar een keer door naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Procedure renteaftrek bij Ericsson
Ericsson is gevestigd in Zweden. De Zweedse moedermaatschappij heeft meer dan voldoende compensabele verliezen. Ericsson haalt een in Italië gevestigde rechtspersoon (dochterbedrijf) van de beurs en voldoet hiervoor ruim € 200 miljoen. De betaling verloopt niet rechtstreeks maar via een Nederlandse dochteronderneming, deze dochter leent het geld van de moedermaatschappij in Zweden. De betaalde rente in Nederland wordt afgetrokken van Nederlandse winsten (ruim 30 miljoen besparing aan VPB). De ontvangen rente in Zweden blijft onbelast omdat Ericsson de rente inkomsten in Zweden kan verrekenen met aldaar aanwezige compensabele verliezen uit het verleden.
Noot fiscaal jurist inzake renteaftrek bij Ericsson
Het Gerechtshof beschouwt dit als gekunsteld en kunstmatig opgezette geldstromen waardoor belasting wordt ontweken. Betaalde rente over concernleningen zijn in Nederland alleen aftrekbaar als er een zakelijke reden is voor de schuld en als de voorwaarden voor de leningen zakelijk zijn, de bewijslast hiervoor ligt bij belastingplichtige. De Nederlandse dochter moet dus een echte (spil) functie hebben binnen de opzet. Volgens het Gerechtshof is van een spilfunctie (deze term heeft de Hoge Raad geïntroduceerd) geen sprake en heeft de Nederlandse dochter verder geen rol binnen deze opzet (anders dan doorgeefluik), derhalve geen verdere substance.
Vorenstaande wil niet zeggen dat alle concernfinancieringen in de fiscale put verdwijnen, de feiten en omstandigheden kunnen immers in elk geval weer verschillen. Er zal vast cassatie volgen maar dit zal vermoedelijk niet echt succesvol aflopen omdat de Hoge Raad niet nogmaals de feiten zal gaan toetsen.