print sitemap zoeken disclaimer contact

Uitzonderingen 5%-grens deelnemingsvrijstelling

Sinds 2007 geldt in de deelnemingsvrijstelling de 5%-grens als ondergrens. De mogelijkheid om een belang van minder dan 5% als een deelneming te laten aanmerken is thans vervallen. Toch bevat de huidige deelnemingsvrijstelling nog wel een paar uitzonderingen op deze 5%-grens, dit betreffen de volgende:

  1. de meesleepregeling;
  2. de meetrekregeling; en
  3. de aflopende deelneming.

In dit artikel gaan wij nader in op deze uitbreidingen van het deelnemingsbegrip.

1. Meesleepregeling

Wanneer een vennootschap een deelneming heeft in een andere vennootschap en daarnaast winstbewijzen van diezelfde vennootschap bezit, worden die winstbewijzen fiscaal ook als deelneming aangemerkt. Een winstuitkering op zulke winstbewijzen is daardoor vrijgesteld van belastingheffing.

Ditzelfde geldt voor de zogenoemde deelnemerschapslening die een vennootschap heeft verschaft aan een andere vennootschap (in dit artikel gaan wij overigens uitgebreid in op de problematiek van deelnemerschapslening). Bezit de crediteur van de deelnemerschapslening tevens aandelen in de debiteur die voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling kwalificeren als deelneming, dan valt de renteopbrengst op de deelnemerschapslening eveneens onder de deelnemingsvrijstelling en wordt daarmee vrijgesteld van belastingheffing. Hier klikken voor ons uitgebreide artikel daarover.

2. Meetrekregeling

De meetrekregeling betreft situaties waarin niet de aandeelhouder / vennootschap zelf een deelneming heeft in de dochtervennootschap, maar waarin de deelneming met haar is verbonden dan wel een met haar verbonden lichaam die deelneming heeft. Als dit het geval is, dan behoren de aandelen in, winstbewijzen van of een deelnemerschapslening op deze zelfde dochtervennootschap die de belastingplichtige houdt, ook tot een deelneming en is op deze voordelen de deelnemingsvrijstelling van toepassing.

Indien de belastingplichtige aandelen heeft in een lichaam, maar die aandelen geen deelneming vormen, kan dat aandelenbelang dus toch onder de deelnemingsvrijstelling vallen als:

  1. de belastingplichtige met het desbetreffende lichaam verbonden is;
  2. een met de belastingplichtige verbonden lichaam een deelneming in het desbetreffende lichaam heeft.

Met het begrip verbondenheid in deze zin wordt een belang van ten minste een derde gedeelte bedoeld.

3. Aflopende deelneming

Tot slot de derde uitzondering op het 5%-criterium voor gevallen waarin de aandeelhouder / vennootschap eerst wel een belang had van ten minste 5% in de deelneming, maar dit belang op enig moment minder bedraagt dan 5%. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen, doordat de aandeelhouder / vennootschap een zodanig gedeelte van haar belang in de deelneming vervreemdt, dat haar resterende belang minder bedraagt dan 5% of doordat de deelneming nieuwe aandelen uitgeeft aan een derde, waardoor het belang van de zittende aandeelhouder / vennootschap hierna minder bedraagt dan 5%.

In dat geval zal nog gedurende een periode van drie jaren, te rekenen vanaf het tijdstip waarop niet meer is voldaan aan het 5%-vereiste, de deelnemingsvrijstelling van toepassing zijn op voordelen uit hoofde van dat belang. Vereiste hierbij is wel dat de deelneming ten minste één jaar in het bezit is geweest en die deelneming gedurende dat jaar kwalificeerde voor toepassing van de deelnemingsvrijstelling.

Na deze periode van drie jaren vindt dan de compartimenteringsleer toepassing op voordelen uit dit belang. Om daarover meer te weten te komen, kunt u hier klikken voor ons uitgebreide artikel daarover.

Meer informatie?

Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen of wenst u meer informatie? Neem dan gerust eens vrijblijvend contact op met onderstaande adviseurs.

Deel deze pagina

Laatste update op 01-09-2021
Artikel gemaakt op 09-08-2021
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Vennootschapsbelasting Uitzonderingen 5%-grens deelnemingsvrijstelling

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap