Werkelijk rendement box 3 en minderjarige kinderen

De Kennisgroep van de Belastingdienst heeft in juli 2025 duidelijkheid gegeven over hoe het werkelijke rendement van een minderjarig kind aan de ouder(s) moet worden toegerekend als dat kind in de loop van het kalenderjaar meerderjarig wordt (zie voor het kennisgroepstandpunt: KG:202:2025:9).

Wet tegenbewijsregeling inzake forfaitair rendement box 3

In het Kerstarrest , overige box 3 procedures en de ‘juni-arresten’ heeft de Hoge Raad beslist dat de huidige box 3-heffing in strijd is met het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Er wordt namelijk gewerkt met fictieve (forfaitaire) rendementen, waardoor de situatie kan ontstaan dat het fictieve forfaitaire rendement hoger is dan het werkelijke rendement.

Wanneer belastingplichtigen van mening zijn dat zij in bepaald jaar een lager werkelijk rendement hebben behaald dan het berekende forfaitaire rendement, dan hebben zij op basis van de Wet tegenbewijsregeling recht op een teruggaaf van de teveel betaalde box 3-belasting.

Toerekening box 3 vermogen onder het forfaitaire stelsel

Het huidige forfaitaire stelsel gaat uit van een fictief rendement aan het begin van een kalenderjaar. De rendementsgrondslag van een minderjarig kind wordt hierbij toegerekend aan de ouder(s). Dit betekent dat als een kind op 1 januari nog minderjarig is, zijn rendementsgrondslag volledig wordt toegerekend aan de ouder(s). Het is daarbij niet relevant of het kind al dan niet meerderjarig wordt in de loop van het kalenderjaar.

Toerekening box 3 vermogen bij werkelijk rendement

Het meerderjarig worden van een kind in het kalenderjaar is wel relevant voor de berekening van het werkelijke rendement in het kader van de tegenbewijsregeling. Voor de toerekening van het werkelijke rendement is namelijk niet de peildatum van 1 januari van belang. Het gaat om het werkelijke rendement gedurende het hele kalenderjaar, inclusief rendement van bezittingen en schulden die op de peildatum van 1 januari nog niet in het bezit van het kind waren.

Wordt het kind in de loop van het kalenderjaar meerderjarig, dan wordt alleen het werkelijke rendement van het kind tot aan de verjaardag van het kind toegerekend aan de ouder(s). Het werkelijke rendement vanaf de verjaardag van het kind tot en met 31 december van dat jaar wordt aan niemand toegerekend, ook niet aan het kind. Het werkelijke rendement van de bezittingen en schulden vanaf de datum waarop het kind meerderjarig wordt tot en met 31 december, zou in theorie in aanmerking moeten worden genomen bij het kind. Echter zal dit kind door de toerekening van de rendementsgrondslag aan de ouder(s) zelf geen forfaitaire box 3-heffing hebben op 1 januari en daarom ook niet in aanmerking komen voor de tegenbewijsregeling.

Toelichting of vragen over box 3

Heeft u vragen over de toerekening van het werkelijke rendement van uw kind of een andere vraag over de tegenbewijsregeling box 3? Dan kunt u daarvoor contact opnemen met één van onze adviseurs.