print sitemap zoeken disclaimer contact

Box 3 niet rechtsgeldig

De belastingdienst is al bezig met een standaard brief en formulier voor alle box 3 bezwaren en herstellen die gaan komen. Dit volgt uit deze kamerbrief. De aanleiding is een conclusie van de Advocaat Generaal (adviseur Hoge Raad) op 1 september 2023. Wachten is nu op het standpunt van de Hoge Raad (verwachting eind 2023/ begin 2024). Lopende bezwaarschriften worden door de belastingdienst aangehouden en definitieve aanslagen worden nog niet opgelegd. Door het Kerstarrest uit 2021 is er nieuwe wetgeving bedacht. Deze nieuwe wetgeving, de wet rechtsherstel box 3 als de overbruggingswet zullen vermoedelijk ook weer de prullenbak verdwijnen.

Standpunt belastingdienst (kennisgroep) maart 2024

Vele rechters en de ook de Hoge Raad (ondermeer op 6 april 2018, 14 juni 2019, 29 mei 2020 en 2 juli 2021) hebben zich gebogen over het box 3 stelsel in Nederland. De kennisgroep van de belastingdienst komt nu ook met een standpunt . Bij de beoordeling of er sprake is van een individuele en buitensporige last in box 3, zijn diverse aspecten van belang. Deze aspecten zijn cruciaal om te bepalen of de heffing in box 3 in strijd is met artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EP EVRM). Hieronder volgt een uiteenzetting van deze aspecten, ondersteund door relevante jurisprudentie.

  • Vergelijking Box 3-heffing met Werkelijk Rendement:  De eerste stap is het vergelijken van de box 3-heffing met het werkelijke rendement. Indien de heffing niet hoger is dan het werkelijke rendement, is er geen sprake van een schending van het EP EVRM.
  • Betaalbaarheid van de Heffing uit Inkomen: Cruciaal is of de belastingplichtige de heffing kan voldoen uit zijn inkomen zonder onder de bijstandsnorm te komen. Indien dit niet mogelijk is, en de belastingplichtige moet interen op zijn vermogen, kan dit duiden op een individuele en buitensporige last.
  • Jurisprudentie en Rechtspraak: Uit arresten van de Hoge Raad en lagere rechtspraak zijn richtlijnen af te leiden voor de beoordeling van een individuele en buitensporige last. Deze jurisprudentie benadrukt het belang van de gehele financiële situatie van de belastingplichtige.
  • Individuele Last Zwaarder dan Algemeen: Een individuele en buitensporige last is aanwezig als deze last zich sterker laat voelen dan in het algemeen. Dit vereist een beoordeling van de specifieke feiten en omstandigheden van het geval.
  • Werkelijk Rendement Definitie: Het werkelijke rendement omvat direct genoten inkomsten, gerealiseerde en ongerealiseerde vermogensmutaties. De staatssecretaris en parlementaire behandelingen bieden hierover duidelijkheid.
  • Rendement en Fiscaal Partnerschap: Bij fiscaal partnerschap moet gekeken worden naar de totale vermogenspositie en het gezamenlijke werkelijke rendement, in vergelijking met de gezamenlijke box 3-heffing.
  • Gehele Financiële Situatie: De box 3-heffing moet in samenhang met de gehele financiële situatie van de belastingplichtige worden bekeken. Dit omvat inkomen uit alle boxen en de totale vermogenspositie.
  • Interingstoets: De interingstoets speelt een rol bij de beoordeling. Indien de belastingplichtige moet interen op zijn vermogen om de belasting te voldoen, kan dit wijzen op een individuele en buitensporige last.
  • Inkomen onder Bijstandsnorm: Als het inkomen door het betalen van de belasting onder de bijstandsnorm belandt, kan dit een indicatie zijn van een individuele en buitensporige last.
  • Overige Omstandigheden en Eigen Handelen: Het eigen handelen van de belastingplichtige en overige omstandigheden kunnen ook relevant zijn bij de beoordeling.
  • Bewijslast: De bewijslast dat sprake is van een individuele en buitensporige last ligt bij de belastingplichtige. Deze zal aannemelijk moeten maken dat van een dergelijke last sprake is.

Deze aspecten vormen de kern bij het beoordelen van een individuele en buitensporige last in box 3. Het is van belang dat belastingplichtigen en adviseurs zich bewust zijn van deze criteria en de relevante jurisprudentie bij het beoordelen van hun situatie.

Kort en goed de huidige status van wetgeving

Belastingtip box 3 heffing: Rechters kijken voor de heffing van box 3 naar het werkelijke rendement !

Als de procedure in het voordeel van belastingplichtige uitvalt geeft dit een gat in de rijksbegroting van 4,5 miljard euro. Dit zal worden "opgelost" via een verhoging van de inkomstenbelasting en/of vennootschapsbelasting. Dit zal in 2024 duidelijk worden.

Vermoedelijk moeten honderdduizenden belastingplichtigen in 2024 via een geautomatiseerd proces veel informatie aan de belastingdienst aanleveren zodat het werkelijke rendement van box 3 vermogen kan worden bepaald. De belastingdienst is dit thans aan het voorbereiden.

De belangrijkste vraag zal worden "wat is rendement"?". Er zijn hierover verschillende uitspraken van rechters. Sommige rechters kijken alleen naar het directe rendement (huur, rente, dividend) en sommige rechters stellen dat ook indirect rendement (niet gerealiseerde waarde stijgingen) moeten worden meegenomen.

Een overzicht (tarieven 2024, zonder partner)

In box 3 wordt het inkomen uit sparen en beleggen in de belastingheffing betrokken. De box 3 heffing loopt de laatste jaren redelijk op.

Totaal vermogen  Beleggen  Sparen
€ 100.000  € 934  € 159
€ 200.000  € 3.109  € 529 
€ 300.000   € 5.283  € 900
€ 500.000   € 9.632  € 1.642
€ 1.000.000  € 20.504  € 3.496

Tarieven Box 3

Soort belegging         2022  2023   2024
Banktegoeden  0,00%  0,36%  1,03%
Beleggingen   5,53%  6,17%  6,04%
Schulden   2,28%  2,57%  2,47%

Huidige box 3 wetgeving kan wederom in de prullenbak

In het Kerst-arrest heeft de Hoge Raad bepaald dat het box 3 stelsel vanaf 2017 niet juist is en dat belastingplichtigen moeten worden gecompenseerd. Het werkelijke rendement is immers veelal veel lager dan het fictieve rendement waarmee wordt gerekend voor de box 3 heffing. Op dit moment wordt er wederom gerekend met fictieve rendementen, het wachten is dus op de volgende procedures.

Er is een nieuw rechtsherstel besluit voor de nabije toekomst. Dit besluit wordt in de eerste uitspraken door rechters al afgeschoten, zie als voorbeeld een uitspraak van het Gerechtshof Den Bosch op 2 november 2022 (ECLI:NL:GHSHE:2022:3806). Ook in een procedure bij het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden op 10 januari 2023 (ECLI:NL:GHARL:2023:138) wordt het huidige box 3 stelsel afgeschoten.  Bezwaar maken tegen de box 3 aanslag blijft dus noodzakelijk.

Box 3 heffing over werkelijk rendement

Hof Den Haag (ECLI:NL:GHDHA:2024:229) oordeelt dat het door de inspecteur vastgestelde box 3-inkomen van Henk niet te hoog is. Henk heeft niet handig geprocededeerd door geen inzage te geven in het exact behaalde rendement (fonds voor gemene rekening) over zijn box 3 vermogen. Of dit rendement dan lager of hoger is dan het forfaitaire rendement kan dan niet worden vastgesteld. Je moet dus wel inzicht geven in het werkelijke rendement van je box 3 vermogen.

Procesverloop
  • In geschil: Of de belastingheffing over het inkomen uit sparen en beleggen juist is, of deze in strijd is met het EVRM, en of sprake is van een buitensporige last.
  • Aanslag IB/PVV 2020: Henk kreeg een aanslag met €0 belastbaar inkomen uit werk en woning en €100.975 uit sparen en beleggen.
  • Bezwaar en behandeling: Henk heeft bezwaar gemaakt tegen de aanslag, betreffende de box 3-heffing op stelselniveau en of sprake is van een individuele en buitensporige last. Het bezwaar tegen de stelselvraag is aangehouden; het individuele bezwaar is ongegrond verklaard.
  • Kerstarrest en collectieve uitspraak: Na het Kerstarrest deed de staatssecretaris een collectieve uitspraak op bezwaarschriften, die voor 2017 tot en met 2020 gegrond verklaard werden.
  • Beroep en hoger beroep: Henk stelde beroep in tegen de uitspraak op bezwaar, wat ongegrond verklaard werd. Vervolgens is hoger beroep ingesteld bij het Gerechthof, wederom gaat het mis voor Henk
  • Oordeel rechtbank: De rechtbank oordeelde in lijn met het Kerstarrest dat de forfaitaire rendementsheffing in box 3 disproportioneel is, maar vond geen aanleiding voor compensatie omdat het werkelijk behaalde rendement niet lager is dan het vastgestelde rendement, tenminste het is niet helemaal duidelijk wat het werkelijke rendement is geweest. Er wordt geen compensatie geboden in afwijking van het Besluit rechtsherstel omdat belanghebbende niet aannemelijk maakte dat zijn werkelijk behaalde rendement lager was.
  • Oordeel Gerechtshof:  Het Hof erkent dat de heffing op stelselniveau strijdig is met het EVRM, maar het rechtsherstel moet aansluiten bij het werkelijk behaalde rendement.  Het Hof oordeelt dat er voor belanghebbende geen sprake is van een buitensporige last gezien zijn vermogen en inkomen. Hoge beroep is ongegrond.  De heffing in box 3 wordt als proportioneel beschouwd binnen de context van het werkelijk behaalde rendement en vormt geen buitensporige last voor de belanghebbende. De oorspronkelijke aanslag en de uitspraak van de Rechtbank worden gehandhaafd.

Formulier belastingdienst inzake box 3

In de nieuwe wet (2017-2022) wordt het box 3 vermogen berekend volgens de forfaitaire spaarvariant (wet rechtsherstel box 3). Deze wet is ingevoerd n.a.v. het kerstarrest uit 2021.

Volgens de kamerbrief wordt er gewerkt aan een formulier waarin elke belastingplichtige met box 3 vermogen kan opgeven wat zijn werkelijke rendement is geweest.

Mening Hoge Raad over box 3 stelsel 2017 -2022

Op 1 september 2023 heeft de adviseur van de Hoge Raad (ECLI:NL:PHR:2023:655) dat de nieuwe wet rechtsherstel box 3 nog steeds niet in de haak is en dus een schendt deze wet het discriminatieverbod en het eigendomsrecht. De reden is dat de nieuwe wet zeer verschillend renderende of negatief renderende beleggingen belast naar één uniform positief rendement.

In de conclusie stelt de adviseur van de Hoge Raad om ook deze nieuwe wetgeving af te schieten. De nieuwe wetgeving moet conform het kerstarrest in de prullenbak. In deze casus ging het om aandelen in een VVE, dit is per 2024 al aangepast door de wetgever. Belastingheffing over een gemiddeld beleggingsrendement is volgens de adviseur van de Hoge Raad (de heer Wattel) altijd in strijd met basisrechten van de belastingbetaler (discriminatie en eigendom). Een ander gemiddelde of percentage maakt dit niet anders.

Box 3 wijziging 2023 en 2024

Het tarief in box 3 wordt verhoogd van 32% naar 34% in 2024. Het tarief blijft dan in 2025 ook 34%. Het heffingsvrije vermogen van € 57.000 per belastingplichtige blijft in 2023 en 2024 gelijk. Het nieuwe box 3 stelsel is uitgesteld tot 2027. Tevens zijn er nog een paar kleinere wijzigingen per 2023 / 2024, de belangrijkste:

  1. Vermogen binnen een VvE (vereniging van eigenaren) wordt gezien als spaarsaldo (en niet als overige bezitting). Bezittingen in box 3 worden gezien als banktegoeden (fictief rendement 0,36%) of overige bezittingen (fictief rendement 6,17% in 2023). Dit geldt per 2023.
  2. Vermogen op de derdenrekening bij de notaris wordt gezien als spaarsaldo (per 2023)
  3. Onderlingen vorderingen en schulden tussen ouders en kinderen kunnen een probleem opleveren. Het forfaitaire rendement op vorderingen bedraagt 6,17% en voor schulden 2,46% (cijfers 2023). Bij onderlinge vorderingen en schulden (ouders / kinderen en fiscale partners) zou dit oneerlijk zijn. De vorderingen en schulden worden per 2023 gedefiscaliseerd. Dit kan ook plaatsvinden door verrekenbeding bij huwelijkse voorwaarden.
  • Tip: als het werkelijke rendement lager is dan het forfaitarie rendement maak dan bezwaar tegen uw aanslag inkomstenbelasting.

Ook nieuwe box 3 wetgeving kan in de prullenbak

De Rechtbank Noord Nederland heeft op 16 juni 2023 (ECLI:NL:RBNHO:2023:5507) bepaald dat ook de nieuwe box 3 wetgeving nog steeds buiten proportioneel is. De wet rechtsherstel box 3 kan ook in de prullenbak omdat er een significante afwijking bestaat tussen het werkelijk genoten rendement en het forfaitaire rendement. Het geboden rechtsherstel in de nieuwe wetgeving in onvoldoende. Deze procedure ging over de box 3 heffing in 2018 en 2019, deze is echter nu nog steeds actueel. In het kerstarrest kraakte de Hoge Raad de oude wetgeving al en nu kan de nieuwe wetgeving ook naar de "stort" worden gebracht. Ook het Gerechtshof in 's Hertogenbosch schoot in 2022 de herziene wetgeving (uit 2017) al af. Duidelijkheid is er nog niet omdat het Gerechtshof Den Haag in 2021 nog stelde dat het wel mee kan vallen als er voldoende eigen vermogen of inkomen is. Al met al.. de komende tijd zullen er nog wel meer uitspraken volgen. Maak dus tijdig bezwaar tegen uw aanslag inkomstenbelasting (box 3) (voorbeeld bezwaarschrift tegen heffing box 3)

Box 3 heffing 2015 en 2016 is akkoord, geen rechtsherstel

Henk en Truus verzoeken om vermindering van de aanslagen Inkomstenbelasting over de jaren 2015 tot en met 2017. Bij het hof stelden ze zich op het standpunt dat de box 3-heffing in strijd is met artikel 1 EP en met artikel 14 EVRM en dat het aan de rechter is om rechtsherstel te bieden, de rechtbank was het niet met Henk en Truus eens. Ook zou er volgens Henk en Truus sprake zijn van een individuele en buitensporige last. Een korte terugblik:

Voor de jaren 2013 tot en met 2016 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de bal eigenlijk met de wetgever ligt, tenzij sprake is van strijdigheid met artikel 1 EP (individueel en buitensporige last).  Vanaf 2017 gooit de Hoge Raad in haar kerstarrest uit 2021 de box 3 heffiing in de prullenbak (schending artikel 1 EP en artikel 14 EVRM). In mei 2022 wordt door de Hoge Raad bevestigd (zie rechtsoverweging 3.4) dat dit alleen ziet op de heffing vanaf 2017. In februari 2023 wordt dit nog eens door de Hoge Raad bevestigd. Het Gerechtshof stelt in augustus 2023 dat de heffing over 2015 en 2016 in box 3 wel akkoord is.

Procedures inzake box 3

Er worden wekelijks procedures gevoerd over de rechtmatigheid van de box 3 heffing. Hieronder diverse procedures die allen worden gewonnen door de belastingplichtige. In alle uitspraken wordt gesteld "heffing over werkelijke rendement". Je vraag je af waarom de belastingdienst dergelijke procedures niet gewoon intrekt. De rechterlijke macht kan wel leukere en betere dingen gaan doen. Er zijn al tweede kamervragen gesteld over deze situatie. Deze vragen zijn op 6 maart 2023 beantwoord door de staatssecretaris.

Ons advies: maak tijdig bezwaar tegen de opgelegde aanslag in box 3, ruim 85.000 belastingplichtigen gingen u voor. Ook het register voor belastingadviseur komt met dit advies.

Conclusie Advocaat Generaal 1 september 2023

Rechtbank Den Haag 10 mei 2023 ECLI:NL:RBDHA:2023:14120 (waardestijging meenemen, buitenlands vermogen)

Hof 's Hertogenbosch 17 augustus 2023 ECLI:NL:GHSHE:2023:692

Hof Arnhem-Leeuwarden 7 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1116

Hof Arnhem-Leeuwarden 7 februari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:1110

Hoge Raad 3 februari 2023 ECLI:NL:HR:2023:127

Hof Arnhem-Leeuwarden 10 januari 2023, ECLI:NL:GHARL:2023:138

Hof Arnhem-Leeuwarden 29 maart 2022 

Hof 's-Hertogenbosch 19 mei 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1892

Hof ’s-Hertogenbosch 2 november 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:3806

Rechtbank Den Haag 5 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13420

Rechtbank Den Haag 5 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13422

Rechtbank Den Haag 5 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13417

Rechtbank Den Haag 5 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:13425

Rechtbank Den Haag 19 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:14134

Rechtbank Den Haag 22 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:14231

Rechtbank Den Haag 22 december 2022, ECLI:NL:RBDHA:2022:14234

Rechtbank Zeeland-West-Brabant 22 december 2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:7919

Hoge Raad 20 mei 2022 ECLI:NL:HR:2022:720

Hoge Raad 24 december 2021 ECLI:NL:HR:2021:1963 (kerstarrest)

Hoge Raad 2 juli 2021 ECLI:NL:HR:2021:1047

Gerechtshof Amsterdam 22 september 2020 ECLI:NL:GHAMS:2020:2538

Hoge Raad 29 mei 2020 ECLI:NL:HR:2020:831

Hoge Raad 12 juli 2019 ECLI:NL:HR:2019:1179

Hoge Raad 14 juni 2019 ECLI:NL:HR:2019:946

Hoge Raad 14 juni 2019 ECLI:NL:HR:2019:816

Box 3 heffing in de toekomst

Vanaf 2023 komen er 3 vermogenscategorieën, dit zijn:

  1. Banktegoeden: er wordt gerekend met het maandelijkse rentepercentage op deposito's. De meeste mensen hebben echter hun spaargeld op een vrij opneembare bankrekening of spaarrekening staan. Het rendement op deze bankrekening is veel lager. Er wordt dus wederom teveel belasting geheven in box 3. Voor 2022 valt het mee, het rendement is vastgesteld op 0%. Edoch, een belastingplichtige moet met € 150.000 spaargeld en geen schulden over 2022 nog altijd zo'n € 1.000 box 3 heffing betalen, het feitelijk rendement kan zomaar € 0 zijn.
  2. Overige bezittingen: in deze categorie wordt gerekend met een rendement van ruim 5,5%. Bij beleggingen in aandelen of obligaties zal het werkelijke rendement veelal lager zijn. Ook in deze categorie is het fiscale fictieve rendement dus vaak te hoog. 
  3. Schulden: er wordt gerekend met een percentage gelijk aan woninghypotheken, zo rond de 2% - 2,5% (2021: 2,46%). De meeste schulden zijn echter niet gedekt met een hypotheekrecht, waardoor de rente hoger zal zijn. Ook box 3 schulden die zijn ontstaan uit schuldig gebleven schenkingen worden onjuist meegenomen, deze rente is immers 6%.

Vanaf 2025 of 2026 gaat het gehele stelsel op de schop en komt er een regeling die aansluit bij de werkelijke rendementen.

Conclusie fiscaal jurist inzake box 3 in de toekomst

Bij het opstellen van de aangifte inkomstenbelasting 2022 wordt dus gerekend met onjuiste fictieve rendementen. Als het verschil met de werkelijke rendementen groot genoeg is, moet er bezwaar worden aangetekend. Hopelijk komt er een massaal bezwaarprocedure, zodat niet iedere belastingplichtige de gang naar de rechter moet maken. Het Kerst-arrest 2.0 is derhalve in de maak.

Bron box 3 vanaf 2023

Voorbeeld bezwaarschrift box 3

Deel deze pagina

Laatste update op 14-03-2024
Artikel gemaakt op 03-10-2023
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Inkomstenbelasting Box 3 Box 3 niet rechtsgeldig

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap