print sitemap zoeken disclaimer contact

Box 3

Het toekomstige box 3 stelsel

Er wordt veel gesproken over de box 3 problematiek. Bovendien volgen de wijzigingen elkaar in hoog tempo op, waardoor zelfs adviseurs het overzicht soms dreigen te verliezen. In dit artikel gaan we in op de recente ontwikkelingen binnen het box 3-stelsel en werpen we een blik op de toekomst.

Historie box 3 belastingen in Nederland

Box 3 in Nederland in periode 2017 – 2022

Met ingang van 1 januari 2017 is het box 3-stelsel in de wet gewijzigd. Vanaf dat moment werd een zogenoemde forfaitaire vermogensmix geïntroduceerd. Daarbij werd aangenomen dat naarmate het vermogen hoger is, er meer is belegd. Dit leidde tot een progressieve belastingheffing in box 3: hoe hoger het vermogen, hoe hoger het veronderstelde rendement en dus de belastingdruk.

Op 24 december 2021 oordeelde de Hoge Raad dat dit stelsel in strijd is met artikel 1 van het EP (het recht op ongestoord eigendom) en artikel 14 van het EVRM (het verbod op discriminatie). Volgens de Hoge Raad mocht belasting in box 3 alleen worden geheven over het werkelijke rendement. Deze uitspraak staat bekend als het “kerstarrest”.

Als reactie hierop stelde de staatssecretaris van Financiën een tijdelijke regeling voor, ook wel bekend als de “Wet rechtsherstel box 3”. Deze regeling geldt voor de jaren 2017 tot en met 2022. Hierin worden de vermogens van belastingplichtigen onderverdeeld in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Voor elke categorie wordt een forfaitair rendement toegepast.
Men kan daarbij kiezen tussen het oude of nieuwe systeem van box-3 heffing (de meest voordelige berekening).  

Box 3 in Nederland vanaf 2023

Vanaf 2023 past de staatssecretaris van Financiën opnieuw de methode toe waarbij het vermogen wordt onderverdeeld in drie categorieën, namelijk: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Deze methode is vastgelegd in de Overbruggingswet box 3. Deze wet is van kracht voor de periode 2023 tot en met 2027. De wet fungeert als tijdelijke regeling totdat het nieuwe, definitieve box 3-stelsel wordt ingevoerd.

Het uiteindelijke doel van het kabinet is om te komen tot een box 3-heffing op basis van het werkelijk behaalde rendement. Dit nieuwe stelsel zal worden vastgelegd in de Wet werkelijk rendement box 3.

Echter, in de zogeheten 6 juni-arresten heeft de Hoge Raad ook deze tijdelijke methode in strijd verklaard met het EVRM. De Hoge Raad oordeelde dat belastingplichtigen die kunnen aantonen dat hun werkelijke rendement lager is dan het forfaitaire, slechts belasting hoeven te betalen over dat lagere werkelijke rendement. Dit geldt dus ook voor de overgangsperiode tot en met 2027.

In deze arresten heeft de Hoge Raad zelf rekenregels geformuleerd voor het bepalen van het werkelijke rendement. Het kabinet heeft deze rekenregels verder uitgewerkt in een aanvullend rechtsherstel: de Wet tegenbewijsregeling box 3. Deze wet moet belastingplichtigen de mogelijkheid bieden om het lagere werkelijke rendement aan te tonen en geldt voor de periode van 2017 tot en met 2027, zolang de Wet werkelijk rendement box 3 nog niet is ingevoerd. In juli 2025 komt de belastingdienst met een formulier waar het werkelijk rendement kan worden doorgegeven.

Hoofdlijnen Wet werkelijk rendement box 3

De kernpunten van dit voorstel zijn als volgt:

  1. Vermogensinkomsten worden niet meer belast naar een forfaitair rendement, maar naar het totale werkelijk rendement dat is behaald uit het vermogen.
  2. Onder het totale werkelijk rendement vallen directe en indirecte inkomsten. Bij directe inkomsten kunt u denken aan rente, dividend, huur, etc. indirecte inkomsten zijn waardemutaties van vermogensbestanddelen.
  3. Voor de meeste vermogensbestanddelen geldt het principe van vermogensaanwasbelasting. Dat betekent dat de jaarlijkse waardeontwikkeling, positief of negatief belast wordt in het jaar waarin deze zich voordoet. Ook als de winst of het verlies nog niet is gerealiseerd.
  4. Er geldt een uitzondering voor twee vermogenscategorieën, namelijk onroerende zaken en aandelen in kwalificerende startende ondernemingen. Deze worden belast volgens het systeem van vermogenswinstbelasting: pas op het moment van verkoop wordt de gerealiseerde waardemutatie belast. Ook hier kan sprake zijn van een positief of negatief resultaat.
  5. Schulden worden ook als vermogensbestanddeel aangemerkt. Betaalde rente op box 3-schulden leidt dan tot een negatieve inkomst in box 3. De huidige schuldendrempel vervalt.
  6. In het nieuwe stelsel zijn werkelijk gemaakte kosten in principe aftrekbaar. Dit geldt ook voor bijvoorbeeld onderhoudskosten of beheerkosten. Sommige kosten zijn echter uitgezonderd van aftrek, vergelijkbaar met de huidige beperkingen in de winstsfeer. Het uitgangspunt is dat uitsluitend kosten die verband houden met de inning, het behoud en de verwerving van de reguliere voordelen, in aftrek mogen komen. Kosten voor verbetering of aankoop van bezittingen, zoals transactiekosten bij de aan- of verkoop van beleggingen, worden in het vermogensaanwasregime anders behandeld dan in het vermogenswinstregime. In het vermogensaanwasregime gelden deze kosten als een storting. In het vermogenswinstregime worden deze kosten opgeteld bij de verkrijgingsprijs, waardoor ze op het moment van verkoop worden afgetrokken van de opbrengst bij het berekenen van de winst.
    Betaalde rente over schulden die onder box 3 vallen, telt in het vermogensaanwasregime als negatief inkomen.
  7. Het huidige heffingsvrije vermogen wordt vervangen door een heffingsvrij inkomen. In de Kamerbrief van 19 juni 2024 stelt de staatssecretaris dit op € 1.250 per persoon per jaar.
  8. Verliezen in box 3 kunnen niet worden verrekend met positieve inkomsten uit box 1 of box 2. Ze zijn uitsluitend te verrekenen met toekomstige positieve inkomsten binnen box 3. Deze verliesverrekening geldt onbeperkt in de tijd (carry-forward). Er geldt een verliesdrempel van € 500 per persoon.
  9. Net als in het huidige systeem geldt als hoofdregel dat bezittingen en schulden worden gewaardeerd tegen de waarde in het economische verkeer.

Noot belastingadviseur inzake box  3

De veranderingen in box 3 hebben aanzienlijke gevolgen, met name voor beleggers. Heeft u vragen over wat deze wijzigingen voor u betekenen? Neem dan gerust contact met ons op of kom langs voor een kop koffie. We denken graag met u mee.

Beperken heffing in box 3?

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 23-06-2025
Artikel gemaakt op 23-06-2025
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Inkomstenbelasting Box 3 Toekomstige box 3 stelsel

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap