Hypotheekrenteaftrek bij echtscheiding
Nog steeds komen er nieuwe procedures over de aftrekbaarheid van hypotheekrente in echtscheidingssituaties. In onze praktijk ontvang ik daarnaast wekelijks vragen van mensen over rentecorrecties die door de Belastingdienst zijn aangebracht in aangiften inkomstenbelasting. Waarom gaat het toch zo vaak mis met de aftrek van hypotheekrente bij echtscheidingen?
Echtscheiding en fiscaal partnerschap
Als jullie gehuwd zijn met gezamenlijk een eigen woning en hypotheek, dan zijn jullie ieder voor 50% eigenaar van de woning en ieder voor 50% schuldenaar op de hypotheek. Omdat sprake is van fiscaal partnerschap maakt het niet uit wie de rente betaalt, de aftrekposten kunnen jullie immers gezamenlijk verdelen. Eindigt het huwelijk door echtscheiding, dan eindigt hierdoor tevens het fiscaal partnerschap. Het is nog wel mogelijk om in het jaar van echtscheiding te kiezen voor fiscaal partnerschap voor het gehele jaar, zodat in dat jaar de aftrekposten nog onderling verdeeld kunnen worden.
Hypotheekrenteaftrek bij echtscheiding
Is er sprake van een echtscheiding, dan maakt het ineens wel uit wie de rente betaalt en welke afspraken hierover zijn gemaakt. Blijven jullie ieder 50% van de hypotheekrente betalen, dan is de echtscheidingsregeling van toepassing op de vertrekkende partner. Deze kan tot 24 maanden na vertrek uit de woning de rente in aftrek brengen. Na deze periode verhuist 50% van de woning en de schuld naar box 3.
Voor de partner die in de woning blijft wonen (hierna: achterblijver) en de volledige hypotheekrente betaalt, wordt het wat complexer. De rente die de achterblijver betaalt voor de ex is dan alleen nog aftrekbaar als:
- rentekosten: als er een afspraak ligt dat de achterblijver het economisch eigendom van de woning heeft verkregen. Let op: de aflossingseis geldt dan ook!
- alimentatie: als er sprake is van een kwalificerende onderhoudsverplichting.
Wanneer is sprake van een voor alimentatie kwalificerende onderhoudsverplichting?
Op 16 november 2018 heeft de Hoge Raad zich gebogen over de vraag wanneer sprake is van een voor alimentatie kwalificerende onderhoudsverplichting. De Hoge Raad oordeelde dat van een periodieke verstrekking (alimentatie) sprake is indien rechtstreeks uit het familierecht een wettelijke verplichting daartoe volgt. De wettelijke verplichting volgt:
- uit een rechterlijke uitspraak waarbij een uitkering tot levensonderhoud is toegekend; of
- uit een overeenkomst waarin een onderhoudsverplichting jegens de partner is vastgelegd.
De Hoge Raad laat echter wel ruimte om aanvullend bewijs te leveren door te overwegen dat voor de beoordeling of een overeenkomst tussen partijen een onderhoudsverplichting inhoudt, de Haviltex-maatstaf moet worden toegepast. Deze maatstaf houdt in dat niet alleen de taalkundige betekenis van belang is, maar ook wat partijen hebben bedoeld. Het gaat dan tevens om de gerechtvaardigde verwachtingen die partijen over en weer mochten hebben, welke vervolgens door de rechter worden meegewogen bij de vaststelling van de gemaakte afspraken.
Noot fiscaal jurist
Als partijen geen afspraken hebben gemaakt over de betaling van de hypotheekrente, dan ontstaat er een probleem. Uit een stijging van het aantal gerelateerde vragen maak ik op dat de Belastingdienst hier strenger op controleert.
Zijn er geen afspraken gemaakt, dan is het wellicht nog mogelijk om de voor de ex betaalde hypotheekrente te kwalificeren als een zakelijke vergoeding voor het gebruik van de woning. In dat geval blijft de rente drukken op de ex waardoor de echtscheidingsregeling ineens van toepassing wordt. De ex mag de rente dan maximaal 24 maanden na vertrek uit de woning aftrekken in de aangifte. Degene die de rente betaalt heeft hier weinig aan, maar in onderling overleg kunnen hier misschien nog afspraken over worden gemaakt.
Bron hypotheekrenteaftrek bij echtscheiding
Hoge Raad 16 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2134.