Crypto lager waarderen in box 3
De kern van discussie in procedure bij de Rechtbank Noord Holland d.d. 14 september 2023 (ECLI:NL:RBNHO:2023:10669) is of de box 3 heffing over crypto terecht is, of in strijd met artikel 14 EVRM en derhalve een individuele en buitensporige last vorm (kerstarrest Hoge Raad). In een tweetal procedures heeft de Rechtbank Noord Holland een crypto (altcoins) bezitter in het gelijk gesteld. Er hoeft in box 3 geen rendement in aanmerking te worden genomen omdat sprake is van een (sterk) negatief rendement. Zowel op grond van het kerstarrest als de Wet rechtsherstel box 3 is de heffing niet terecht. Box 3 is niet altijd een buitensporige last, maar in dit geval wel. Een overzicht van tientallen procedures treft u hier aan. In dit artikel duiken we in deze uitspraken inzake crypto / altcoins en box 3.
Ook in hoger beroep bleeft deze zaak bij het Gerechtshof Amsterdam d.d. 15 oktober 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:2977) ongewijzigd. Omtrent de bewijslast verdeling verwijzen wij u graag naar de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 6 juni 2024 (ECLI:NL:HR:2024:704)
Tarieven Box 3
Soort belegging | 2022 | 2023 | 2024 |
Banktegoeden | 0,00% | 0,36% | 1,03% |
Beleggingen | 5,53% | 6,17% | 6,04% |
Schulden | 2,28% | 2,57% | 2,47% |
Altcoins waarderen in box 3
Henk heeft per 1 januari 2018 in totaal 3.300.000 euro aan cryptovaluta en 4.000 euro op de bank. Er wordt een aanslag inkomstenbelasting (box 3) opgelegd van ruim 50.000 euro. De crypto hadden op 1 januari 2017 een waarde van 34.000 euro, dit steeg per 1 januari 2018 was dit gestegen tot 3.300.000 euro en vervolgens een duikeling tot 223.000 euro per 1 januari 2019. Daarnaast voor Henk nog bij zijn ouders en heeft hij een inkomen van 21.000 euro. In 2018 is dus een fors verlies geleden op de crypto valuta. De rechtbank komt tot het volgende
- Rechtsoverweging 20: Door desalniettemin te rekenen met een rendement van 5,38% staat de belastingheffing zover af van een redelijke benadering van het werkelijk rendement dat de rechtbank van oordeel is dat, ook met inachtneming van de wet rechtsherstel box 3, de belastingheffing box 3 de proportionaliteitstoets van artikel 1 van het EP, in samenhang met artikel 14 van het EVRM niet kan doorstaan en in zoverre buiten toepassing dient te blijven. Dat bij toepassing van het door de wetgever geboden rechtsherstel het te belasten rendement zelfs hoger is dan volgt uit de Wet IB 2001 terwijl het daadwerkelijk rendement in dit geval sterk negatief is, maakt naar het oordeel van de rechtbank duidelijk dat de Wet rechtsherstel box 3 voor altcoins geen rechtsherstel biedt als door de Hoge Raad in het kerstarrest bedoeld.
Noot fiscaal jurist inzake altcoin / crypto en box 3
Veel bitcoin en altcoin bezitters zaten in 2018 met de spreekwoordelijke staart tussen de benen. De crypto markt ging in de knieën. Deze uitspraak is dus voor veel crypto bezitters relevant. Een vermogensverlies dat is ontstaan na peildatum mag worden meegewogen bij de heffing in box 3. Een vermogensverlies op crypto na peildatum leidt er in deze uitspraak toe dat geen belasting is verschuldigd over de crypto per 1 januari (in box 3). In beginsel wordt er voor de heffing in box 3 aangesloten bij het vermogen op 1 januari van een kalenderjaar, de zogenaamde peildatum. In deze kwestie bij de Rechtbank Noord Holland mocht echter het later in het jaar ontstane vermogensverlies in aanmerking worden genomen, hierdoor bleef de heffing over een vermogen van 3.000.000 euro achterwege. Elk weldenkend mens begrijpt dit maar de belastingheffing nog niet (Dura lex sed Lex, de wet is hard maar is nu eenmaal de wet).
Sinds 2017 wordt voor de heffing in box 3 een onderscheid gemaakt tussen spaargeld en overige beleggingen. De uitwerking van dit stelsel levert echter onredelijke uitkomsten op. Na veel gedoe greep de Hoge Raad uiteindelijk in (kerstarrrest). De box 3 heffing is in strijd met het eigendomsrecht en het EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens). Het forfaitaire rendement mag niet hoger zijn dan het werkelijke rendement, aldus ons hoogste rechtscollege (anders is het stelen, zou een Glanerbrugger zeggen). Er kwam een nieuwe wet die evenzo in strijd is met de proportionaliteitstoets van het eigendomsrecht. De nieuwe wetgeving die aansluit het werkelijke rendement komt er pas in 2027.
Bron Crypto in box 3 in 2018
Rechtbank Noord Holland d.d 14 september 2023 ECLI:NL:RBNHO:2023:10669
Vragen over box 3 of crypto? Vraag vrijblijvende offerte
Meer weten van crypto lager waarderen in box 3
- Fiscale aspecten crypto valuta
- Crypto minen en btw-aftrek
- Crypto en software
- Crypto melden bij fiscus
- Crypto in box 1 of box 3
- Crypto in de BV
- Bitcoin of crypto en inkeerregeling
- Crypto vergeten
- Box 3 in strijd met eigendomsrecht
- Aanpassing box 3 in 2022
- Box 3 ambtshalve verminderen
- Box 3 niet altijd buitensporig
- Waardering failliet vermogen in box 3
- Cryptowinst via trading bot is winst uit onderneming
- Crypto navordering 5 of 12 jaar