Box 3 in aangifte inkomstenbelasting
Inleiding box 3
In uw aangifte inkomstenbelasting 2012 moet u wellicht ook uw box 3 vermogen aangeven. Dit betreft het vermogen dat samenhangt met sparen, beleggen of overig vermogen. U kunt hierbij denken aan:
- spaarrekening;
- beleggingen;
- vakantiewoningen.
Niet al uw vermogen is belast, per persoon is € 21.139 vrijgesteld,
bij gehuwden of partners derhalve € 42.278.
Los van uw rendement moet u over dit vermogen 30% belasting betalen, dit
over een fictief vastgesteld rendement van 4%, per saldo dus 1,2%. Het
vermogen wordt vastgesteld per 1 januari.
Box 3 in 2019
Box 3 in 2018
Box 3 vanaf 2017
De forfaitaire bepalingen zijn veranderd. Het heffingsvrije vermogen bedraagt € 25.000 per persoon (was € 24.437), beide fiscale partners derhalve € 50.000. De grondslagen voor sparen en beleggen bedragen:
- forfaitair rendement sparen 1,63% en beleggen 5,39%;
- tot € 75.000 is het forfaitair rendement 2,87% (sparen 67% en beleggen 33%);
- van € 75.000 - € 975.000 is het forfaitair rendement 4,6% (sparen 21% en beleggen 79%);
- boven de € 975.000 5,39% (sparen 0% en beleggen 100%).
Hoe kunt u uw box 3 vermogen verlagen?
U kunt op een aantal manieren uw box 3 vermogen verlagen, de belangrijkste opties zijn:
- Schulden aan de Belastingdienst vóór 1 januari betalen.
- Beleggen in buitenlands vastgoed.
- Beleggen in zaken die zijn vrijgesteld in box 3 (zoals kunst).
- Uitgaven voor privé.
- Investeren in vrijgestelde zaken voor box 3 (auto, oldtimer, boot, etc.).
- Belastingvrij geld schenken aan uw kinderen of kleinkinderen.
- Kleine schulden wegwerken (aflossen met spaargeld), schulden tot en met € 2.900 tellen namelijk niet mee als schuld in box 3.
- Maatschappelijk beleggen via uw bank (extra vrijstelling in box 3).
- Beleggen via een B.V. (voor grote vermogens). Lees dit artikel eens over het onderbrengen van box 3 vermogen in uw B.V.