Informatiebeschikking en niet verstrekken stukken
In deze blog gaan wij nader in op een uitspraak van de Rechtbank waarbij de inspecteur weigerde om op de zaak betrekking hebbende stukken te verstrekken. De rechter (Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 7 februari 2024 ECLI:NL:RBZWB:2024:647) kan de gehele aanslag in de prullenbak gooien , de bewijslast gunstiger verdelen, maar ook een proceskostenvergoeding toekennen. In deze zaak is besloten om een proceskostenvergoeding van € 10.000 toe te kennen (schending artikel 8:42 AWB).
Weigeren om alle stukken aan belastingplichtige te verstrekken
In bezwaar en beroepsprocedures moet de inspecteur in beginsel alle op de zaak betrekking hebbende stukken aan u overleggen. Wij merken dat regelmatig niet alle stukken in uw dossier aanwezig zijn en/of in procedures niet alle relevante stukken worden verstrekt. Er volgt dan een discussie over het feit of bepaalde stukken of gegevens wel op niet op uw zaak (aanslag) betrekking hebben. Maar welke informatie moet er nu wel en niet worden verstrekt? In dit artikel een overzicht van uw rechten en de gevolgen bij de rechter als niet alle stukken worden verstrekt. Dit gaat derhalve om:
- adviezen
- derdenonderzoeken
- informatie uit boekenonderzoek
- standpunten kennisgroep
- correspondentie
- verslagen van telefooongesprekken
- e-mails
De inspecteur mag geen selectie maken zodat hij naar eigen inzicht gaat beoordelen welke stukken wel en niet worden verstrekt. De Hoge Raad heeft in haar arrest duidelijk gemaakt welke stukken wel en niet moeten worden verstrekt. Dit is in 2022 door de Hoge Raad nog eens herhaald en verder duidelijk gemaakt.
Verzoeken om inzage stukken tijdens hoorzitting
Het is volgens het Gerechtshof 's Hertogenbosch heeft op 9 augustus 2023 (ECLI:NL:GHSHE:2023:2595) van belang dat u bij een schending van het inzagerecht (artikel 7:4 lid 3 AWB) hierover een opmerking maakt tijdens de hoorzitting. Als een belanghebbende - die door een proffesionele gemachtigde wordt bijgestaan - tijdens een hoorzitting niet opnieuw aanvoert dat hij door het achterwege laten van de inzage in zijn stukken (dossier bij de belastingdienst of de overheidsinstelling) informatie mist, de belanghebbende deze informatie kennelijk niet nodig heeft, niet meer nodig heeft of niet heeft gemist. Tijdens een (telefonische) hoorzitting is het ontbreken van het inzagerecht niet aan de orde gesteld. Het Hof gaat met de wettekst in de hand (artikel 6:22 AWB) aan het inzagerecht / de inzageplicht (artikel 7:4 lid 2 AWB), voorbij. Het Gerechtshof komt tot het volgende:
- RO 4.6: Indien, zoals in het onderhavige geval, geen ter inzagelegging heeft plaatsgevonden voorafgaand aan de hoorzitting, dan mag van belanghebbende worden verwacht dat hij voorafgaande of tijdens die hoorzitting nogmaals daarom verzoekt. Als een belanghebbende, zeker in het geval hij wordt vertegenwoordigd door een professionele gemachtigde, tijdens die hoorzitting niet opnieuw aanvoert dat hij door het achterwege laten van de ter inzagelegging informatie mist, dan mag in beginsel worden aangenomen dat hij die stukken kennelijk niet (meer) nodig heeft. Het laten passeren van de mogelijkheid in de bezwaarfase om informatie te vergaren, die nodig is om de bezwaarfase optimaal te laten verlopen, moet dan voor rekening van belanghebbende blijven. Uit het verslag van de (telefonische) hoorzitting volgt niet dat belanghebbende zijn klacht over schending van het inzagerecht naar voren heeft gebracht. Weliswaar golden ten tijde van het horen van coronamaatregelen maar ook dan geldt dat de gemachtigde had kunnen informeren naar de gang van zaken met betrekking tot de inzage.
De Hoge Raad laat het verder bij op 12 april 2024 (ECLI:NL:HR:2024:578). Dit hoeft geen algemene lijn te zijn, het inzagerecht speelde tijdens de corona periode, de ambtenaar heeft dit recht niet gemeld, de hoorzitting was telefonisch en tevens waren alle stukken online beschikbaar. Ook heeft de ambtenaar een paar keer gevraagd of belanghebbende alle stukken in bezit had.
De Essentie van Informatiebeschikking en Artikel 8:42 Awb
In een recente uitspraak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een belangrijke beslissing genomen die de aandacht verdient van elke fiscaal jurist en belastingadviseur. De zaak betrof een naar Maltees recht opgerichte Ltd. die, samen met enkele gelieerde vennootschappen, twee internetcasino's exploiteerde. De inspecteur vermoedde dat deze vennootschappen in Nederland belastingplichtig waren en vroeg daarom om de volledige administratie. Toen niet aan deze verzoeken werd voldaan, volgden informatiebeschikkingen. Echter, de inspecteur had niet alle relevante stukken overlegd, wat resulteerde in een veroordeling tot het betalen van €10.000 aan proceskosten, naast de reguliere kosten.
Belangrijke aandachtspunten "op de zaak betrekking hebbende stukken"
- Artikel 8:42 Awb schending: De rechtbank vond dat de inspecteur niet alle op de zaak betrekking hebbende stukken had overgelegd. Dit wordt gezien als een schending van artikel 8:42 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wat leidde tot een extra proceskostenveroordeling.
- Informatiebeschikking deels vernietigd: De informatiebeschikking werd vernietigd voor zover deze betrekking had op de administratieplicht van artikel 52 AWR, omdat niet vaststond dat de Ltd. in Nederland belastingplichtig was. Dit toont het belang van het vaststellen van belastingplicht alvorens administratieve verplichtingen op te leggen.
- Handhaving van informatieverplichting: De verplichting op basis van artikel 47 AWR (informatieverplichting) bleef echter in stand, hoewel zonder de sanctie van omkering en verzwaring van de bewijslast. Dit benadrukt de breedte van de informatieverplichting, zelfs zonder directe belastingplicht vastgesteld te hebben.
- Proceskostenveroordeling: De zaak benadrukt de potentiële financiële consequenties voor de belastingdienst bij het niet naleven van de vereisten van het bestuursrecht, met name de overlegging van alle relevante stukken.
- Belang van tijdige en volledige informatievoorziening: Het belang van het verstrekken van gevraagde informatie wordt onderstreept, evenals de mogelijkheid van een informatiebeschikking als middel voor de inspecteur om deze informatie te verkrijgen.
Deze uitspraak illustreert de complexe interactie tussen de administratieve verplichtingen van belastingplichtigen en de informatieverzoeken van de belastingdienst. Het onderstreept tevens de kritieke rol van de rechterlijke toetsing in het handhaven van de balans tussen deze verplichtingen en rechten. De nuances van deze zaak dienen als een belangrijke herinnering voor zowel fiscale professionals als hun cliënten om zorgvuldig te navigeren door de vereisten van de belastingwetgeving en de procedurele verdediging tegen informatiebeschikkingen.
Dossierinzage en stukken uit dossier
Deze uitspraak toont nog eens aan dat het belangrijk is dat er in de bezwaarfase een dossierinzage heeft plaatsgevonden. Als de Belastingdienst stukken niet verstrekt of uit uw dossier heeft gehaald, dan kan er discussie ontstaan. Soms mogen stukken geheim worden gehouden, maar dit kan niet zonder toelichting. Het is ook de vraag of u dit te weten komt of kunt zien. Een ervaren fiscaal jurist die zorgvuldig uw dossier gaat raadplegen is dan ook wenselijk. Op grond van de algemene wet bestuursrecht (artikel 8:31) moet de inspecteur de stukken aan de rechter verstrekken, als hierom wordt verzocht. Als dit niet is gebeurd (en er dus stukken ontbreken), dan kan een rechter de aanslagen welke zijn opgelegd hierom vernietigen.
Niet overleggen van stukken en de gevolgen hiervan
Als de inspecteur informatie niet gaat verstrekken in een procedure kan dit verstrekkende gevolgen hebben. Als u informatie niet zou verkrijgen kunt u de inspecteur of de rechter hierom vragen. Dit moet gemotiveerd en dat is niet altijd eenvoudig. Allereerst moet u weten of er stukken niet in in uw dossier zitten en vervolgens moet u aannemelijk maken dat deze stukken relevant zijn of zijn geweest. De rechter zal vervolgens bekijken of uw verzoek redelijk is. Meestal zal de informatie aan u ter beschikking worden gesteld. Doet de rechter dit niet dan zal er gemotiveerd een beslissing hierover worden genomen (uitspraak). Als de inspecteur moet verstrekken en dit niet doet dan kan de rechter hieraan gevolgen verbinden, die haar als passend voorkomen. Dit kan het volgende tot gevolg hebben:
- gunstiger bewijslastverdeling voor u (uitspraak);
- toekennen schadevergoeding (uitspraak)
- veroordeling inspecteur in kosten of griffierechten;
- verlagen of verminderen van de boete;
- vernietigen van de aanslag (uitspraak).
Fiscale advisering bij procedure in bezwaar of beroep
Vragen over informatiebeschikking
Wij adviseren regelmatig belastingplichtigen die er even niet uitkomen met de Belastingdienst. Heeft u vragen of opmerkingen, stuur dan gerust een e-mail aan onze specialist of neem telefonisch contact op.
Mogen wij uw bezwaar of beroep verzorgen? Of wellicht een second opinion geven?
Meer weten van informatiebeschikking en inzage stukken
- Informatiebeschikking en omkering bewijslast
- Informatiebeschikking en administratieplichtige
- Terechte informatiebeschikking?
- Informatiebeschikking vernietigd wegens algemene vragen
- Informatiebeschikking bij weigeren medewerking
- Dossierinzage Belastingdienst voordelig
- Dossierinzage en geheimhouding
- Op de zaak betrekking hebbende stukken
- Op de zaak betrekking hebbende stukken
- Prive agenda is geen administratie
- Inzage recht bij boekenonderzoek
- Emigratie en fiscale woonplaats