print sitemap zoeken disclaimer contact

Informatiebeschikking vernietigd wegens te algemene vragen

De informatiebeschikking is in de wet opgenomen ter verbetering van de rechtsbescherming van belastingplichtigen. Deze verbetering van de rechtsbescherming is erin gelegen dat u zich kunt verweren tegen de door de Belastingdienst gestelde vragen. Indien blijkt dat u ten onrechte niet hebt meegewerkt aan een informatieverzoek, zal de rechter u een hersteltermijn bieden. Dat doet hij tenzij het niet mogelijk is aan de verplichting te voldoen ofwel indien u misbruik van procesrecht maakt.

In de informatiebeschikking neemt de inspecteur op aan welke verplichting u niet hebt voldaan en waarop hij deze mening baseert. Omdat de informatiebeschikking tevens als moment van heroverweging geldt, moet voor u voldoende duidelijk zijn wat de inspecteur precies van u verwacht en wat u in zijn ogen hebt nagelaten. Maar wat als de inspecteur slechts algemeenheden opneemt in de informatiebeschikking? De rechtbank oordeelde recent dat de inhoud van de vragen zo algemeen was, dat de informatiebeschikking vernietigd dient te worden.

Aanleiding voor deze informatiebeschikking

Belanghebbende is binnenlands belastingplichtig. Hij wordt dus voor zijn wereldinkomen in de heffing van inkomstenbelasting betrokken. Van een buitenlandse rekening heeft hij in de bestreden jaren nimmer melding gemaakt. De Belastingdienst ontvangt echter informatie waaruit naar voren komt dat belanghebbende een buitenlandse rekening heeft. Deze informatie is afkomstig uit een strafrechtelijk onderzoek, uitgevoerd bij een derde.

De inspecteur besluit in 2017 om aan belanghebbende een aantal vragenbrieven te sturen. Belanghebbende besluit een adviseur in te schakelen die op de vragen reageert. De reactie is ontkennend van aard. De inspecteur verzoekt vervolgens de fiscale autoriteiten van Liechtenstein om informatie te verstrekken over belanghebbende en zijn – vermeende – ondernemingen. Belanghebbende bestrijdt de rechtmatigheid van het informatieverzoek, omdat de Nederlandse autoriteiten niet alle nationale mogelijkheden tot het verkrijgen van informatie hebben uitgeput. Daartoe is de Nederlandse Belastingdienst echter wel gehouden.

De inspecteur geeft uiteindelijk een informatiebeschikking af. Hij neemt hierin een aantal vragen op. Een voorbeeld van zo’n vraag is het verzoek om een kopie van de oprichtingsakte en alle overige bescheiden. Een andere vraag is het verzoek om alle correspondentie met een bancaire instelling. Het aantal vragen loopt hoog op. De slotvraag is de vraag naar de complete administratie over een fors aantal boekjaren.

Belanghebbende geeft geen gehoor aan de informatiebeschikking, maar gaat hiertegen in bezwaar.

Onderbouwing van het bezwaar tegen de informatiebeschikking

Belanghebbende meent dat de informatiebeschikking niet aan de eisen voor een informatiebeschikking voldoet. De vragen die de inspecteur stelt zijn onvoldoende specifiek, hetgeen maakt dat sprake is van een fishing expedition. Voorts wordt niet verwezen naar de gevolgen van de informatiebeschikking, waaronder omkering en verzwaring van de bewijslast. De inspecteur is het hier uiteraard mee oneens.

De rechtbank over de informatiebeschikking

De rechtbank gaat eerst in op de verplichting die op belanghebbende rustte. De verplichting in kwestie is de inlichtingenverplichting van artikel 47 AWR. Het gaat er dan om dat de belanghebbende desgevraagd gegevens en inlichtingen moet verstrekken die voor de belastingheffing te zijnen aanzien relevant kunnen zijn. Onze ervaring is dat deze bevoegdheid van de inspecteur in de praktijk ver reikt en afgezet dient te worden tegen de persoonlijke levenssfeer en het privacy-recht.

De rechtbank leidt uit de wetsgeschiedenis af dat de vragen die worden gesteld, individuele vragen moeten zijn. Dat betekent dat de vragen zodanig specifiek verwoord moeten worden, dat het belanghebbende duidelijk is welke informatie en stukken de inspecteur wil ontvangen. Dit geldt ook bij de informatiebeschikking, aangezien die ziet op het niet nakomen van de verplichting om aan een inlichtingenverzoek te voldoen. Op grond van de wetsgeschiedenis bij de informatiebeschikking dient de inspecteur nauwkeurig te omschrijven wat hij verwacht en dient hij goed te motiveren wat het belang is.

De rechtbank oordeelt dat de inspecteur in deze informatiebeschikking slechts algemeen en zeer ruim zijn vragen heeft verwoord. Dat is onder meer het geval bij het vragen naar werkzaamheden van een niet nader aangeduide constructie met een afgezonderd particulier vermogen. Een motivering inzake het belang van deze inlichtingen voor de belastingheffing is zelfs in het geheel niet aanwezig. Sterker nog: de rechtbank oordeelt op basis van het dossier dat er geen enkele aanwijzing is dat belanghebbende is betrokken bij het afgezonderd particulier vermogen. De informatiebeschikking voldoet in de ogen van de rechtbank niet aan de eisen.

Dan is er ook nog een vragenset over een Antilliaanse rechtspersoon. Ook die vragen kunnen niet door de beugel. De inspecteur is gebonden aan de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Onderdeel daarvan is dat een middel altijd evenredig moet worden ingezet. Oftewel: rechtvaardigt het doel het middel? De rechtbank is van oordeel dat dat hier niet het geval is, omdat slechts bekend is dat belanghebbende gerechtigd is geweest tot een rechtspersoon op de Antillen, die allang is opgeheven. Enkel handelen op basis van een mededeling van de adviseur is onvoldoende om een informatiebeschikking te rechtvaardigen.

De rechtbank geeft de inspecteur gelijk in het feit dat hij kan volstaan met verwijzingen naar eerdere vragenbrieven. Echter, uit het geheel moet belanghebbende dan wel weten welke inlichtingen de inspecteur nog wenst te ontvangen en in welke vorm. Ook hier geldt echter dat de vragen onvoldoende specifiek zijn.

De rechtbank vernietigt de informatiebeschikking. Belanghebbende hoeft de betreffende vragen niet te beantwoorden en hij wordt niet geconfronteerd met omkering en verzwaring van de bewijslast.

Bezwaar en beroep bij de informatiebeschikking

Een onherroepelijke informatiebeschikking leidt tot omkering en verzwaring van de bewijslast, tenzij dit disproportioneel is. Dat moet u zien te voorkomen. Het aantekenen van bezwaar en eventueel beroep tegen de informatiebeschikking is vaak noodzaak om deze bewijssanctie te voorkomen. Hebt u een informatiebeschikking ontvangen? Neem dan contact op met één van onderstaande adviseurs. Wij helpen u graag en de eerste kennismaking is vrijblijvend.

Uitspraak rechtbank: ECLI:NL:RBNHO:2021:5127
Administratie- en bewaarverplichting: artikel 52 AWR.
Omkering en verzwaring bewijslast: artikel 27e AWR.

Deel deze pagina

Laatste update op 10-01-2022
Artikel gemaakt op 30-06-2021
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht Informatiebeschikking Informatiebeschikking vernietigd wegens algemene vragen

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap