Een ruisende of geruisloze inbreng?
Bij de omzetting van een subjectieve onderneming, zoals bijvoorbeeld een eenmanszaak of een aandeel van een vennoot in een vennootschap onder firma, naar een B.V.(-structuur) kan worden gekozen voor een ruisende inbreng (in beginsel met directe fiscale afrekening) of een geruisloze inbreng (zonder directe afrekening). In dit artikel worden beide varianten toegelicht, inclusief de belangrijkste voor- en nadelen.
Ruisende inbreng van een onderneming in een BV
Wanneer een belastingplichtige kiest voor een ruisende inbreng dient de ondernemer af te rekenen over zijn/haar stakingswinst. De stakingswinst bestaat uit:
- Goodwill;
- Stille reserves (meerwaarden boven boekwaarde);
- Fiscale reserves (zoals de fiscale oudedagsreserve);
- Desinvesteringsbijtelling.
Op deze stakingswinst mag de stakingsaftrek van € 3.630 (voor zover niet eerder benut) in mindering worden gebracht, gevolgd door een vermindering op grond van de MKB-winstvrijstelling. De B.V. activeert vervolgens deze goodwill en stille reserves en kan hierop afschrijven, hetgeen zorgt voor een verlaging van de winst.
De ondernemer kan voor zijn/haar stakingswinst ook kiezen om een lijfrente te bedingen bij de B.V., waardoor de heffing over de stakingswinst wordt doorgeschoven en een liquiditeitsvoordeel ontstaat. Ook kan ervoor worden gekozen om de stakingswinst af te storten in een lijfrente- of bankspaarproduct bij een verzekeraar. Hiervoor is overigens wel directe liquiditeit vereist. Het bedingen van een lijfrente bij de eigen B.V. kent echter diverse aandachtspunten (en nadelen), welke later in dit artikel worden behandeld.
Een ruisende inbreng kan met terugwerkende kracht plaatsvinden tot maximaal drie maanden. Dit kan op ieder gewenst moment in het kalenderjaar toepasbaar. De oprichting van de B.V. dient wel binnen negen maanden na de datum van overgang te hebben plaatsgevonden, mits tijdig (binnen 3 maanden na overgang) een intentie- of voorovereenkomst is geregistreerd.
Geruisloze inbreng van een onderneming in een BV
Wanneer een belastingplichtige gebruik wenst te maken van de geruisloze inbrengfaciliteit wordt niet afgerekend over de stakingswinst, de fiscale claim wordt doorgeschoven naar de B.V. De fiscale oudedagsreserve (bestaande situaties), kan echter niet geruisloos worden ingebracht en hierover dient wel te worden afgerekend. Ook hierop is de stakingsaftrek van € 3.630 en de MKB-winstvrijstelling van toepassing. Voor de vrijval van de FOR kan wederom een lijfrente worden bedongen bij de B.V. of worden afgestort bij een verzekeraar, waarvoor liquiditeit benodigd is.
De B.V. zet bij een geruisloze inbreng de boekwaarden voort, waardoor de fiscale claim voor de fiscus blijft behouden. Daarnaast wordt een beschikking verkrijgingsprijs vastgesteld om de latente claim inkomstenbelasting (box 2) veilig te stellen.
Aangezien de B.V. verdergaat met de boekwaarden is de waardering van de onderneming vrijwel irrelevant, immers wordt de stakingswinst naar de toekomst verschoven. Let op! Voor een zogenoemde afrondingscreditering is wel voorzichtigheid geboden, omdat het maximum wel wordt berekend op de waarde van de onderneming!
Een geruisloze inbreng kan met terugwerkende kracht plaatsvinden tot maximaal negen maanden naar het begin van het boekjaar. De oprichting dient vervolgens binnen vijftien maanden na aanvang van dat boekjaar plaats te vinden, mits tijdig (binnen 9 maanden na aanvang boekjaar) een intentie- of voorovereenkomst is geregistreerd.
Wanneer ruisend en wanneer geruisloos inbrengen?
Een eenduidig antwoord bestaat niet. De keuze is volledig afhankelijk van de feiten en omstandigheden van het specifieke geval en de wens van de ondernemer. Een beoordeling is pas mogelijk wanneer alle relevante gegevens beschikbaar zijn.
Nadelen van een ruisende inbreng
Men kan geneigd zijn om te stellen dat een ruisende inbreng de voorkeur verdient. Immers de stakingswinst kan alsnog worden uitgesteld naar de toekomst door deze om te zetten in een lijfrente en er kan meer worden afgeschreven als gevolg van het activeren van goodwill en stille reserves. Toch brengt een ruisende inbreng ook belangrijke nadelen met zich mee. De nadelen zijn:
- Waarderingsproblematiek. Voor het vaststellen van de stakingswinst dient een exacte waardering van goodwill (via DCF-methode) en stille reserves plaats te vinden.
- De lijfrenteaftrek is aan een maximum gebonden, het meerdere boven het maximum is direct belast. De hoogte hangt onder meer af van leeftijd en aanvullende voorwaarden.
- Een lijfrente bij de eigen B.V. is niet overdraagbaar.
- Vaak zijn onvoldoende liquide middelen aanwezig om de lijfrente alsnog extern af te storten.
- Bij aanvang van de lijfrente kan een vrijval ontstaan, met heffing van vennootschapsbelasting als gevolg in verband met verschillen in de rekenrente.
- De dividendruimte is kleiner dan het fiscale eigen vermogen door verschillende waarderingsmethoden. Indien men niet oppast kan een te hoge dividenduitkering leiden tot een fictieve afkoop met alle fiscale consequenties van dien.
Nadelen van een geruisloze inbreng
Bij een geruisloze inbreng geldt onder meer:
- Er geldt een voortzettingseis van drie jaar en een vervreemdingsverbod van de aandelen van drie jaar (met tegenbewijs mogelijkheid).
- Gedurende drie jaar mag ook geen terugbetaling van aandelenkapitaal of agio plaatsvinden. Overigens wordt opgemerkt dat ook een terugbetaling na deze periode moet worden beoordeeld of een terugbetaling onbelast kan plaatsvinden (afhankelijk van de verkrijgingsprijs).
- Inbreng in een bestaande B.V. is doorgaans niet toegestaan, tenzij deze B.V. op het overgangstijdstip een onderneming drijft die in lijn ligt met de activiteiten van de subjectieve onderneming.
Gevolgen voor de BOR bij geruisloze of ruisende inbreng (Bedrijfsopvolgingsregeling)
Tot 1 januari 2026 heeft de keuze voor ruisende of geruisloze inbreng gevolgen voor de toepassing van de BOR.
Een ruisende inbreng kwalificeert voor de BOR als een vervreemding. Dit betekent:
- De bezitstermijn start opnieuw.
- Bevindt de ondernemer zich nog in de voortzettingstermijn na een eerdere overdracht, dan is dit een inbreuk op de voortzettingseis. Dit leidt tot terugname van de BOR en is alsnog schenk- of erfbelasting verschuldigd
Een geruisloze inbreng doorbreekt noch de bezitseis, noch de voortzettingseis, en geniet in BOR-situaties doorgaans de voorkeur.
Noot fiscaal jurist inzake geruisloze of ruisende inbreng
De keuze voor een ruisende of geruisloze inbreng vereist een zorgvuldig overwogen besluit. Beide routes kennen specifieke voor- en nadelen. Dit artikel biedt een vereenvoudigde toelichting, in de praktijk vergt de beoordeling zowel cijfermatig inzicht als afstemming met uw persoonlijke wensen. In onze praktijk begeleiden wij dergelijke trajecten regelmatig. Overweegt u een omzetting naar een B.V.(-structuur)? Neem dan contact met ons op voor een volledige begeleiding in samenwerking met de notaris.
Offerte voor geruisloze of ruisende inbreng eenmanszaak of VOF in de BV?
Meer weten van geruisloze of ruisende inbreng onderneming
- Geruisloze inbreng in BV
- Geruisloze omzetting naar bv
- Geruisloze inbreng bij samenwerking
- Geruisloze terugkeer uit de B.V.
- Ruisende of geruisloze inbreng
- Geruisloze inbreng geweigerd
- Geruisloze inbreng met holdingstructuur
- Geruisloze doorschuiving herroepen
- Geruisloze terugkeer uit de BV, voorsorteren gewenst
- Geruisloze terugkeer uit de BV
- Terugwerkende kracht geruisloze inbreng
