De bedrijfsopvolgingsregeling bij overname en uitbreiding
De Hoge Raad heeft op 29 mei 2020 een tweetal arresten gewezen aangaande de toepassing van de bezitseis van de bedrijfsopvolgingsregeling. Daarbij gaat het specifiek op de bedrijfsopvolgingsregeling zoals opgenomen in de Successiewet 1956 en betrekking heeft op de schenk- en erfbelasting. Bij de bedrijfsopvolgingsregeling speelt vaak ook nog de heffing van inkomstenbelasting (box 1 of box 2). De twee arresten die op 29 mei 2020 door de Hoge Raad zijn gewezen zullen we hierna beide behandelen. Het betrof in beide situaties een holding met meerdere werkmaatschappijen. De aanleiding is mede omdat de belastingdienst haar oordeel heeft gegeven over de interpretatie van deze arrest (kennisgroep standpunt)
Overname activa en passiva en bedrijfsopvolgingsregeling
In de eerste procedure zag de discussie op middels een activa passiva overgenomen onderneming in dezelfde branche. Hier heeft de Hoge Raad geoordeeld dat het hier ging om de uitbreiding van de objectieve onderneming die reeds werd gedreven. Dit met als gevolg dat de aangekochte activa en passiva niet werd gezien als een nieuwe onderneming waar de bezitstermijn opnieuw voor zou gelden. In deze procedure kon de begiftigde met succes een beroep doen op de bedrijfsopvolgingsregeling uit de Successiewet 1956.
Overname aandelen bij bedrijfsopvolgingsregeling
In de tweede procedure zag de discussie op de verkrijging van een 100% aandelenbelang in een tweetal vennootschappen. Het betroffen in de ogen van de rechtbank meerdere objectieve ondernemingen. Hierover zou nog een discussie gevoerd kunnen worden aangezien de activiteiten redelijk in de lijn lagen met die van de vennootschappen waarin reeds langere tijd een belang werd gehouden. De Hoge Raad oordeelt in deze procedure echter dat het gaat om twee objectieve ondernemingen waarvoor de bezitstermijn opnieuw aanvangt op het moment van de verkrijging. In deze procedure kon de begiftigde geen beroep doen op de bedrijfsopvolgingsregeling uit de Successiewet 1956.
Uit bovenstaande procedures zou geconcludeerd kunnen worden dat wanneer men een aandelenbelang verwerft er een nieuwe bezitstermijn aanvangt en dat wanneer het een activa/passiva transactie betreft er geen nieuwe bezitstermijn aanvangt. Deze conclusie is echter te kort door de bocht. Men dient namelijk feitelijk te toetsen of sprake is van een objectieve onderneming die uitbreidt of dat er een objectieve onderneming wordt aangekocht.
Kennisgroepstandpunt belastingdienst inzake BOR en overname of uitbreiding
De Kennisgroep van de Belastingdienst heeft aanvullend op de arresten een standpunt ingenomen over de uitbreiding van het subjectieve belang in de onderneming. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om een holding die een 75% belang had in een werkmaatschappij en dit belang uitbreidt naar 100%. De kennisgroep is in die situaties van mening dat voor de bijgekochte 25% de bezitstermijn opnieuw zal aanvangen.
Of dit standpunt rechtens juist is vragen wij ons af. Het zou goed mogelijk zijn dat de belastingrechter in een dergelijke procedure anders beslist.
Noot fiscaal jurist inzake uitbreiding en bedrijfsopvolgingsregeling
Indien men bezit is in het kader van de bedrijfsopvolgingsregeling is het verstandig na te denken over het uiteindelijke doel. Daarbij kan overwogen worden een uitbreiding van een belang of aankoop van een nieuwe deelneming al door de beoogd bedrijfsopvolger te laten verkrijgen.
Wilt u meer informatie over een juiste toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling dan kunt u contact opnemen met een van de auteurs van dit artikel
Bron BOR en bezitseis bij uitbreiding
Arrest HR 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:867
Arrest HR 29 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:990
Standpunt kennisgroep belastingdienst inzake bezitseis op uitbreidingen