Fiets van de zaak in Nederland en Duitsland
Nederland krijgt in 2020 een nieuwe regeling voor de fiets van de zaak. In Duitsland kennen we al een regeling voor de fiets van de zaak. In dit artikel een vergelijking.
Fiets van de zaak Nederland eenvoudiger in 2023
Om de regeling (en bewijslast) bij een vaste reiskostenvergoeding voor situaties met een fiets van de zaak en een prive vervoermiddel eenvoudiger te maken is het mogelijk dat werkgever en werknemer hierover schriftelijke afspraken maken. De afspraken moeten worden afgestemd op de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de werknemer. De regeling is in deze kamerbrief uitgewerkt.
Dienstfiets Nederland vs Dienstfahrrad Duitsland
In Nederland komt de 3e dinsdag van september dichterbij. Nederland is een land van tradities en zo hoort het ook, dat er onder-delen van de plannen uitlekken. Normaal lekt alles al uit, maar op het moment dat ik dit schrijf (11-09) is eigenlijk alleen echt uitgelekt dat er een bijtelling komt voor het privé-gebruik van de fiets van de zaak. Dat zou dan om 7% van de waarde van de fiets gaan. Dit geldt ook bij een elektrische fiets. Bij een elektrische fiets van € 3.000 is dan een bijtelling van 7% van € 3.000= € 210 per jaar. Bij ons toptarief van 51,5% kost dat netto € 9 per maand voor de werknemer.
Bijtelling fiets van de zaak in Duitsland
De Duitse belastingwetgeving lijkt erg op de Nederlandse belastingwetgeving van voor 2001. Veel gedetailleerde aftrek en bijtel-posten. In 2001 hebben wij de belastingwetgeving vereenvoudigd. Daar komen we nu dus een beetje van op terug vanwege het milieu. En hier lopen de Duitsers wellicht een keer voorop. Al in 2012 is er in Duitsland een besluit gepubliceerd waarin is bepaald, dat de bijtelling voor een fiets op 1% per maand van de bruto adviesprijs, afgerond op € 100 wordt bepaald.
Bijtelling snelle dienstfiets Duitsland
Nu zijn Duitsers uiteraard grondig, dus heeft men ook nagedacht over details. Voor elektrische fietsen die zich tot 6 km/h zelfstandig kunnen voortbewegen en voor elektrische fietsen die ook boven 25 km/h ondersteuning bieden geldt (naast de 1%) dat ook de woon-werk kilometers tot een extra bijtelling leiden van 0,03% van de genoemde waarde. De Duitsers vinden dat dit soort fietsen eigenlijk met een auto gelijkgesteld moeten worden. Dat heeft ook iets met de wegenverkeerswetgeving te maken.
Om het ingewikkeld te maken, kent men in Duitsland nog een reiskostenforfait wat weer een aftrekpost geeft van € 0,30 per kilo-meter enkele reis maal het aantal gereisde dagen.
In ons voorbeeld zou de fiets van € 3.000 een bijtelling opleveren van 1% * € 3.000 = € 30 per maand. Bij het Duitse toptarief van 42% is dat € 12,60. Fors duurder dan de Nederlandse gedachte dus. 12% ten opzichte van 7%.
Hier komt nog bij dat de terbeschikkingstelling voor het gebruik voor woon-werkverkeer bij echt snelle fietsen – helm verplicht? – ook nog belast wordt. Bij een afstand van 30 kilometer is dat per maand 0,03% van € 3.000 = € 27 extra. Maal 42% kost dat € 11,34. Deze bijtelling is overigens exact gelijk aan de bijtelling wanneer je met een auto van de zaak naar het werk gaat. Alleen de cata-loguswaarde verschilt uiteraard.
Reiskostenforfait Duitsland
Het reiskostenforfait in Duitsland kent een aftrekpost van € 0,30 cent per kilometer enkele reis per gewerkte dag. Bij 20 dagen x 30 kilometer x € 0,30 is dat een aftrekpost van € 180 per maand.
Het op de snelle fiets naar het werk gaan levert zo per saldo een maandelijkse aftrekpost op van € 180- € 30- € 27=€ 123. Dat is een behoorlijk verschil met het met de auto van de zaak naar het werk gaan.
Van wie is de fiets economisch
Nu heeft men in Duitsland al meteen nagedacht hoe het moet met de stroom die de werkgever ter beschikking stelt en hoe je om-gaat met een 2e accu. Maar ook als de werknemer zijn loon laat verlagen met € 3.000 en hiervoor een fiets krijgt van € 3.000. We noemen dit het cafetariamodel. Of als de afspraken tussen de werkgever en de werknemer zo zijn, dat de fiets economisch eigenlijk van de werknemer is. Hij moet bijvoorbeeld onderhoud en reparatie regelen en diefstal komt ook voor zijn rekening. En na afloop van de periode kan hij de fiets voor een symbolisch bedrag overnemen.
Dat zijn zaken waar in Nederland meestal pas na verloop van tijd over nagedacht wordt. Dat geeft de belastingadviseur en zijn klanten de gelegenheid iets moois te bedenken.
Grensoverschrijdend woon-werkverkeer op de fiets
De belastingwetgeving van twee landen combineren niet altijd goed. Net als bij privé-gebruik auto er wel degelijk verschil is tussen een Nederlandse en een Duits auto en het fiscaal enorm uitmaakt of de auto door je Duitse of je Nederlandse werkgever ter be-schikking wordt gesteld, gaat dat dus nu ook met de fiets een rol spelen. U ziet het voor zich? De Nederlandse werknemer die 2 dagen in Duitsland werkt met een Nederlandse dienstfiets? En nog een auto van de zaak heeft die hij af en toe voor woon-werk-verkeer gebruikt?
Vragen Duitsland desk
Wij zitten vrijwel wekelijks met Duitse of Nederlandse ondernemers aan tafel over fiscale grensoverschrijdende perikelen en mogelijkheden. Heeft u vragen? Bel gerust voor een vrijblijvende afspraak !