print sitemap zoeken disclaimer contact

Wanneer krijgt u een vergrijpboete van de Belastingdienst?

Doet u opzettelijk geen aangifte of een onjuiste of onvolledige aangifte, dan krijgt u van de Belastingdienst een vergrijpboete opgelegd, tenminste dit kan de Belastingdienst doen. Er kan ook een vergrijpboete worden opgelegd bij een navorderingsaanslag.

De vergrijpboete van de Belastingdienst

Als u in de ogen van de Belastingdienst niet de juiste aangifte doet, heeft de Inspecteur de mogelijkheid een vergrijpboete op te leggen als:

  1. de aangifte opzettelijk niet dan wel onjuist of onvolledig is gedaan (artikel 67d van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen, AWR); of
  2. het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige is te wijten dat een aanslag te laag is vastgesteld of te weinig belasting is betaald (artikel 67e AWR).

De eerste optie is aan de orde als de Inspecteur voor het opleggen van de aanslag constateert dat de aangifte niet deugt. De tweede optie geldt als de Inspecteur vaststelt dat de aangifte niet deugt nadat de aanslag al is opgelegd.

Standpunt kennisgroep belastingdienst

Het beleid van de belastingdienst inzake het instellen van een schuldonderzoek bij een boete is openbaar gemaakt in augustus 2023. Er is verzocht om openbaarmakeing van alle interne stukken waarin vastlegging heeft plaatsgevonden over het beleid met betrekking tot het (zuivere) schuldonderzoek (ad titel 5.2 AWB). In dit stuk vindt u werkinstructies, interne memo's, standpunten, notulen van vergaderingen etc. Het stukken kunt u hier raadplegen.  Een aantal zaken vallen op:

  • Voor de matiging van een boete wordt ook naar het huidige gedrag gekeken
  • Voor verzuimboetes is minder ruimte voor responsief handhaven
  • Vragen stellen over de boete toegestaan maar belastingplichtige kan zich beroepen op zijn zwijgrecht (artikel 5:10a AWB)
  • Hoe moet een onderzoek inzake DGA salaris plaatsvinden
  • Stappenplan inzake opleggen van een boete
  • Hoe werkt het schuldonderzoek
  • Wanneer melding mogelijke fraudezaak

Hoe hoog is een vergrijpboete van de Belastingdienst?

Standaard wordt bij opzet een boete opgelegd van 50% van de te weinig geheven belasting. Bij grove schuld is dat 25%. Terecht constateert u dat direct bij de aanslag alleen een boete kan worden opgelegd als sprake is van opzet. Als de Inspecteur dus kan bewijzen dat sprake is van opzet, verdubbelt dat dus de boete. Dit artikel gaat alleen over de opzet (en dus niet over het minder ernstige ‘grove schuld’).

Vereisten belastingdienst bij opleggen boete

Als de inspecteur een belastingplichtige een boete oplegt moet de inspecteur uiterlijk op het moment van bekendmaken van de de boete de reden noemen. Bij onduidelijkheid komt alleen betekenis toe aan wat er op het aangiftebiljet is vermeld. In een procedure bij het Gerechtshof Den Bosch komt een boete aan de orde i.v.m. het niet tijdig betalen van aangiftebelasting, in deze de BTW (artikel 67f AWR). Er wordt niet aan de vereisten van artikel 67f AWR voldaan, de boete wordt vernietigd. De Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2021:704) heeft in 2021 het oordeel van het Gerechtshof (ECLI:NL:GHSHE:2019:2155) bevestigd.

Wanneer is er sprake van opzet?

Het daadwerkelijk weten dat de aangifte onjuist is, is een vereiste voor opzet. Als de Inspecteur die wetenschap kan bewijzen, is sprake van opzet. Doorgaans ligt de kennis / wetenschap van de belastingplichtige niet vast in documenten.

Reeds in 1954 is door de Hoge Raad [1] bepaalt dat ook “zich willens en wetens blootstelt aan de geenszins als denkbeeldig te verwaarlozen kans (dat de aangifte onjuist / de aanslag te laag is)” voldoende is voor opzet. Later wordt dat voorwaardelijk opzet genoemd.

Later heeft de Hoge Raad [2] geëist dat voor voorwaardelijk opzet sprake moet zijn van de volgende twee voorwaarden:

  1. de belastingplichtige moet zich van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, bewust te zijn geweest; en
  2. de aanmerkelijke kans ten tijde van zijn gedraging bewust (willens en wetens) te hebben aanvaard.

Waar maakt de Belastingdienst of de rechter soms een denkfout bij vergrijpboetes?

Veel Inspecteurs (en helaas ook sommige rechters) leggen de jurisprudentie verkeerd uit, waardoor ze te snel tot de conclusie komen dat sprake is van voorwaardelijk opzet. Regelmatig komen we tegen dat wordt gesteld dat de belastingplichtige ‘had moeten weten dat zijn aangifte onjuist of onvolledig is’  voldoende is voor voorwaardelijk opzet. Dat is uitdrukkelijk niet voldoende. Of zoals de Hoe Raad[3] het zegt:

  • De omstandigheid dat een belastingplichtige had moeten weten dat zijn aangifte onjuist of onvolledig is, brengt niet mee dat hem de voor opzet vereiste bewustheid met betrekking tot die onjuistheid of onvolledigheid kan worden verweten.

De Inspecteur kan de belastingplichtige niet dwingen een standpunt in de aangifte in te nemen dat de Belastingdienst aanhangt. De Hoge Raad [4] besliste recentelijk nog:

  • Voor het bestaan van voorwaardelijk opzet bij toepassing van de artikelen 67d en 67e AWR is (…) niet alleen vereist dat de belastingplichtige ten tijde van het doen van de aangifte wetenschap had van de aanmerkelijke kans dat daardoor te weinig belasting zou worden geheven, maar ook dat hij die kans toen bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen). (…) De omstandigheid dat de belastingplichtige zich bewust is van de (…) kans dat de inspecteur zijn standpunt niet zal delen, en die kans bewust aanvaardt, brengt op zichzelf niet mee dat hij welbewust de aanmerkelijke kans aanvaardt dat te weinig belasting wordt geheven.”

Conclusie ten aanzien van de vergrijpboete

De conclusie is dat de vaststelling van (voorwaardelijk) opzet steeds voldoende moet worden gemotiveerd door de Inspecteur. Ook als de wetenschap dat de aangifte (mogelijk) onjuist is op grond van feiten en omstandigheden voor de hand ligt. Dat is vaak geen sinecure en de bewijslast ligt bij de Inspecteur.

Aan het vergaren van dat bewijs hoeft u niet mee te werken. Het is immers strafvervolging. Daarop dient de Inspecteur u te wijzen als hij vragen stelt of onderzoek doet. Dat wordt nogal eens vergeten.

Hoge Raad inzake vergrijpboete "had moeten weten is geen opzet"

In 2022 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de term "bewust". Had moeten weten is nog niet gelijk (voorwaardelijke) opzet. Als de inspecteur aan een belastingplichtige een verwijt maakt moet de inspecteur dit goed kunnen motiveren. Lichtzinnig een vergrijpboete opleggen is niet aan de orde. Tevens moet de inspecteur bewijzen dat sprake is van (voorwaardelijke) opzet of grove schuld. De bewijslast voor de schuldgradatie opzet (50%) of grove schuld (25%) ligt bij de inspecteur (paragraaf 25 BBB).

Had moeten weten is nog steed (en gelukkig) geen opzet. Van opzet is pas sprake als iemand willens en weten de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat een bepaald gevolg zal intreden (Hoge Raad 25 maart 2003 ECLI:NL:HR:2003:AE9049).

Een autohandelaar heeft een naheffingsaanslag BTW met een vergrijpboete ontvangen. De reden is dat de handelaar door de gebrekkige administratie had moeten inzien dat hij geen recht had op de levering van auto's tegen het nultarief. Hij had moeten weten dat hij niet aannemelijk zou kunnen maken dat de auto's naar een andere EU lidstaat zijn vervoerd. Ook had de handelaar zijn adviseur niet zomaar mogen vertrouwen. De Hoge Raad denkt hier anders over. Voorwaardelijke opzet is niet aan de orde. Aan de handelaar kan niet de voor opzet vereiste "bewustheid" met betrekking tot de onjuiste aangifte worden verweten, aldus ons hoogste rechtscollege. Verder kunnen de omstandigheden dat belanghebbende geen openheid van zaken heeft gegeven en dat hij het laakbare van zijn gedragingen niet heeft ingezien, niet bijdragen aan het oordeel dat hij bewust fouten heeft gemaakt. De Hoge Raad vernietigd de vergrijpboete en verwijst de zaak naar een ander Gerechtshof.

Noot fiscaal jurist inzake de vergrijpboete door de Belastingdienst

Bij het opleggen van boetes slaat de inspecteur met enige regelmaat de plank volledig mis. Soms is er geen (of niet volledig) boete dossier maar steeds vaker ontbreekt simpelweg het bewijs. Een inspecteur stelt al vlot in correspondentie dat "de heer X bewust de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat er te weinig belasting zou worden geheven en dit opzettelijk heeft gedaan". Zo'n zinnetje lijkt inderdaad op opzet maar er wordt geen bewijs geleverd waarom dit zo is. De simpele stelling wordt dus niet van bewijs voorzien. Dit bewijs moet betrekking hebben op:

  1. de aanmerkelijke kans dat een bepaald gevolg zal intreden
  2. belastingplichtige de wetenschap hiervan had
  3. belastingplichtige bewust heeft aanvaard dat hierdoor te wenig belasting wordt geheven (wil)

Als deze elementen moet de inspecteur nalopen en niet alleen voorzien van zinnen of stellingen maar ook bewijzen. Dit moet uit het boetedossier volgen. Deze kritische blik op het boetedossier is dus van essentieel belang, zo volgt nogmaals uit de hierboven genoemde Hoge Raad uitspraak uit 2022. Zodra een boete is aankondigd kunt u in het boetedossier kijken, dit is verstandig. Vervolgens moet de boetebeschikking worden vergeleken met de vaak een stuk eerder aangekondigde boete. Dit is specialisten werk, wij helpen u graag en doeltreffend in dergelijke situaties.

De kans op een onjuiste aangifte is door de ingewikkeldheid / complexiteit van het belastingrecht snel aanwezig. Dat wil echter nog niet zeggen dat u als belastingplichtige zich er steeds van bewust moet zijn geweest dat uw aangifte onjuist of mogelijk onjuist is. Schakel daarom voor het doen van aangifte een deskundige in. Is eenmaal een boete opgelegd of wordt dat aangekondigd, neem dan direct contact met ons op. Wij beschikken over de deskundigheid om een boete eventueel te voorkomen dan wel te beoordelen of die volgens de regelen der kunst is opgelegd. Mail ons voor een vrijblijvend gesprek.

Bron fiscale vergrijpboete

Heeft de Belastingdienst een boete opgelegd? Vraag ons vrijblijvend om advies

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 31-08-2023
Artikel gemaakt op 13-05-2020
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht Boetes Belastingdienst Wanneer krijgt u een vergrijpboete

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap