Olympische spelen en belastingen
Eerste medailles voor Nederland op de Olympische Spelen, kassa voor de fiscus?
Vanmiddag (31 juli 2024) hebben de Nederlandse roeiers van de mannen dubbelvier en dames dubbelvier de eerste medailles voor Nederland gewonnen op de Olympische Spelen in Parijs. De Nederlandse sportbond NOC*NSF beloond de sporters die een medaille behalen met prijzengeld. De hoogte is afhankelijk van het prijzengeld is afhankelijk van de kleur van de medaille en of je deze met een individuele sport of teamsport behaald.
Het prijzengeld is als volgt:
Individuele sport |
Team sport * |
|
Goud |
€ 30.000,- |
€ 11.000,- |
Zilver |
€ 15.000,- |
€ 5.500,- |
Brons |
€ 7.500,- |
€ 3.500,- |
* Van een teamsport is sprake als het team uit ten minste 6 leden bestaat.
Ontvangst van prijzengeld heeft natuurlijk ook direct een fiscaal tintje. In de overeenkomst Topsporters Parijs 2024 van NOC NSF staat daarover nog de volgende tip: Zorg zelf voor de afdracht van de inkomstenbelasting ! De vraag is hoe zit dit nou eigenlijk, in dit artikel geven wij meer tekst en uitleg.
Welk land mag belasting heffen?
Allereerst is het van belang waar de sporter woont voor het bepalen van het heffingsrecht over deze Olympische-inkomsten. Het woonland van de sporter en het land waar de sportprestatie is verricht (Frankrijk) hebben in de meeste gevallen een belastingverdrag gesloten waarin afspraken zijn gemaakt over wie belasting mag heffen, ook Nederland. Omdat naar verwachting de meeste atleten die uitkomen voor Team-NL ook in Nederland wonen is dit het uitgangspunt.
In het belastingverdrag ter voorkoming van dubbele belasting dat Nederland en Frankrijk hebben gesloten is een specifiek artikel voor sporters opgenomen (artikel 17). In dit artikel staat dat het land waar de sportprestatie is verricht mag heffen over de voordelen of inkomsten die de sporter persoonlijk verricht.
Eerste conclusie: Frankrijk mag belastingheffing
Hoeveel belasting dan?
Maar dan zijn we er nog niet, de vervolgvraag is namelijk hoe Nederland voorkoming van dubbele belasting verleend in de Nederlandse aangifte inkomstenbelasting. In het verdrag met Frankrijk is opgenomen dat de belasting in Nederland wordt verminderd op basis van de laagste uitkomst van de volgende 2 manieren:
- De Nederlandse belasting wordt verminderd met de in Frankrijk betaalde belasting.
- De Nederlandse belasting wordt verminderd tot maximaal de belasting die in Nederland verschuldigd zou zijn als het inkomen in Nederland zou zijn belast.
Kort gezegd wordt de belasting verminderd met de in Frankrijk betaalde belasting maar niet meer dan dat er in Nederland zou zijn geheven. Uit openbare informatie valt op te maken dat Frankrijk 15% bronheffing kent over inkomsten van sporters.
Het effectieve Nederlandse tarief in box 1, waar de medaille inkomsten in moet worden aangegeven, is niet alleen afhankelijk van de medaille inkomsten maar van alle in het kalenderjaar genoten box 1 inkomen. Doorgaans is het effectieve tarief hoger dan 15% in box 1 maar is echt afhankelijk van de individuele situatie van de sporter.
Conclusie: Frankrijk mag belasting heffen, Nederlandse heft bij als in Nederland meer belasting zou zijn verschuldigd.
Prijzengeld andere landen
De fiscaliteit is voor de team-NL sporters natuurlijk bijzaak maar in sommige landen is het prijzengeld aanzienlijk. Koploper in prijzengeld is Singapore, daar ontvang je voor een goudenmedaille ongeveer € 686.000. Europees gezien is Nederland ook geen koploper, zo betaalt Litouwen € 130.000, Spanje € 94.000 en Frankrijk € 80.000 voor een gouden medaille. Het kan overigens ook slechter, Groot-Brittannië, Noorwegen, en Zweden betalen bijvoorbeeld geen prijzengeld aan hun atleten. De teller staat nu 2 medailles voor in totaal 8 team NL-atleten. De NOS*NSF heeft € 1.300.000 begroot aan totale Nederlandse medaillebonussen voor Parijs. Wij volgen het op de voet en hopelijk volgen er snel meer medailles!
Noot fiscaal jurist inzake sporters en belastingen
Sporters (en artiesten) doe ook in het buitenland actief zijn krijgen meestal te maken met de fiscale regels in het woonland en werkland. Belastingverdragen zijn hierbij van essentieel belang. De meeste belastingverdragen kennen een speciale bepaling voor sporters en artiesten (en soms ook voor piloten en bestuurders). Het modelverdrag (OESO) stelt hierover het volgende:
- Lid 1: het land waar het sportevenement heeft plaatsgevonden / land werkzaamheden
- Lid 2: als inkomsten worden ontvangen door andere dan de sporter mag het land van de werkzaamheden ook heffen, denk hierbij aan werken via een BV of andere onderneming
De vraag is natuurlijk wat een sporter is, dit staat niet in het OESO modelverdrag, maar is in de volksmond meestal wel duidelijk. De vervolgvraag is over welk inkomen mag worden geheven. Dit is het inkomen dat direct samenhangt met de werkzaamheden in het buitenland.
Voor marketing inkomen en royalty's is een andere bepaling van toepassing. Als onduidelijk is hoe het inkomen moet worden verdeeld en/of als een sporter een vast salaris krijgt moet de verdeling plaatsvinden op grond van het aantal dagen dat de sporter heeft gewerkt in de verschillende landen.
De meeste landen heffen (bron) belasting over het bruto inkomen, soms wordt de belastingheffing geregeld door de organisatie van het sport evenement. Dat de heffing over het bruto inkomen niet altijd redelijk is mag duidelijk zijn, er moeten namelijk vaak reis en verblijfkosten worden gemaakt. De bronbelasting is per land verschillend, in Luxemburg is deze 10% en in Canada en Frankrijk 15%, Spanje kent een tarief van 19% en Italie en de VS doen hier nog een schepje bovenop (30%).
Soms kunnen deze kosten worden meegenomen als de sporter zelf aangifte doet in het land van de werkzaamheden, dit kost ook weer tijd, energie en geld (en administratief gedoe). Het OESO modelverdrag geef landen de mogelijkheid om bijvoorbeeld tot een bepaald bedrag geen belasting te heffen.
De woonstaat van de sporter (in de meeste gevallen Nederland) kan zelf regelen hoe de voorkoming voor dubbele belasting wordt geregeld. Soms geldt de vrijstellingsmethode en soms de verrekeningsmethode, in Nederland is meestal de verrekeningsmethode van toepassing (bij belastingverdragen). Het financiele verschil kan best groot zijn.
Bij de verrekeningsmethode is feitelijk het Nederlandse tarief van toepassing (buitenlandse belasting verrekenen met de Nederlandse belasting, maar maximaal een evenredig deel van de Nederlandse belasting (evenredigheidslimiet). Als er in het buitenland meer belasting is betaald dan in Nederland kan worden verrekend dan kan dat overschot met een voortwentelingsbeschikking naar het volgende jaar worden doorgeschoven en daarna alsnog worden verrekend.
Bij de vrijstellingsmethode kan de belastingheffing soms erg laag uitpakken (enkel heffing in het buitenland). Soms kunnen de in het buitenland betaalde belastingen niet volledig worden verrekend. De vrijstellingsmethode staat in oudere belastingverdragen, denk hierbij aan de belastingverdragen met Israel, Luxemburg, Marokko, Spanje, Singapore en Thailand.
Als de sporter een ondernemer is (of via BV werkt) zal hij/zij op de inkomsten de kosten in mindering brengen, over het restant zal dan in Nederland belasting worden betaald. Soms kan dan niet alle buitenlandse belasting worden verrekend.
Sporters moeten wel bewijs aanleveren voor de in het buitenland betaalde belastingen (bij toepassing verrekeningsmethode).
Vragen? Stuur gerust een email met offerte verzoek of een bespreking.
Bron sporter en belastingen
Handleiding van de Belastingdienst uit 2023 inzake voorkoming van dubbele belasting in de VPB
Handboek NOC NSF inzake sporters