Een boete van de belastingdienst - verschuilen achter de adviseur?
Als belastingplichtige kunt u talloze fouten maken die aanleiding kunnen zijn voor een boete. In de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR) zijn daaraan liefst twee hoofdstukken gewijd. In hoofdstuk VIIIA gaat het om verzuimboeten en (al wat ernstiger) vergrijpboeten. Hoewel verzuimboetes ook al aardig in de papieren kunnen lopen, doen vergrijpboetes meestal echt pijn. Beide leveren echter geen ‘strafblad’ op’. U heeft een serieus probleem als u in aanraking komt met Hoofdstuk IX van de AWR. Dat heet ‘Strafrechtelijke bepalingen’ en is precies wat er staat: strafrecht.
Wie is strafbaar bij opzettelijk onjuist aangifte doen?
De meeste belastingplichtigen kunnen niet meer zonder een belastingadviseur. De meeste adviseurs doen hun werk naar eer en geweten en de goeie besparen meer belasting dan dat ze kosten. Er zijn ook slechte en een aantal hele slechte.
In een recente casus werd zo’n (hele) slechte adviseur strafrechtelijk vervolgd. Deze adviseur bleek er een gewoonte van te maken om voor klanten de aftrekposten naar hoge bedragen op te voeren en de inkomsten naar te lage bedragen te verantwoorden. Volgens de belastingdienst (en later de officier van justitie) was dat opzettelijk met als doel te weinig belasting te betalen (belastingfraude).
Daarop wordt de adviseur strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 69 AWR (opzettelijk onjuiste belastingaangifte met als doel te weinig te betalen) en op grond van artikel 420ter Wetboek van strafrecht (witwassen). Bij de rechtbank wordt de adviseur voor alle (bewezen) feiten gezamenlijk) veroordeeld tot 25 maanden gevangenisstraf; in hoger beroep wordt dat bij het Hof (ECLI:NL:GHAMS:2023:1031) (18 maanden en omdat de procedure te lang duurde verminderd tot) 14 maanden gevangenis en wordt een half miljoen aan banktegoeden en een kwart miljoen aan contanten die in beslag zijn genomen verbeurd verklaard.
Alleen de belastingplichtige zelf kan (onjuist) aangifte doen
In cassatie trekt de Hoge Raad de zaken (terecht) uit elkaar. De Hoge Raad stelt vast dat artikel 69 AWR een zogenoemd kwaliteitsdelict is. Alleen die een specifieke hoedanigheid (kwaliteit) heeft kan daarvoor veroordeeld worden. In dit geval is de ‘kwaliteit’ die van belasting- c.q. aangifteplichtige. Dat is (in principe) alleen de belastingplichtige zelf en niet diens adviseur.
De adviseur is dus veroordeeld voor een feit waarvoor hij niet strafbaar kan zijn. Dat mag niet. Omdat het Hof alles op een hoop heeft gegooid en één straf heeft opgelegd (onder toepassing van artikel 57 Wetboek van strafrecht; samenloop van meer strafbare feiten) moet een ander Hof bepalen wat wel een passende straf is (zonder - samenloop met -69 AWR). Daarbij komt dat ook bij de Hoge Raad de zaak te lang is blijven liggen, dat ook reden is voor strafvermindering. Het zal niet verbazen als de straf uiteindelijk slecht 1/3 is van de straf bij de rechtbank. Wel is de adviseur de inbeslaggenomen gelden kwijt.
Als lesje voor de toekomst voor officier van justitie, de rechtbank, de advocaat-generaal en het Hof geeft de Hoge Raad als uitbrander aan dat er ook ander vervolgingsopties zijn (medeplegen, uitlokking of medeplichtigheid (art. 47–51 Sr) of – in bepaalde gevallen – valsheid in geschrifte (art. 225 lid 2 Sr). Dat wekt ten minste de indruk dat (ook?) de Hoge Raad meent dat de adviseur te goed weg gaat komen. Procederen is een vak; gelukkig voor de adviseur laten de officier en de rechter ook weleens een steekje vallen….
Commentaar fiscaal jurist inzake boete bij medepleger
De rotte appel onder de adviseurs komt er uiteindelijk nog genadig af. De vervolging is terecht, alleen jammer dat ze er een potje van hebben gemaakt. Mocht u nu denken: dan kom ik er als bestuurder van een vennootschap ook wel mee weg, kunt u die gedachte begraven. Artikel 42 AWR geeft u ook de kwaliteit van belastingplichtige en is artikel 69 AWR wel op u van toepassing.
De belastingplichtigen zelf zijn in dit geval kennelijk niet vervolgd. Dat lijkt ook lastig nu bijna niet te bewijzen valt dat (ook) zij opzettelijk frauduleus hebben gehandeld (de hoeveelheid boter op iemands hoofd is nog geen bewijs van opzet).
Fraude: niet aan beginnen dus.
Als het dan toch zover komt, zijn er natuurlijk ook talloze redenen om een straf c.q. boete te matigen. Het is daarom raadzaam een boete altijd met uw adviseur te bespreken om even beter te kijken of er echt niets aan is te doen. Wij oordelen hard, maar duidelijk en eerlijk.
Jurisprudentie inzake boete bij medepleger
Hoge Raad 18 november 2025, ECLI:NL:HR:2025:1699
Parket bij de Hoge Raad 2 september 2025, ECLI:NL:PHR:2025:868
Gerechtshof Amsterdam 2 mei 2023, ECLI:NL:GHAMS:2023:1031
Meer over fiscale straffen:
Fiscale boete en strafvervolging
Fiscale boete of gevangenisstraf
Fiscale boete belastingadviseur
Fiscale procedure tegen de belastingdienst? Vraag een vrijblijvende offerte !
Meer weten van boete belastingdienst en verschuilen achter adviseur
- Fiscale boete en strafvervolging
- Belastingadviseur naar gevangenis
- Pleitbaar standpunt of gevangenisstraf
- Gevangenisstraf bij niet betalen belastingen
- Gevangenisstraf voor foute BTW aangifte
- Fiscale boete of gevangenisstraf
- Belastingadviseur een vak
- Geen vergrijpboete door fout belastingadviseur
- Geschillen met accountant of belastingadviseur
- Boete belastingadviseur
- Belastingadviseurs op zwarte lijst
- Boete aan belastingadviseur
- Belastingadviseur als medepleger voor boete
