print sitemap zoeken disclaimer contact

Handhaving Wet DBA en Belastingdienst

Er bestaat al een tijd onduidelijkheid over de Wet deregulering arbeidsrelaties (DBA). De Staatssecretaris van Financiën heeft via de beantwoording van Kamervragen aangegeven dat handhaving alleen plaatsvindt bij kwaadwillendheid.

Beoordeling dienstbetrekking en Wet DBA

Na het afschaffen van de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR) moeten opdrachtgevers zich meer dan voorheen afvragen of een arbeidsrelatie mogelijk kwalificeert als dienstbetrekking. Het gebruik van de door de Belastingdienst opgestelde modelovereenkomsten geeft geen zekerheid. Uiteindelijk wordt door de Belastingdienst niet het papier (modelovereenkomst) maar de werkelijkheid (feiten) beoordeeld. Dat deze beoordeling niet altijd even eenvoudig is blijkt wel uit de recente gerechtelijke uitspraken met betrekking tot de status van de Deliveroo-bezorgers. In de eerste uitspraak van de Rechtbank Amsterdam werd geoordeeld dat geen sprake was van een arbeidsovereenkomst, terwijl dezelfde Rechtbank een half jaar later oordeelde dat wel sprake was van een arbeidsovereenkomst. Deliveroo gaat tegen de laatste uitspraak in hoger beroep, maar deze procedures laten zien hoe lastig een beoordeling van een arbeidsrelatie kan zijn.

Handhaving door afschaffing VAR

Vooral vanwege de onduidelijkheid die is ontstaan na het afschaffen van de VAR en de introductie van de DBA heeft de Staatssecretaris van Financiën aangegeven niet te handhaven, met uitzondering van kwaadwillendheid. Indien geen sprake is van kwaadwillendheid hoeven opdrachtgevers niet te vrezen voor naheffingen en boetes bij het inhuren van ZZP’ers.

Nu is het speelveld helaas groter dan alleen de inhuur van ZZP’ers. Het onlangs gepubliceerde besluit op ons WOB-verzoek met betrekking tot internationale payrollconstructies geeft hiervan blijk. De inlener, zo blijkt uit de vrijgegeven documentatie, wordt door de Belastingdienst als materiële werkgever gezien. Rechtstreekse inhoudingsplicht (naheffingen en boetes) zijn het gevolg.

Kwaadwillendheid bij de DBA

Het begrip kwaadwillendheid is geen term die voorkomt in de wet. In antwoord op Kamervragen heeft de Staatssecretaris van Financiën dit begrip toegelicht als:

  • kwaadwillend is de opdrachtgever of de opdrachtnemer die opzettelijk een situatie van evidente schijnzelfstandigheid laat ontstaan of voortbestaan, omdat hij weet - of had kunnen weten- dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking (en daarmee een oneigenlijk financieel voordeel behaalt en / of het speelveld op een oneerlijke manier aantast).”

Met deze definitie lijken naheffingen en boetes niet zo snel aan de orde te zijn. Helaas is de realiteit weerbarstig. Eind vorig jaar is het Handboek loonheffingen aangepast c.q. aangevuld met een stuk over de beoordeling van de gezagsverhouding. Dit document is in feite een overzicht van jurisprudentie, ingekleurd door de Belastingdienst. Bij haar controles neemt de Belastingdienst op basis van haar inkleuring van de jurisprudentie al snel aan dat sprake is van een gezagsverhouding (o.a. wezenlijk onderdeel bedrijfsvoering, ZZP’er doet hetzelfde werk als overig personeel, etc.).

Als de inhoudingsplichtige op basis van zijn eigen waardering van feiten en omstandigheden tot een andere afweging is gekomen, is de realiteit dat wel degelijk wordt nageheven. Er worden ook boetes opgelegd en deze boete bedraagt al snel 25%. Feitelijk wordt daarmee gewoon ouderwets gehandhaafd. Dit is niet voorbehouden aan de echte kwaadwillenden, tenzij dit zo moet worden geïnterpreteerd dat iedere opdrachtgever in de basis kwaadwillend is. 

Bronnen handhaving Wet DBA

Deel deze pagina

Laatste update op 07-05-2019
Artikel gemaakt op 03-05-2019
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Uitgelicht Schijnconstructies Handhaving Wet DBA en Belastingdienst

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap