print sitemap zoeken disclaimer contact

Jongbloed Dakar Team

Jongbloed Dakar Team

Internationaal

Emigratie en fiscale woonplaats

Waar iemand fiscaal woont, is vaak onderwerp van onderzoek en discussie met de Belastingdienst. Het komt voor dat iemand gevoelsmatig in het buitenland woont, maar dat de Nederlandse fiscus hier anders over denkt. Hof Den Haag heeft in mei 2018 een uitspraak (ECLI:NL:GHDHA:2018:1780) gedaan die heel mooi aangeeft hoe hier naar gekeken dient te worden. De Hoge Raad heeft op 21 december 2018 (ECLI:NL:HR:2018:2420) deze uitspraak bevestigd.

Wanneer ben je inwoner volgens de nationale wetgeving?

De vraag die uiteindelijk beantwoord moet worden is waar iemand belastingplichtig is voor zijn wereldinkomen en vermogen. Wanneer er banden zijn met meerdere staten geeft een belastingverdrag de richtlijnen op basis waarvan de vraag beantwoord kan worden. Om te kwalificeren als inwoner volgens een belastingverdrag is het noodzakelijk dat je ingevolge de wetgeving van een staat onderworpen bent aan belasting op grond van een woonplaats, verblijf of soortgelijke omstandigheid.

Voor Nederland is dit bepaald in artikel 4 van de Algemene Wet Rijksbelastingen (AWR). Hierin staat dat waar iemand woont naar omstandigheden wordt beoordeeld. Uit jurisprudentie blijkt dat wanneer er sprake is van een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland, er sprake is van inwonerschap in Nederland. Hierdoor word je vrij snel aangemerkt als inwoner van Nederland.

Onderworpen aan belastingheffing bij emigratie

Vervolgens moet worden beoordeeld of je ook als inwoner van de andere staat wordt aangemerkt en op grond daarvan bent onderworpen aan belastingheffing. Het beste bewijs is natuurlijk dat je daadwerkelijk belasting hebt betaald. Dit is echter geen vereiste. De inspecteur en / of de rechtbank moet zich zelf een oordeel vormen op basis van de wetgeving van de betreffende staat. Het kan dus voorkomen dat je op grond van de plaatselijke wetgeving belasting zou moeten betalen, maar dat dit feitelijk niet gebeurt. Je bent dan alsnog fiscaal inwoner van die staat op basis van het verdrag.

Het Hof geeft in deze zaak een mooi voorbeeld hoe dit vastgesteld dient te worden. Omdat belanghebbende niet met overtuigend bewijs komt, gaat het Hof op basis van de VS wetgeving beoordelen of er sprake is van onderworpenheid. Zij komt tot de conclusie dat dit niet het geval is.

Woonplaats met eigen woning in Nederland

In een uitspraak van het Hof Amsterdam d.d. 23 januari 2024 (ECLI:NL:GHAMS:2024:721) wordt de complexiteit van de fiscale woonplaatsbepaling binnen de Nederlandse belastingwetgeving onderstreept. Deze casus, waarbij een belastingplichtige, hierna te noemen X, zowel in Nederland als in Duitsland substantiële banden had, illustreert de nuances van de fiscale woonplaatsbepaling en de consequenties daarvan voor de belastingplicht.

De Casus in Vogelvlucht

X, met de Nederlandse nationaliteit, stond gedurende de jaren 2015 en 2016 grotendeels ingeschreven in Duitsland, maar behield het recht om tot 62 dagen per jaar in zijn verhuurde Nederlandse woningen te verblijven. Ondanks zijn inschrijving in Duitsland, bleef X economische activiteiten in Nederland verrichten en had hij familiebanden in Nederland. De inspecteur stelde dat X fiscaal inwoner van Nederland bleef, wat door zowel de rechtbank als het Hof Amsterdam werd bevestigd. De kern van deze bevestiging lag in de duurzame banden van persoonlijke aard die X met Nederland behield.

Aandachtspunten voor de Bepaling van de Fiscale Woonplaats

Hieronder volgt een checklist met aandachtspunten die van belang zijn bij de beoordeling van de fiscale woonplaats:

  1. Persoonlijke banden: De aanwezigheid van familie in Nederland weegt zwaar mee in de beoordeling van de fiscale woonplaats. Het behouden van nauwe persoonlijke relaties in Nederland kan duiden op een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland.
  2. Economische activiteiten: Het blijven verrichten van economische activiteiten in Nederland, zoals het verhuren van onroerend goed, speelt een significante rol in de bepaling van de fiscale woonplaats.
  3. Verblijfsduur: De daadwerkelijke verblijfsduur in Nederland versus het buitenland is een belangrijke factor. Regelmatig verblijf in Nederland, zelfs voor korte perioden, kan wijzen op het behoud van duurzame banden met Nederland.
  4. Woningbezit en gebruik eigen woning in Nederland: Het aanhouden en gebruiken van een woning in Nederland, zelfs als deze tijdelijk wordt verhuurd, kan indicatief zijn voor een fiscale woonplaats in Nederland.
  5. Inschrijving en administratieve hHandelingen: Hoewel inschrijving in het buitenland een indicatie kan zijn van verplaatsing van de woonplaats, is het niet doorslaggevend. Administratieve handelingen, zoals het openen van een bankrekening of inschrijving in het buitenland, moeten in samenhang met andere factoren worden bekeken.
  6. Intentie en toekomstplannen: De intentie van de belastingplichtige, zoals blijkt uit contracten voor tijdelijke verhuur en toekomstplannen om terug te keren naar Nederland, zijn relevant voor de beoordeling van de fiscale woonplaats.

Deze uitspraak benadrukt het belang van een holistische benadering bij de bepaling van de fiscale woonplaats, waarbij alle relevante feiten en omstandigheden in acht worden genomen. Voor fiscaal juristen en belastingadviseurs is het essentieel om zich bewust te zijn van de complexiteit van deze materie en de mogelijke impact op de belastingplicht van hun cliënten. Het zorgvuldig documenteren en beoordelen van de banden met Nederland speelt een cruciale rol in het adviseren over en het bepalen van de fiscale woonplaats.

Fiscale woonplaats vader met Thaise zoon

Henk heeft een zoon (geboren 2010), samen met zijn in Thailand wonende vrouw, ze zijn niet getrouwd. De zoon heeft de Nederlandse en Thaise nationaliteit en bij zijn moeder in Thailand. In 2012 heeft Henk zijn appartement - tegen schulderkenning - verkocht aan zijn zoon en ook diverse bankrekeningen op zijn naam gezet (geschonken?). In 2016 was Henk 226 dagen in Nederland en 140 dagen in Thailand. Bij zijn verblijf in Nederland woont het in het appartement van zijn zoon. Henk is van mening dat hij in Thailand woont en buitenlands belastingplichtig in Nederland is. De inspecteur is van mening dat Henk in Nederland woont en dus ook belasting moet betalen over het vermogen van zijn zoon (50%) omdat hij het ouderlijk bezag heeft uitgeoefend. De rechtbank is het (deels) met Henk eens. Het Gerechtshof Den Haag is het op 27 juni 2023 (ECLI:NL:GHDHA:2023:1296)  niet met Henk eens. Voor de woonplaats moet worden gekeken naar het belastingverdrag tussen Nederland en Thailand en voor de definitie van het ouderlijk bezag is het Thaise recht van belang. Het Thaise recht stelt dat beide ouders het ouderlijk gezag uitoefenen over hun kind.  Het box 3 vermogen van de zoon moet niet voor 100% maar slechts voor 50% worden meegenomen (artikel 2.15 lid 4 Wet IB 2001)

Waar iemand woont wordt na omstandigheden beoordeeld (artikel 4 lid 1 AWR). Kwalificeert een persoon als inwoner van Nederland dan ontvouwt zich een bak aan wetgeving en regels met vele fiscale consequenties en verplichtingen. Er worden dus veel procedures gevoerd over de fiscale woonplaats van een natuurlijk persoon. Doorgaans is het succes voor belastingplichtige niet zo groot. In deze procedure is Henk veel in Nederland, woont zijn moeder in Nederland, heeft hij een een woning tot zijn beschikking en heeft Henk nog een adviespraktijk in Nederland. Ook heeft Henk in Thailand geen aangifte gedaan. Henk stelt dat hij alleen voor zijn werk (en vele procedures) en de afwikkeling van het overlijden van zijn moeder, in Nederland verblijft en zijn gezin in Thailand woont. Zijn persoonlijke band met Thailand is dus - voor zijn gevoel - vele malen groter.

De volgende uitspraken zijn hierbij van belang:

Praktijk inzake emigratie en woonplaats

In de praktijk kan meestal door het overleggen van een belastingaangifte of een verklaring van de lokale belastingdienst worden aangetoond dat je door een land als fiscaal inwoner wordt gezien. Dan ben je er echter nog niet. Je bent dan namelijk fiscaal inwoner van twee landen. De volgende leden in het zogenaamde tie breaker artikel moeten dan uitsluitsel geven. Navolgende stappen moeten dan één voor één doorlopen worden totdat er een woonstaat uitkomt:

1.       Waar heeft men de beschikking over een duurzaam tehuis?

2.       Waar bevindt zich het middelpunt van iemands levensbelangen?

3.       Waar wordt doorgaans verbleven?

4.       Van welke staat is men onderdaan?

Tot slot, emigratie en woonplaats

Mocht u in een discussie met de Belastingdienst terecht komen, dan kunnen wij u hierbij helpen. Bedenk echter wel dat het achteraf bewijzen van de woonplaats veel werk is waarbij meestal heel veel feiten en omstandigheden beoordeeld moeten worden. Beter is het daarom om vooraf advies bij ons in te winnen.

Deel deze pagina

Laatste update op 26-03-2024
Artikel gemaakt op 01-02-2019
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Internationaal Fiscale woonplaats en emigratie

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap