Vergrijpboete bij onjuiste aangifte inkomstenbelasting
Henk woont in Polen en werkt als zorgverlener in Nederland. De inspecteur verzoekt de bank van Henk om informatie over de afgelopen 5 jaren. Uit deze bankinformatie blijkt dat Henk niet alle inkomsten heeft opgegeven in zijn aangifte inkomstenbelasting. Er volgt een navorderingsaanslag met 50% vergrijpboete. Henk stelt dat hij geen uitnodiging tot het doen van aangifte heeft ontvangen zodat de bewijslast niet kan worden omgekeerd. Het Gerechtshof Arnhem Leeuwarden (d.d. 16 april 2024) ECLI:NL:GHARL:2024:2592 vernietigd de vergrijpboete, hierbij maakt het volgens het Gerechtshof niet uit dat Henk de voorafingevulde aangifte inkomstenbelasting digitaal heeft geopend. De Hoge Raad is het op 10 oktober 2025 ECLI:NL:HR:2025:1500 is het hier niet mee eens en verwijst de zaak naar een ander gerechtshof.
Vergrijpboete als belastingplichtige niet of niet correct is uitgenodigd om aangife te doen
Volgens de Hoge Raad kan er ook een vergrijpboete worden opgelegd als een belastingplichtige niet of niet correct is uitgenodigd tot het doen van aangifte inkomstenbelasting (artikel 67e lid 1 AWR). Henk heeft een onjuiste aangifte ingediend en hierbij inkomen niet opgegeven. Dit heeft Henk ook gezien bij het raadplegen van de vooraf ingevulde aangifte inkomstenbelasting. Het Gerechtshof heeft de navorderingaanslag in stand gehouden maar de 50% vergrijpboete is niet akkoord omdat Henk niet correct is uitgenodigd voor het doen van aangifte. Het Gerechtshof verwijst voor een toelichting naar een uitspraak van de Hoge Raad d.d. 30 september 2022 ECLI:NL:HR:2022:1341. Henk stelt principaal cassatieberoep in maar hij is te laat met het indienen van de gronden (artikel 6:6 AWB, niet ontvankelijk).
De Hoge Raad maakt nu onderscheid tussen artikel 67D AWR (boete wegen niet doen van aangifte), deze vereist een correcte uitnodiging en aanmaning en artikel 67E AWR (boete bij navordering wegens opzet/ grove schuld), hierbij is geen uitnodiging vereist. De Hoge Raad verruimt de mogelijkheid tot het opleggen van een vergrijpboete bij navordering, ook al is het uitnodigingsproces gebrekkig verlopen.
Vergrijpboete ter discussie stellen
De vergrijpboete wordt soms iets te vlot door een inspecteur opgelegd. Deze kan om verschillende redenen worden verminderd of tot nihil worden bijgesteld (door de rechter). De belangrijkste oorzaken uit de rechtspraak zijn:
- Procedure loopt te lang (overschrijding van de redelijke termijn), zie Hoge Raad d.d. 6 september 2024 ECLI:NL:HR:2024:1132 of Gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 23 juli 2024 ECLI:NL:GHARL:2024:4871
- Vergrijpboete voor hetzelfde feit bij verschillende belastingtypen
- Vergrijpboete wordt niet overtuigend via feitelijk bewijs aannemelijk gemaakt, derhalve geen (of beperkt) sprake van opzet of grove schuld (uitgebreide toelichting in mening AG op 4 april 2025 (ECLI:NL:PHR:2025:410)
- Ontbreken van voldoende bewijs voor opzet of grove schuld, Gerechtshof Amsterdam d.d. 15 november 2022 ECLI:NL:GHAMS:2022:3728
- De grondslagen en/of omstandigheden zijn anders of niet juist voorgesteld, zie Gerechtshof Arnhem Leeuwarden d.d. 14 mei 2024 ECLI:NL:GHARL:2024:3357
- De boete moet wel in balans zijn, de noodzaak van een juiste kwalificatie van het vergrijp en de evenredigheid van de opgelegde boete, zie hiertoe mening AG op 5 juli 2024 ECLI:NL:PHR:2024:736
- Beboeting wordt niet tijdig medegedeeld, schending verdedigingsbeginsel (kennisgeving boete (met motivering) is later gedagtekend dan de boetebeschikking. Zie hiertoe bijvoorbeeld Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 7 mei 2025 ECLI:NL:RBZWB:2025:2724.
Soorten vergrijpboete
Er zijn meerdere soorten vergrijpboetes, de belangrijkste:
- Belasting is opzettelijk (of grove schuld) niet betaald (of niet volledig betaald), artikel 67f ZWR
- Opzettelijk niet of onjuist aangifte doen (voor aanslagbelasting), artikel 67d AWR
- Bij navordering mits sprake van opzet (of grove schuld) en er te weinig belasting is betaald, artikel 67e AWR
- Informatieverplichting niet nakomen (uit eigen beweging), artikel 10a AWR
- Opzettelijk onjuiste informatie of inlichtingen verstrekken bij verzoek voorlopige aanslag, artikel 67cc AWR
Vergrijpboete moet worden gemotiveerd
De Hoge Raad is het niet eens met de conclusie van het Gerechtshof. Hij grijpt daarbij terug op het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM). De waarborgen van dit Europese verdrag maken, dat de bewijslast op de belastinginspecteur rust dat de belanghebbende in geval van twijfel het voordeel van de twijfel moet worden gegund. Dit betekent dat de aanwezigheid van een bestanddeel van een beboetbaar feit alleen kan worden aangenomen als de feiten en omstandigheden buiten een redelijke twijfel komen vast te staan. In wat normaler Nederlands: u bent onschuldig tenzij het tegendeel wordt bewezen.
Noot fiscaal jurist inzake vergrijpboete
Het komt steeds vaker voor dat er (forse) vergrijpboetes worden opgelegd. Het komt er op aan of de belanghebbende op het moment van het doen van de aangifte wist of zich ervan bewust moest zijn, dat door inhoudelijke gebreken in de aangifte een aanzienlijk bedrag aan verschuldigde belasting niet zou worden geheven, soms maakt het dan niet uit of het voortraject goed is verlopen.
Met andere woorden, fouten maken is menselijk en leidt niet direct tot vergrijpboetes, maar soms ook weer wel. Dat wordt pas anders als u de fout op het moment van het doen van aangifte moest weten. De vaststelling dat belastingplichtige iets had behoren te weten is niet voldoende om te beoordelen dat er sprake is van voorwaardelijke opzet. Daarvoor moet vaststaan (1) dat hij de wetenschap had van de aanmerkelijke kans dat te weinig belasting zou worden geheven (2) en dat hij deze kans bovendien bewust heeft aangevraagd (3), zie hiertoe ook de Hoge Raad in februari 2022 (onder 2.4.1). De Hoge Raad verwijst de zaak vervolgens naar een ander Gerechtshof.