print sitemap zoeken disclaimer contact

Inkomstenbelastinglatentie bij schenken en erven van aandelen

Bij de verkrijging van aandelen waarbij een beroep is gedaan op de doorschuiffaciliteiten die de Wet op de inkomstenbelasting 2001 kent, mag er voor de schenk- en erfbelasting (Successiewet 1956) rekening gehouden worden met een inkomstenbelastinglatentie. Deze latentie is opgenomen in de Successiewet 1956 en bedraagt 6,25%.

Voor de toepassing van deze latentie bestond lange tijd nog enigszins onduidelijkheid, aan deze onduidelijkheid heeft de Hoge Raad in 2017 een einde gebracht.

In de situatie die zich voordeed verkreeg belanghebbende krachtens schenking een aandelenpakket ter waarde van € 23 miljoen. Van deze verkrijging was € 19 miljoen vrijgesteld op grond van de bedrijfsopvolgingsfaciliteit uit de Successiewet 1956. Voor de inkomstenbelasting bleef afrekening over de € 23 miljoen volledig achterwege, echter werd de (lagere) verkrijgingsprijs doorgeschoven. De begiftigde dient daardoor in de toekomst nog een keer af te rekenen voor de inkomstenbelasting, tegen 25% (tarief 2017).

Bij het doen van de aangifte schenkbelasting heeft belanghebbende de belastinglatentie gesteld op € 23 miljoen x 6,25%, ruim € 1,4 miljoen. Belanghebbende was van mening dat op de belaste verkrijging van € 4 miljoen een bedrag van ruim € 1,4 miljoen in mindering gebracht diende te worden. Rechtbank Zeeland - West Brabant was het niet met belastingplichtige eens, waarna er sprongcassatie is ingesteld.

De Hoge Raad stelt de Rechtbank Zeeland - West Brabant in het gelijk. De inkomstenbelastinglatentie dient evenredig te worden toegerekend aan zowel de vrijgestelde als het belaste deel van de verkrijging. Deze uitspraak leidt ertoe dat niet ruim € 1,4 miljoen in mindering gebracht kan worden op de verkrijging, maar “slechts” € 250.000.

Een uitspraak die duidelijkheid schept, edoch de uitkomst was vooraf wellicht al wel te verwachten gezien hetgeen hieromtrent in de parlementaire geschiedenis is geschreven.

Bent u bezig met de bedrijfsopvolging en wilt u uw onderneming fiscaal zo voordelig mogelijk overdragen? Neem dan contact op met de auteur van dit artikel voor een vrijblijvend gesprek.

Bronnen

Rechtbank Zeeland - West-Brabant, 23 maart 2016, nr. 15/5498.

Hoge Raad, 14 april 2017, nr. 16/02345.

Rechtbank Den Haag, 5 september 2017, nr. 16/7487.

Deel deze pagina

Laatste update op 18-11-2021
Artikel gemaakt op 14-11-2017
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Bedrijfsopvolging Inkomstenbelastinglatentie bij schenken

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap