Bestuurdersaansprakelijkheid en faillissement
Een B.V. kan haar belastingschulden niet betalen. De B.V. maakt (rechtsgeldig) melding van deze onmacht om te kunnen betalen (de melding betalingsonmacht). Uiteindelijk gaat de B.V. failliet. Is er sprake van onbehoorlijk bestuur of niet? Volgens het Gerechtshof is er sprake van onbehoorlijk bestuur - ondanks de melding - omdat concurrent schuldeisers wel worden betaald en de Belastingdienst niet.
De procedure over betalingsonmacht en bestuurdersaansprakelijkheid
Holding X B.V. is aandeelhouder van 2 dochter B.V.'s. De activiteiten hebben betrekking op het verzorgen van opleidingen. De dochter B.V.'s gaan in 2011 failliet en maken een doorstart. Deze doorstart is van korte duur. In 2012 kan de dochter B.V. haar belastingschulden niet betalen en doet hierom een rechtsgeldige melding betalingsonmacht. In 2013 gaat de dochter B.V. alsnog failliet. De Belastingdienst krijgt ongeveer € 180.000 aan loonheffingen en BTW niet betaald. Het Gerechtshof is van mening dat er sprake is van onbehoorlijk bestuur, de reden is:
- RO 4.3: handelscrediteuren zijn wel betaald.
Noot fiscaal jurist over onbehoorlijk bestuur
Bij ondernemen hoort risico nemen. Een bestuurder heeft dus een grote mate van vrijheid om dit in te vullen. Als achteraf blijkt dat een beslissing niet juist bleek te zijn, wil dit nog niet zeggen dat de beslissing slecht was. Artikel 36 van de invorderingswet bepaalt dat bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld voor de door de B.V. / rechtspersoon te betalen belastingen. Meestal kan de bestuurder deze aansprakelijkheid voorkomen door tijdig de betalingsonmacht te melden.
Soms is een bestuurder - zelfs bij een tijdige melding - aansprakelijk voor de niet betaalde belastingen van zijn B.V. Bij een probleemsituatie is het in ieder geval van belang om tijdig een advocaat en fiscaal jurist op te lijnen. Tevens moet er tijdig melding worden gemaakt van het feit dat belastingen niet tijdig kunnen worden betaald. Daarnaast spelen een aantal zaken:
- Zorg voor tijdige publicatie van uw cijfers.
- Informeer de bancaire instellingen op een nette en correcte wijze.
- Blijf met de Belastingdienst in gesprek.
- Betaal niet selectief uw schuldeisers.
- Zorg ervoor dat uw administratie op orde is.
Om onbehoorlijk bestuur te voorkomen is het volgende van belang:
- Van onbehoorlijk bestuur in de zin van artikel 36, lid 3, van de Wet kan pas worden gesproken als geen redelijk denkend bestuurder - onder dezelfde omstandigheden - gehandeld zou hebben als de aansprakelijk gestelde bestuurder heeft gedaan, hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als hij handelingen (van structurele aard) heeft verricht waardoor belastingschulden niet worden betaald, dit aldus de Hoge Raad in onderstaande uitspraak
- Naar het oordeel van het Hof treft belanghebbende het verwijt dat de belastingschulden van [A] onbetaald zijn gebleven. Gelet op genoemde structurele, slechte financiële omstandigheden en het (oplopende) bedrag aan belastingschulden van [A] had geen redelijk denkend bestuurder zo gehandeld als belanghebbende heeft gedaan.
Bron bestuurder aansprakelijk
Gerechtshof 's Hertogenbosch d.d. 2 juni 2017 (ECLI:NL:GHSHE:2017:2498).
Rechtbank Zeeland West Brabant d.d. 27 januari 2016 (ECLI:NL:RBZWB:2016:658).
Hoge Raad d.d. 31 maart 2017 (ECLI:NL:HR:2017:530).
Meer weten van bestuurdersaansprakelijkheid en faillissement
- Aansprakelijkheid buitenlandse bestuurders
- Inlenersaansprakelijkheid
- Inlenersaansprakelijkheid
- Aansprakelijkheid fiscale eenheid BTW
- Bestuurdersverbod door Belastingdienst
- Curator en BTW terugvraag
- Verrekenen belastingen bij faillissement
- DGA aansprakelijk voor belastingschulden
- Bestuurdersaansprakelijkheid en belastingdienst
- Betalen crediteur of belastingdienst
- Fiscaliteit bij sanering of faillissement
- Geen bestuurdersaansprakelijk
- Fiscale aansprakelijkheid bij faillissement