print sitemap zoeken disclaimer contact

Bestuurdersaansprakelijkheid en beëindiging van de onderneming

Als uw B.V. niet meer lekker draait, kunt u besluiten de stekker eruit te trekken. Daarbij zal het idee kunnen ontstaan om uw trouwe leveranciers en overige schuldeisers te betalen voordat u de Belastingdienst de laatste centen overmaakt. Op zich is dat toegestaan maar het is wel oppassen geblazen. De Belastingdienst zal proberen u in privé aansprakelijk te stellen voor de door de B.V. niet betaalde belastingschulden.

Bestuurdersaansprakelijkheid bij faillietverklaring

Onze inmiddels welbekende Henk zit in het transport. De laatste jaren gaat het niet echt lekker en tot overmaat van ramp levert een belangrijke afnemer zijn vervoerscontract in. De aandeelhouders en directie – waaronder Henk – komen bij elkaar en trekken de conclusie: einde oefening, contracten uitdienen en saneren de handel.

In de daaropvolgende periode haalt de bank zijn geld terug, worden activa verkocht en worden de noodzakelijke crediteuren (brandstofleveranciers, werknemers, ingehuurde transporteurs, etc.) voldaan. Verder worden betalingen verricht aan al of niet gelieerde zakelijke partners voor door hen in het kader van de voortgezette bedrijfsuitoefening verleende diensten. Aan het einde van het jaar wordt de B.V. – op eigen verzoek – failliet verklaard.

Bestuurder aansprakelijk voor niet betalen Belastingdienst

Bij de Belastingdienst wordt tijdig gemeld dat de B.V. niet meer aan haar betalingsverplichtingen kan voldoen. Aan het einde van het jaar wordt de B.V. – op eigen verzoek – failliet verklaard. Een groot aantal belastingschulden blijft onbetaald. De Belastingdienst houdt Henk daarvoor aansprakelijk op grond van kennelijk onbehoorlijk bestuur. Henk had er ernstig rekening mee moeten houden dat zijn handelwijze tot gevolg zou hebben dat belastingschulden van de B.V. onbetaald zouden blijven.

Henk legt de zaak voor aan de rechter. De rechtbank houdt hem aansprakelijk voor een kleine 3 ton. In hoger beroep gaat er een tonnetje af omdat een deel in het faillissement viel. De Hoge Raad komt tot het oordeel dat het Hof niet helemaal de juiste maatstaf hanteerde om tot kennelijk onbehoorlijk bestuur (en dus aansprakelijkheid) te komen. Van de andere kant is het niet persé zo dat de faillietverklaring en de bevoegdheid van de curator tot betaling van (belasting-)schulden uitsluit dat het aan Henk is te wijten dat niet is betaald. Een ander Hof (het verwijzingshof) moet de zaak overdoen.

Ook het Verwijzingshof stelt Henk goeddeels in het ongelijk. Weer maakt Henk de gang naar de Hoge Raad. Deze keer trekt de Hoge Raad de zaak wat breder en formuleert de volgende algemene uitgangspunten:

  1. Er is geen algemene regel die meebrengt dat iemand die niet al zijn schulden kan betalen steeds onrechtmatig handelt wanneer hij een schuldeiser voldoet vóór andere schuldeisers.
  2. Dat geldt ook als hij geen rekening houdt met eventuele preferenties.
  3. De (bestuurder van de) vennootschap is dan ook in beginsel vrij eigen afwegingen te maken welke schuldeisers worden betaald.
  4. Die afweging is alleen kennelijk onbehoorlijk bestuur als geen redelijk denkend bestuurder dezelfde afweging had gemaakt.
  5. Van een geval waarin geen redelijk denkend bestuurder dezelfde afweging had gemaakt is sprake als de bestuurder van een vennootschap heeft bewerkstelligd dat belastingschulden van die vennootschap onbetaald zijn gebleven, terwijl hij wist of redelijkerwijze had moeten begrijpen dat zijn handelwijze tot gevolg zou hebben dat die belastingschulden onbetaald zouden blijven en hem persoonlijk een ernstig verwijt treft.

Maar ...!! Die vrijheid is beperkter als:

  1. De vennootschap heeft besloten haar activiteiten te beëindigen en niet over voldoende middelen beschikt om al haar schuldeisers te voldoen.
  2. In die situatie staat het (de bestuurder van) de vennootschap in beginsel niet vrij schuldeisers die aan de vennootschap zijn gelieerd met voorrang boven andere schuldeisers – onder wie de ontvanger – te voldoen.
  3. Tenzij die betaling door bijzondere omstandigheden wordt gerechtvaardigd.
  4. Dit geldt ook bij de voldoening van niet-gelieerde schuldeisers van de vennootschap als de bestuurder van de vennootschap bij die betaling een persoonlijk belang heeft.
  5. Doet een bestuurder in deze gevallen toch een betaling, dan kan dat al worden aangemerkt als kennelijk onbehoorlijk bestuur als hij ernstig rekening ermee had moeten houden dat zijn handelwijze tot gevolg zou hebben dat belastingschulden van de vennootschap onbetaald zouden blijven.

Met deze uitgangspunten in de hand komt de Hoge Raad tot het oordeel dat het Verwijzingshof heeft miskend dat het in beginsel aan Henk is een afweging te maken welke schuldeisers van de B.V. in de gegeven omstandigheden zouden worden betaald. Het volgende Verwijzingshof mag nu beoordelen of Henk alsnog toch de juiste afweging heeft gemaakt.

Opmerking fiscaal jurist

Ook bij het (niet) betalen van uw schulden moet u zakelijk handelen. Daarbij kunt u prima de zakelijke belangen laten prevaleren. Het mag echter niet zo zijn dat u de Belastingdienst (bewust) in de wind zet. Bij het afbouwen van de onderneming zijn de normen wat strenger en moet u (extra) oppassen bij betalingen aan gelieerde partijen en betalingen waarbij u een persoonlijk belang heeft.

Voor het overige: lekker vrij ondernemen. Betaal wie u wilt, maar denk aan uw adviseur.

En Henk?

Tja, het gaat om schulden vanaf 2008 waarvoor Henk in september 2011 aansprakelijk is gesteld en nog weet hij niet waar hij aan toe is. Dat kan ook nog wel twee jaar duren ook. En maar hopen dat hij niet teveel aan gelieerde partijen heeft betaald ...

Als u onze site een beetje volgt, weet u dat een fiscale planning bijna noodzakelijk is bij de opbouw, groei en bloei van uw bedrijf. Daarvoor kunt u altijd bij ons terecht. Ook wist u al dat bij de overdracht van uw onderneming fiscale begeleiding is vereist.

Nu weet u ook dat het beëindigen van uw onderneming fiscaal niet vanzelf gaat en de nodige deskundigheid kan gebruiken. U weet vast welk nummer u daarvoor moet bellen.


Jurisprudentie bij ‘Bestuurdersaansprakelijkheid en beëindiging van de onderneming’:

Hoge Raad Aansprakelijkstelling 2

Verwijzingshof Aansprakelijkstelling

Hoge Raad Aansprakelijkstelling 1

Hof Aansprakelijkstelling

Rechtbank Aansprakelijkstelling

Deel deze pagina

Laatste update op 28-01-2022
Artikel gemaakt op 06-05-2019
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht Faillissement BV en belastingen Aansprakelijkheid bij beëindiging onderneming

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap