Ondernemer en auto van de zaak
Conclusie
De bijtelling over een auto van de zaak is (sinds 2004) 22% van de cataloguswaarde. Dit kan enkel lager zijn door een afspraak met de Belastingdienst of als men aannemelijk maakt dat men minder dan 500 kilometer privé met de auto heeft gereden. Voor ondernemers (natuurlijke personen, zoals eenmanszaak, maatschap, VOF, etc.) komt hier nog een extra mogelijkheid bij: de kosten van de auto binnen zijn bedrijf zijn lager dan de bijtelling. Als dit zo is, bedraagt de bijtelling maximaal de kosten binnen zijn bedrijf / onderneming.
De fiscale regeling voor auto's
In 2004 zijn de bijtellingsregels aangepast. Het is verdedigbaar dat de ondernemer dan een ander etiket aan de auto gaat hangen, de auto kan bijvoorbeeld als privé worden aangemerkt. Hij kan dan zijn zakelijke kilometers declareren (woon-werk en overige). Als de ondernemer veel zakelijke en woon-werk-km's rijdt, kan het voordelig zijn de personenauto tot het privévermogen te gaan rekenen (declareren € 0,18 per kilometer). Dit bedrag was in 2003 € 0,28 (vroeger 0,60) en het wordt gezien de benzineprijzen - tijd dat dit bedrag wordt verhoogd.
Maximale bijtelling voor ondernemers
Voor ondernemers geldt dat de bijtelling maximaal het bedrag is dat ter zake van de auto ten laste van de winst is gebracht (voor de kenner Hoge Raad 8 juli 1992, BNB 1992/312). Dit geldt dus niet voor werknemers en directeuren-grootaandeelhouders, de DGA.
Hoe worden deze kosten bepaald?
In principe moet men alle kosten rekenen. Men mag echter geen rekening houden met:
- Men mag geen rekening houden met een afboeking door de herinvesteringsreserve (BNB 1993/166).
- Er moet een economische afschrijving worden toegepast (HR 1 oktober 2004, nummer 39.670). Een lage afschrijving is toegestaan en zal uw bijtelling wellicht verlagen.
Tip
- Als beide partners ondernemer zijn en beiden over de auto kunnen beschikken, moet het forfait in redelijkheid over beide personen worden verdeeld (Hof 's Hertogenbosch 12 januari 2004 nummer 01/00782).
- Schrijf minder af op de auto, hierdoor kunt u wellicht uw bijtelling verlagen (ondernemers !).
- Bij een motor van de zaak heeft u geen standaard bijtelling, u moet de daadwerkelijke privévoordelen gaan bepalen en dit als inkomen aanmerken (privékilometers x kilometerprijs).
Pensioen en auto van de zaak
Vroeger kon men over het voordeel van de auto van de zaak ook pensioenrechten
opbouwen. Op grond van de huidige wet (uitvoeringsbesluit Loonbelasting)
kan dit nu niet meer. Dit is eenvoudig op te lossen door een lijfrente.
Bij het bepalen van de hoogte van de fiscaal aftrekbare lijfrentepremie
behoort het voordeel (opmerkelijk genoeg) wel tot de premiegrondslag.
Conclusie
De regels voor de heilige koe zijn de laatste jaren vaak aangepast. In 2005 is de BPM vrijstelling voor bepaalde accessoires (navigatie, cruise control, etc.) vervallen en daarnaast moet er sedert juli 2005 BPM worden betaald bij de aankoop van een bestelauto (ondernemers krijgen dit terug). In 2006 worden werkgevers eindverantwoordelijk voor de controle op de bijtellingen. De wetgeving is complex en hierover wordt dan ook vaak geprocedeerd.
Noot
Het forfait is een minimumpercentage. De Belastingdienst kan proberen aannemelijk te maken dat het werkelijke privégebruik hoger is dan de bijtelling van 22%. Dit gebeurt in de praktijk zelden, maar toch !