Lening DGA aan eigen BV
Een lening die een directeur groot aandeelhouder (DGA) aan zijn eigen BV verstrekt valt onder de zogenaamde ter beschikkingstellingsregeling. De door de BV betaalde rente is in de BV aftrekbaar en in prive bij de DGA progressief belast in box 1. In principe kan de DGA de vordering afwaarderen als de BV niet meer aan haar verplichtingen kan voldoen. Dit kan niet als de lening onzakelijk is, hierover zijn tientallen uitspraken en is veelal discussie met de Belastingdienst. Een lening vanuit de DGA aan de BV is onzakelijk als de DGA een (debiteuren) risico loopt dat een onafhankelijke derde niet zou accepteren. Probleem is dat een (gemiddelde) DGA vaak eerder bereid en geneigd is om geld te lenen aan zijn BV (of zich borg te stellen voor leningen van de bank) dan een onafhankelijke / willekeurige derde. Factoren die moeten worden beoordeeld zijn:
- de vastlegging
- zekerheden
- aflossing
- zakelijke rente
Geen onzakelijke lening bij aflossing
In een casus bij de Rechtbank Gelderland ging het over een belanghebbende die op enig moment een rekening-courantkrediet heeft verstrekt aan haar dochtermaatschappij welke was opgelopen tot € 990.456 per 1 januari 2008. Er waren geen zekerheden gesteld en er was geen aflossingsschema overeengekomen. Verder hadden wel andere participanten en de Fortisbank geïnvesteerd in de betreffende werkmaatschappijen waarin het geld uiteindelijk terecht was gekomen.
In 2008 was een bedrag ad € 600.000 afgelost aan belanghebbende. Gezien het eigen vermogen van de schuldenaar had belanghebbende het restant van de vordering eind 2008 afgewaardeerd naar nihil.
Conclusie Rechtbank over onzakelijke lening
Rechtbank Gelderland oordeelt dat er geen sprake is van een onzakelijke lening. De inspecteur maakt namelijk niet aannemelijk dat het debiteurenrisico zodanig was, dat een onafhankelijke derde niet bereid zou zijn tegen een vaste vergoeding eenzelfde lening te verstrekken.
De belangrijkste aspecten waardoor de Rechtbank tot deze conclusie is gekomen zijn de volgende:
- Er is wel een aflossing ten bedrage van € 600.000 gedaan in 2008;
- Er waren contacten met de Fortisbank voor wat betreft investeringen in de werkmaatschappijen;
- Dat geen aflossingsschema aanwezig was is logisch nu een rekening-courantkrediet het karakter heeft dat een dergelijk schema niet wordt opgesteld;
- Ook de omstandigheid dat de geldverstrekking niet schriftelijk is vastgelegd, acht de Rechtbank van ondergeschikt belang.
Noot fiscaal jurist inzake lening aan de BV
Bovenstaande uitspraak laat maar weer eens zien dat de uitkomst nimmer vooraf vaststaat. Alle relevante feiten en omstandigheden moeten zorgvuldig worden beoordeeld en afgewogen, waarbij een garantie betreffende de uitkomst nooit kan worden gegeven. Het is wel van belang voor een eventuele procedure dat de juiste koers wordt gevaren teneinde de slagingskans te vergroten.
Dat er een behoorlijke onzekerheid bestaat over een eventuele uitkomst van een onzakelijke lening-discussie voor de belastingplichtige is natuurlijk vervelend, echter bestaat deze onzekerheid ook voor de Belastingdienst. In het kader van risico-inschatting wordt een eventueel compromis met de Belastingdienst wel makkelijker indien een procedure niet gewenst is.
Bovenstaande discussies vinden plaats op het moment dat de situatie dusdanig is, dat een afwaardering plaats kan vinden. Echter, het is noodzakelijk dat voorafgaand aan deze periode de zaken juist en volledig zijn ingekleed teneinde een discussie over een onzakelijke lening te voorkomen (dan wel minimaliseren). Zorg derhalve dat u uw fiscalist jaarlijks laat meekijken waardoor er wellicht kan worden gestuurd.