print sitemap zoeken disclaimer contact

Bodembeslag Belastingdienst en reële eigendom

Bodembeslag Belastingdienst

De Belastingdienst heeft veel rechten en zelfs een voorrecht op alle goederen van de belastingplichtige (artikel 21 Invorderingswet). De Belastingdienst kan zich hierbij ook verhalen op zaken die niet van de belastingplichtige zijn maar van iemand anders (een derde), dit is het zogenaamde bodemrecht. Tot 2013 kon men via een bodemverhuurconstructie het bodemrecht van de Belastingdienst eenvoudig omzeilen, dit is nu anders. Derden kunnen zich lastig verzetten tegen de beslaglegging op roerende zaken voor de inrichting van een onroerende zaak. De Belastingdienst (ontvanger) heeft een pandrecht dat voorgaat op andere pandrechten.

Wat zijn bodemzaken?

Bodemzaken zijn roerende zaken die zich op de bodem van de belastingschuldige bevinden en die ook dienstbaar zijn aan die bodem. Hierbij kunt u denken aan computers, bureau's en overige inventaris. Onder bodemzaken vallen niet de voorraad en de bedrijfsauto's. Het kan zijn dat er bodembeslag wordt gelegd op roerende zaken van derden (niet de belastingplichtige).

Mededeling doen aan de Belastingdienst

Als een pandhouder zijn pandrecht gaat uitoefenen moet hij dit melden aan de Belastingdienst. Sinds 2018 geldt dit ook voor de belastingplichtige zelf (dus voor pandhouder en pandgever). Een voorbeeld kan dit verduidelijken:

De zaak speelde bij de Rechtbank Zeeland - West Brabant. Holding B.V. verstrekt een lening van € 500.000 aan de werk B.V. Er wordt als zekerheid voor de lening een pandrecht gevestigd op alle activa van de werk B.V. De werk B.V. gaat failliet en Holding B.V. oefent het pandrecht uit. De Belastingdienst is het hier niet mee eens en stapt met succes naar de rechter.

Reële eigendom derde en beslag

De Belastingdienst (ontvanger) mag zaken niet in beslag nemen als er sprake is van reële eigendom van een derde. Dit geldt bijvoorbeeld bij een verhuur- / huursituaties of operationele lease, op dergelijke situaties wordt bodembeslag niet toegepast.

Bij andere situaties (geen economische eigendom bij derde), zoals eigendomsvoorbehoud, financial lease of (bezitloos) pandrecht, treft het bodembeslag meestal wel de zaken van de derde.

Ook bij een afnameverplichting bij de leverancier, in combinatie met roerende zaken van een derde, blijft het recht van de Belastingdienst bestaan. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een tapinstallatie (met afnameverplichting bij een brouwerij). Ook bij vermengeling van bedrijven wordt de eigendom van een derde niet gerespecteerd, hierbij kunt u denken aan een situatie waarbij een franchisegever inventaris ter beschikking stelt aan bedrijf en dit bedrijf failliet gaat met achterlaten van BTW- of loonbelastingschulden. Soms is de rechter echter scherp en wijst ze de Belastingdienst terecht, zie hiertoe een uitspraak van de Rechtbank Zutphen d.d. 16 februari 2011.

Bij reële eigendom van een derde moet de Belastingdienst dit eigendom respecteren. Deze goederen mogen dus niet worden verkocht en / of uitgewonnen. Reële eigendom wil zeggen dat de verkoper / verhuurder juridisch eigenaar is en blijft, maar ook dat het economisch risico bij de verkoper/ verhuurder blijft liggen. Waardeveranderingen komen dus voor zijn rekening en niet voor rekening van de belastingschuldige. Bij verhuur of operational lease gaat het meestal goed voor de derde, dit mag zelfs nog worden aangevuld met een koopoptie voor de huurder.

Anders gezegd: eventuele waardedalingen of -stijgingen komen voor risico van de verkoper. Er is geen sprake van reële eigendom ingeval van verkoop onder eigendomsvoorbehoud of financial lease. Reële eigendom kan wel worden bereikt door bijvoorbeeld huur of operational lease overeen te komen. Eventueel met een koopoptie of verlengingsmogelijkheden.

Voor een nadere toelichting omtrent de voorwaarden kunt u kijken in het besluit leaseregelingen. Hierin staat keurig opgenomen wanneer het wel en niet goed gaat voor de derde.

Een bijkomend probleem is dat de derde soms niet weet dat er bodembeslag bij zijn relatie of klant is of wordt gelegd. Als de Belastingdienst bekend is met het feit dat een derde eigenaar is, dan zal de Belastingdienst zich bij de derde melden, dit moet binnen 8 dagen na het beslag. Dreigt er een bodembeslagsituatie, dan is het aan te raden de zaken via een afvoerconstructie van de bodem te halen.

Als er beslag wordt gelegd op zaken van derden, dan moet die derde binnen 7 dagen na de beslaglegging een beroepschrift indienen bij de Belastingdienst. De verkoopwerkzaamheden van de Belastingdienst moeten dan worden gestaakt in afwachting op de beslissing op het beroepschrift.

Conclusie beslag en eigendom

Zorg ervoor dat u vlot en tijdig reageert op handelingen van de Belastingdienst. Als u vragen of opmerkingen heeft, kunt u altijd een gesprek aangaan met één van onze fiscaal juristen.

Deel deze pagina

Laatste update op 27-01-2022
Artikel gemaakt op 11-01-2018
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Formeel belastingrecht Beslag belastingdienst Bodembeslag belastingdienst

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap