print sitemap zoeken disclaimer contact

BIK en buitenland: fiscale eenheid en vaste inrichting

Nieuws "Geen BIK regeling" d.d. 28 mei 2021

De BIK regeling gaat niet door en wordt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2021 ingetrokken. De Europese Commissie schijnt de regeling als ongeoorloofde staatssteun te zien. Voorstel is nu dat werkgeverspremies (Algemeen werkloosheidsfonds / Awf premie) voor werkgevers wordt verlaagd, maar dan pas per 1 augustus 2021.  En wat als u al heeft geinvesteerd ? Wij zullen dit nog onderzoeken. Meer informatie in deze kamerbrief.

BIK regeling in internationaal perspectief

Het wetsvoorstel dat tot de BIK (baangerelateerde investeringskorting) heeft geleid bevat een regeling voor de fiscale eenheid en vaste inrichtingen. Voor de fiscale eenheid werkt die regeling als volgt. De aanvrager van de BIK kan ervoor kiezen om een lid van de fiscale eenheid aan te wijzen als BIK-inhoudingsplichtige. Dit geldt dan voor zover de fiscale eenheid investeringen doet waarvoor zij in aanmerking komt voor de BIK. Door deze regeling kan een groter concern, met bijvoorbeeld personeels-B.V.’s, toch profiteren van de BIK-regeling.

BIK en fiscale eenheid: problemen

Een fiscale eenheid kan alleen worden gevormd met lichamen die in Nederland zijn gevestigd. Een buitenlandse moedermaatschappij kan dus geen onderdeel zijn van een Nederlandse fiscale eenheid. De wetgever is er onder andere door de NOB op gewezen dat een buitenlandse moedermaatschappij die een investering in het buitenland doet geen BIK kan genieten, ook niet als het personeel in Nederland in de loonadministratie is opgenomen. Dit bedrijf had wel recht gehad op BIK indien de buitenlandse moedermaatschappij in Nederland was gevestigd. Dan had zij immers onderdeel kunnen zijn van de fiscale eenheid.

Een ander soortgelijk probleem doet zich voor bij grensoverschrijdende terbeschikkingstelling. De BIK kan niet worden gebruikt voor bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om hoofdzakelijk aan derden ter beschikking gesteld te worden. Dit is de hoofdregel die wij in diverse anderen artikelen uitgebreid hebben toegelicht. De investerende partij moet de bedrijfsmiddelen dus zelf gebruiken. Binnen de fiscale eenheid levert dit geen probleem om, omdat voor de BIK dan geen sprake is van ter beschikking stellen. Stel dat bedrijf A en bedrijf B in de fiscale eenheid zitten en bedrijf A investeert, dan kan bedrijf B dat bedrijfsmiddel probleemloos gebruiken. Daarbij zijn wij er vanuit gegaan dat beide bedrijven in Nederland zijn gevestigd.

Maar indien bedrijf B in het buitenland is gevestigd, dan is voor de BIK sprake van het ter beschikking stellen aan een derde. Er bestaat dan geen recht op BIK, ondanks dat, op de vestigingsplaats na, alle feiten en omstandigheden gelijk zijn.

BIK en fiscale eenheid: de EU

De wetgever is erop gewezen dat dit tot problemen kan leiden op Europees niveau. De Europese rechter zou van oordeel kunnen zijn dat sprake is van strijdigheid met de vrijheid van vestiging. Dit is dan een gevolg van het feit dat een in Nederland gevestigde vennootschap geen gebruik kan maken van de BIK bij een investering door een buitenlandse groepsmaatschappij of terbeschikkingstelling aan een buitenlandse groepsmaatschappij. De wetgever is in overleg met de Europese Commissie getreden om het risico weg te nemen.

BIK en fiscale eenheid: wat nu?

De BIK-regeling is ingevoerd en - zoals bekend - is de regeling voor de fiscale eenheid nog niet in beton gegoten. Deze bepalingen treden pas in werking zodra de Europese Commissie akkoord heeft gegeven. Met dit akkoord kan zekerheid worden verkregen over de toelaatbaarheid van de regeling. De regels voor de fiscale eenheid gelden dan, met terugwerkende kracht, naar 1 januari 2021.

BIK en vaste inrichting (filiaal)

Stel dat een bedrijf in Nederland is gevestigd. Het bedrijf heeft een vaste inrichting in het buitenland. Het bedrijf investeert in een bedrijfsmiddel dat wordt toegerekend aan de vaste inrichting. De Staatssecretaris heeft aangegeven dat dan geen recht bestaat op BIK. Een door een Nederlandse onderneming aangekocht bedrijfsmiddel dat bestemd is om hoofdzakelijk gebruikt te worden door de buitenlandse vaste inrichting, kwalificeert dus niet voor de BIK.

Deze regel geldt andersom ook. De situatie kan zich voordoen dat een buitenlandse onderneming een investering doet in het buitenland, maar BIK wil claimen via een Nederlandse vaste inrichting. De BIK kan dan alleen worden geclaimd, indien de investering ziet op bedrijfsmiddelen die toegewezen kunnen worden aan de Nederlandse vaste inrichting.

Advies

Per 1 januari 2021 geldt de BIK-regeling. De regeling werkt zelfs terug naar 1 oktober 2020. De regeling is op het eerste gezicht eenvoudig, maar de financiële belangen zijn behoorlijk en de uitzonderingen niet allemaal even duidelijk. Laat u daarom tijdig bijstaan door een specialist. Dit geldt zowel in de situatie waarin u de BIK-regeling gaat aanvragen, als in de situatie waarin u in bezwaar en beroep wenst te gaan.

Deel deze pagina

Laatste update op 31-05-2021
Artikel gemaakt op 15-02-2021
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Vennootschapsbelasting BIK BIK en buitenland

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap