print sitemap zoeken disclaimer contact

Dividendbelasting

Inhoudingsvrijstelling en dividendbelasting

In bepaalde gevallen kan een entiteit die een dividenduitkering doet een inhoudingsvrijstelling toepassen. Dit betekent dat er géén 15% dividendbelasting ingehouden hoeft te worden op de dividenduitkering en de gehele (bruto) dividenduitkering kan worden uitgekeerd aan de ontvangende entiteit (ook wel de ‘opbrengstgerechtigde’ genoemd).

Hieronder is een overzicht opgenomen van de meest voorkomende situaties waarin een inhoudingsvrijstelling van toepassing kan zijn. Om voor een inhoudingsvrijstelling in aanmerking te komen, moet de opbrengstgerechtigde aannemelijk maken dat die de uiteindelijk gerechtigde is. Kort gezegd is de uiteindelijk gerechtigde diegene die het economisch belang heeft bij een opbrengst en die daarover ook daadwerkelijk kan beschikken. Een persoon kwalificeert bijvoorbeeld niet als uiteindelijk gerechtigde als deze persoon de opbrengst geheel of gedeeltelijk direct of indirect moet doorbetalen aan een ander, bijvoorbeeld op basis van een overeenkomst.

Fiscale eenheid en deelnemingssituaties

Als de uitkerende en ontvangende entiteit tot dezelfde fiscale eenheid behoren, dan hoeft geen dividendbelasting te worden ingehouden.

Dividendbelasting hoeft ook niet te worden ingehouden wanneer de opbrengstgerechtigde een belang bezit waarop de deelnemingsvrijstelling van toepassing is. In een puur binnenlandse situatie (de uitkerende entiteit en de opbrengstgerechtigde zijn allebei in Nederland gevestigd) zal dit vaak het geval zijn en kan de inhoudingsvrijstelling in beginsel worden toegepast. Uitzonderingen hierop zijn de uitkerende entiteit die is vrijgesteld van vennootschapsbelasting en de ontvangende entiteit die kwalificeert als beleggingsinstelling.

Wanneer de opbrengstgerechtigde in het buitenland is gevestigd, moet aan de volgende voorwaarden zijn voldaan:
  • de opbrengstgerechtigde is gevestigd in een staat die onderdeel uitmaakt van de EU/EER of een staat waarmee Nederland een belastingverdrag heeft gesloten
  • de opbrengstgerechtigde zou de deelnemingsvrijstelling kunnen toepassen als die in Nederland zou zijn gevestigd
  • het belang wordt niet gehouden om belastingheffing bij een ander te ontgaan (de subjectieve toets) of er is geen sprake van een kunstmatige constructie (de objectieve toets)

Voor een nadere uitleg van de inhoudingsvrijstelling in deelnemingssituaties wordt verwezen naar het artikel ‘Inhoudingsvrijstelling in deelnemingssituaties"

Lichaam dat niet aan de vennootschapsbelasting is onderworpen

Op dividenduitkeringen aan in Nederland gevestigde rechtspersoon die niet onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting (bijvoorbeeld bepaalde (charitatieve) stichtingen en verenigingen) hoeft geen dividendbelasting te worden ingehouden. Hetzelfde geldt voor lichamen die gevestigd zijn in de EU/EER. Voor deze laatste groep is het wel van belang dat het lichaam ook in Nederland zou zijn vrijgesteld als het (hypothetisch gezien) in Nederland zou zijn gevestigd. Als een buitenlands lichaam zich in het eigen vestigingsland kan beroepen op een vrijstelling en Nederland kan niet een soortgelijke vrijstelling, dan dient alsnog dividendbelasting te worden ingehouden.

Deze inhoudingsvrijstelling is overigens niet van toepassing indien de opbrengstgerechtigde een fiscale beleggingsinstelling of vrijgestelde beleggingsinstelling is, of een daarmee vergelijkbare functie vervult.

Daarnaast dient voor het toepassen van de inhoudingsvrijstelling in dit geval een kwalificatiebeschikking te worden verkregen van de Belastingdienst die is opgenomen in de administratie van de inhoudingsplichtige op het moment dat het dividend ter beschikking wordt gesteld.

Inkoop van aandelen

Als een beursgenoteerd bedrijf aandelen inkoopt, anders dan ter tijdelijke belegging, is daarmee in beginsel sprake van een belaste winstuitdeling. Een dergelijke winstuitdeling via de inkoop van aandelen is tot een bepaalde hoogte en onder voorwaarden vrijgesteld. Zo gelden er onder meer diverse drempels om te voorkomen dat dergelijke bedrijven contante dividenduitkeringen vervangen door de inkoop van eigen aandelen. De toepassing van deze inhoudingsvrijstelling is complex, daarom kan de inkopende vennootschap een verzoek doen bij de Belastingdienst om zekerheid vooraf.

Beleggingsinstelling of instelling voor collectieve belegging in effecten (icbe)

Dergelijke instellingen kopen en verkopen regelmatig eigen aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid om verschillende redenen. Als dit niet is bedoeld als inkoop ter tijdelijke belegging, dan is in beginsel dividendbelasting verschuldigd. Inhouding mag in die gevallen desondanks achterwege blijven voor zover het bedrag van de opbrengst in mindering wordt gebracht op de agioreserve of herbeleggingsreserve.

Groene beleggingen en NSW-lichamen

Van een ‘groene belegging’ is sprake bij aandelen in en geldleningen aan aangewezen groene fondsen. Voorbeelden van aangewezen groene fondsen zijn ING Sustainable Finance en het Triodos Groenfonds. Particuliere investeerders zijn tot een maximumbedrag geen inkomstenbelasting verschuldigd over investeringen in dergelijke fondsen (‘groene beleggingen’). Het is echter waarschijnlijk dat deze vrijstelling, en daarmee ook de inhoudingsvrijstelling, per 2027 of 2028 komt te vervallen.

Natuurschoonwetlichamen (NSW-lichamen) zijn rechtspersonen die zich hoofdzakelijk bezighouden met het de instandhouding van aanwezen landgoederen. Deze lichamen zijn onder meer vrijgesteld van vennootschapsbelasting. Op dividenduitkeringen aan dergelijke lichamen hoeft dan ook geen dividendbelasting te worden ingehouden.

Noot fiscaal jurist inzake inhoudingsvrijstelling

Het toepassen van een inhoudingsvrijstelling is een (groot) voordeel voor de ontvanger van de dividenduitkering. De inhoudingsvrijstelling moet echter worden toegepast door de uitkerende vennootschap.

Voor de ontvanger is het dus van belang om de uitkerende vennootschap tijdig op de hoogte te stellen van de mogelijkheid om een inhoudingsvrijstelling toe te passen en dit ook voldoende te onderbouwen, bijvoorbeeld met een fiscale notitie van een belastingadviseur.

Voor de uitkerende vennootschap is het van groot belang om te beoordelen of het toepassen van de inhoudingsvrijstelling inderdaad gerechtvaardigd is. Immers, wanneer de inhoudingsvrijstelling ten onrechte wordt toegepast of niet aan alle voorwaarden is voldaan, dan is het mogelijk dat de uitkerende vennootschap alsnog zelf de dividendbelasting moet betalen, die mogelijk ook nog wordt gebruteerd.

Mocht u als inhoudingsplichtige of als ontvangende vennootschap willen weten of een bepaalde inhoudingsvrijstelling kan worden toegepast, neemt u dan gerust contact met ons op.

Vragen over inhoudingsvrijstelling ?

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 10-11-2025
Artikel gemaakt op 10-11-2025
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Dividendbelasting Inhoudingsvrijstelling en dividendbelasting

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap