print sitemap zoeken disclaimer contact

Piloten

Piloot in Verenigd Koninkrijk, vaststelling woonplaats

Een jonge Nederlandse piloot vindt werk bij een Engelse luchtvaartmaatschappij en wordt gestationeerd op het vliegveld van Luton. Om dicht bij zijn werk te wonen huurt hij een appartement in Engeland, waar hij een sociaal leven opbouwt en lid wordt van een voetbalclub. Tegelijkertijd heeft hij in Nederland een vriendin met wie hij samenwoont en met wie hij ook sociale activiteiten onderneemt. De vraag rijst: waar is de piloot in 2018 fiscaal inwoner — Nederland of het Verenigd Koninkrijk? De Rechtbank Noord Holland buigt zich over deze zaak en komt op 20 augustus 2025 tot een uitspraak (ECLI:NL:RBNHO:2025:9926)

Omdat beide landen hem naar hun nationale wetgeving als inwoner beschouwen, moet de woonplaats worden bepaald volgens de zogenoemde tiebreaker in artikel 4, derde lid, van het belastingverdrag tussen Nederland en het Verenigd Koninkrijk. De Rechtbank Noord-Holland laat in deze uitspraak op heldere wijze zien hoe die tiebreaker stap voor stap wordt toegepast.

Tiebreaker rule bij bepalen woonplaats piloot

De piloot is Nederlander en stond in 2018 in de Basisregistratie Personen (BRP) ingeschreven op het adres van zijn vriendin in Nederland. Hij verbleef daar in zijn vrije tijd en betaalde mee aan de huishoudelijke kosten.

Voor zijn werk is hij echter gestationeerd op het vliegveld van Luton (VK). Hij huurt daar een appartement, heeft daar vaste lasten, onderhoudt een Engelse bankrekening, sluit verzekeringen af en heeft er een vriendenkring en is lid van een voetbalvereniging.

Zijn werkgever is een Engelse luchtvaartmaatschappij, die zijn loon in het VK uitbetaalt. Uit bankafschriften en pintransacties blijkt dat hij een aanzienlijk deel van het jaar in Engeland verblijft. De Nederlandse Belastingdienst beschouwt hem desondanks als binnenlands belastingplichtige en belast zijn volledige loon. De piloot stelt daartegen dat hij voor verdragsdoeleinden inwoner is van het Verenigd Koninkrijk, zodat alleen dat land mag heffen.

Dubbele woonplaats en tiebreaker rule

Zowel Nederland als het Verenigd Koninkrijk beschouwen de piloot als inwoner naar hun nationale wetgeving. Dat betekent dat de tiebreaker van artikel 4, derde lid, van het verdrag moet worden toegepast.

1. Duurzaam tehuis en tiebreaker rule

De eerste stap is te bepalen in welk land de betrokkene een duurzaam tehuis tot zijn beschikking heeft. In het Verenigd Koninkrijk huurde de piloot een appartement, dat hij het gehele jaar kon gebruiken. In Nederland had hij toegang tot de huurwoning van zijn vriendin, waar hij ook verbleef als hij in Nederland was. De rechtbank oordeelt dat beide woningen hem duurzaam ter beschikking stonden. Omdat er in beide landen een duurzaam tehuis aanwezig is, moet worden gekeken naar het middelpunt van de levensbelangen.

2. Middelpunt van de levensbelangen en bepalen woonplaats

Voor deze stap worden zowel de persoonlijke als de economische banden beoordeeld.

  • Persoonlijke banden: partner en familie in Nederland, vrienden en sociale activiteiten in beide landen.
  • Economische banden: dienstbetrekking, salarisbetaling, vaste lasten en dagelijkse uitgaven in het VK.

De rechtbank constateert dat de persoonlijke banden iets sterker met Nederland verbonden zijn, maar de economische banden duidelijk in het Verenigd Koninkrijk liggen. Omdat deze belangen niet doorslaggevend naar één land wijzen, kan het middelpunt van de levensbelangen niet worden vastgesteld. De rechtbank gaat daarom door naar de volgende tiebreaker.

3. Gewoonlijk verblijf en bepalen woonplaats

Als het middelpunt van de levensbelangen geen uitkomst biedt, wordt gekeken waar de piloot gewoonlijk verblijft. Daarbij spelen concrete feiten een doorslaggevende rol. Uit pintransacties en werkroosters blijkt dat hij in 2018 minstens 142 dagen in het VK verbleef. Daarnaast waren er 72 werkdagen zonder pintransacties, die volgens de rechtbank – gelet op zijn standplaats – eveneens in het VK zijn doorgebracht. Alles bij elkaar verbleef hij ten minste 214 dagen in Engeland. Daarmee is duidelijk dat zijn gewoonlijk verblijf in het Verenigd Koninkrijk lag.

4. Nationaliteit en onderlinge overeenstemming

Omdat de rechtbank al tot een oplossing komt op basis van het gewoonlijk verblijf, komt zij niet meer toe aan de volgende stappen (nationaliteit en onderlinge overeenstemming). Gevolg: inwoner van het VK!

De rechtbank concludeert dat de piloot voor de toepassing van het belastingverdrag inwoner is van het Verenigd Koninkrijk. Dat betekent dat op grond van artikel 14, derde lid, van het verdrag het heffingsrecht over zijn loon exclusief toekomt aan het VK. Nederland mag hierover dus geen inkomstenbelasting heffen.

Het beroep wordt gegrond verklaard, de aanslag verminderd tot nihil en de inspecteur moet de proceskosten en een immateriële schadevergoeding vergoeden.

Noot fiscaal jurist inzake fiscalaal advies piloot

De belastingdienst (en onze staatssecretaris) kijkt kritisch naar mensen en bedrijven die via activiteiten of een woonplaats in het buitenland proberen minder belasting te betalen (kamerbrief monitoring effecten aanpak belastingontwijking). De Belastingdienst richt zich niet alleen op multinationale ondernemingen, maar ook op belastingontwijking door particulieren. Dit uit zich onder andere in het toenemend ter discussie stellen van de fiscale woonplaats van natuurlijke personen. De Hoge Raad heeft in een arrest uit 2013 verduidelijkt dat het gaat om de vraag of er een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland bestaat. Soms is de duurzame band met Nederland niet eens heel sterk en met het buitenland sterker, maar omdat er dan nog een eigen woning in Nederland is en in Nederland nog economische activiteiten zijn, wordt gesteld dat de persoon in Nederland woont (Gerechtshof 2024). In een handout van de belastingdienst wordt enig inzicht gegeven in de wijze waarop de belastingdienst naar de tie breaker rule kijkt.

Deze uitspraak illustreert mooi hoe zorgvuldig de tiebreaker van artikel 4, derde lid, moet worden toegepast. De rechtbank benadrukt dat de feitelijke beschikbaarheid van een woning bepalend is, niet de eigendom of het huurcontract. Als het middelpunt van de levensbelangen geen duidelijk antwoord biedt, moet daadwerkelijk worden gekeken naar het feitelijk verblijf — en dat kan met objectieve gegevens zoals pintransacties, werkroosters en reisadministratie worden onderbouwd. Uit deze uitspraak blijkt weer hoe feitelijk de woonplaatsbepaling is en hoe verschillend hij kan uitpakken. Zou de uitspraak anders zijn uitgevallen wanneer de piloot getrouwd was en kinderen had?

Vragen over fiscale woonplaats of advies bij emigratie?

Bedrijfsnaam

*

Naam

*

Aantal medewerkers

Bent u tevreden over uw belastingadviseur :

Wilt u een vrijblijvende offerte / advies ontvangen?

Opmerkingen/vragen

Ja, ik ga akkoord met de verwerking van mijn gegevens. Jongbloed Fiscaal Juristen NV mag mij per e-mail info sturen en mijn persoonlijke gegevens gebruiken om mijn interessegebieden vast te stellen zoals hier beschreven, en ik ben me ervan bewust dat ik op elk moment mijn toestemming kan intrekken.

Deel deze pagina

Laatste update op 24-10-2025
Artikel gemaakt op 24-10-2025
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Kennisbank Advies specialisten Piloten Woonplaats piloot en tiebreaker rule

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap