print sitemap zoeken disclaimer contact

Personeelsfonds en fiscus

Als fiscalist ben je regelmatig bezig om constructies voor werkgevers te bedenken. Bij herhaling bereikt mij het volgende verzoek: kun je niet iets bedenken dat voor onze werknemers gunstig is en wat ons niet teveel kost? In het verleden adviseerde je dan een spaarloonregeling, belastingvrije feestdagenuitkering, fiets van de zaak of een PC privé-project. Op dit moment zijn de meeste regelingen uitgekleed of opgeheven. De fiscale kerstboom vol met mogelijkheden is de laatste jaren behoorlijk "afgetuigd". In dit artikel een leuke optie die weinig wordt gebruikt. De regeling is wel erg strikt en rechters kijken er ook steeds vaker na.

Belastingvrije uitkeringen uit personeelsfonds

Sommige bedrijven hebben een fonds ter ondersteuning van werknemers die het financieel zwaar hebben of ziek zijn (artikel 11 lid 1 letter n Wet op de Loonbelasting 1964). Een personeelsfonds van een werkgever kan belastingvrije uitkeringen en verstrekkingen doen aan werknemers. Een belangrijke voorwaarde is dat in 5 kalenderjaren (die aan het jaar van de uitkering voorafgaan) de werkgever niet meer mag bijdragen dan de werknemers. Het fonds kan uitkeringen doen inzake:

  • leuke dingen om de band tussen werknemers beter te maken;
  • uitkeringen werknemers voor kinderen, vakantie, etc.

Deze regeling wordt onder de werkkostenregeling voortgezet.

Voorwaarden fonds voor werknemers

Er gelden strikte voorwaarden welke aan het fonds worden verbonden. De belangrijkste voorwaarden zijn:

  • Het fonds moet een eigen onafhankelijk bestuur hebben.
  • De laatste 5 jaren (voor de uitkering) mag de werkgever niet meer bijdragen dan de werknemer.
  • Het fonds mag geen uitkeringen doen inzake ziekte, invaliditeit, bevalling, adoptie of overlijden.
  • Er mag geen sprake zijn van een aanspraak of recht.
  • Deelname bij feestjes etc. moet openstaan voor 75% van de werknemers.
  • Inleg werknemer van hun netto loon.

Hoe lang moet het fonds bestaan?

Het fonds hoeft niet 5 jaar te bestaan om uitkeringen te mogen doen. In een procedure bij de Rechtbank Arnhem (d.d. 12 april 2012) kwam dit even aan de orde. Een werkgever had in 2001 een stichting opgericht met als doel uitkeringen te doen aan werknemers (niet zijnde uitkeringen voor ziekte, etc.). Het bestuur van de stichting bestond uit aandeelhouders van de B.V. van de werkgever en diens accountant. De werknemers en de werkgever droegen beiden 50% bij aan het fonds. In de periode 2002 - 2007 werden al uitkeringen gedaan aan werknemers. Voorbeelduitkeringen waren:

  • rijlessen voor kinderen van werknemers;
  • aankoop meubilair;
  • vakanties van werknemers;
  • kosten van verbouwingen.

De inspecteur stelt dat het fonds minimaal 5 jaar moet bestaan en legt daarom naheffingsaanslagen op over de uitkeringen. De rechter is dit niet met de inspecteur eens. De wet is helder, de eis dat het fonds 5 jaar moet bestaan staat hierin niet opgenomen. Dit volgt ook niet uit de wetsgeschiedenis. Deze uitspraak wordt door de Hoge Raad bevestigd op 9 augustus 2013.

Truc inzake personeelsfonds

Een werkgever stort tot 2012 ongeveer € 1.000.000 in een lief-en-leedpotje / fonds. In 2008 wordt besloten de stichting op te heffen en het kapitaal uit te keren. Om de uitkering belastingvrij te kunnen doen, wordt er de laatste 5 jaar minimaal € 1 door de werknemers gestort, in totaal ongeveer € 500. In 2019 wordt een substantieel deel van het kapitaal uitgekeerd. Volgens de Hoge Raad kwalificeert een symbolische bijdrage niet voor de regeling (Hoge Raad 9 augustus 2013). De Rechtbank was het nog met B.V. X eens en het Gerechtshof niet, de Hoge Raad volgt nu het Gerechtshof.

Hoe werkt het?

De werkgever stort een bedrag op een separate bankrekening die op naam staat van "Personeelsfonds B.V. X", hiervoor wordt een aparte stichting opgericht. Laten we zeggen dat de werkgever € 100 per werknemer op de bankrekening stort. Een betaling van deze bankrekening aan een werknemer is belastingvrij mits aan de hierboven gemelde voorwaarden wordt voldaan.

Een voorbeeld

Een werkgever stort in 2012 voor zijn 20 werknemers € 100.000 op een bankrekening / fonds. Vervolgens storten de werknemers in 2013 tot en met 2018 een beperkt bedrag en de werkgever niets. Vanaf 2019 is de uitkering uit dit fonds belastingvrij. Let er wel op dat de werknemers geen symbolische bijdrage storten (zie hierboven genoemde cassatie uitspraak van de Hoge Raad).

Bron

Centrale Raad van Beroep d.d. 23 september 2004

Gerechtshof Arnhem d.d. 16 februari 2010

Rechtbank Arnhem 12 april 2012

Hoge Raad 9 augustus 2013

Deel deze pagina

Laatste update op 20-09-2018
Artikel gemaakt op 12-08-2013
Dit artikel (of blog of voorbeeldovereenkomst) is met aandacht en zorgvuldigheid geschreven, maar bevat informatie van algemene en informatieve aard. De informatie in dit artikel kan, afhankelijk van de omstandigheden van uw specifieke geval, niet of verminderd van toepassing zijn. De informatie in dit artikel dient derhalve niet als fiscaal/juridisch advies te worden beschouwd. Jongbloed Fiscaal Juristen N.V., haar medewerkers en of haar vestigingen/deelnemingen aanvaarden dan ook geen enkele aansprakelijkheid voor de gevolgen van het gebruik van de informatie uit het artikel.
U bevindt zich hier : Jongbloed Fiscaal Juristen Fiscale tips Werknemer Personeelsfonds en fiscus

Jongbloed Fiscaal Juristen - Disclaimer - Zoeken - Sitemap